donderdag 31 december 2015

20151231 en dan .... pensioen

Vandaag is het oudejaarsdag. Dan sluiten we weer een jaar af.
We zwaaien met de pet het jaar uit, nemen de hoed af voor al het goede dat ons mocht overrompelen en treden goedgemutst en enthousiast een nieuw jaar tegemoet.

Op deze dag sluit ik niet alleen het jaar af maar neem ik afscheid van het arbeidsproces.

Morgen Nieuwjaar, dan begint er een nieuwe periode, die van rustend ambtenaar.
Voorlopig vredig vutten voor 9 maanden en dan rechtmatig en reikhalzend rusten op de lekkere lauweren van de AOW.

Na een werkperiode van 47 jaar is het goed geweest.
In het begin twee burgerbazen gediend voor een periode van 5 jaar.
Nu bijna 42 jaar in overheidsdienst, inclusief 1,5 jaar militaire dienst.
Op 25 jarige leeftijd in dienst gekomen bij de nu geheten Nationale Politie.
In die job veel meegemaakt, veel om te vertellen en nog meer om over te zwijgen.

In heel die arbeidzame periode stond Gré naast mij, waren en zijn we nog steeds heel gelukkig met elkaar en kregen 4 kinderen en 10 kleinkinderen.

Blij en dankbaar kijken we terug op het verleden en zien met goede moed de toekomst tegemoet.

Rest ons te zeggen:
Soli Deo Gloria.... 
aan God alleen de eer, die dit alles mogelijk maakte.

dinsdag 29 december 2015

Wandelen in de natuur

Onze achtertuin is gelegen aan een oud kerkhof en daarvan gescheiden door een schutting en hoge heg. Over de heg heen wordt de open ruimte 't meest opgevuld door het groene bladerdak van bomen. Net als in een park. Dat brengt allerlei dieren mee, die daar hun habitat hebben. Dat zijn er teveel om ze allemaal op te noemen. 
Maar een vaste klant is altijd wel een roodborst. Dat is een luisterrijke zangvogel. Vanmorgen, toen ik wakker werd en het nog donker was zong hij ik alweer z'n hoogste lied. Hij begroet daarmee de dag en roemt zijn Schepper.
In onze tuin staat een grote eik. Aan die boom zit zo'n typisch voederbakje voor eekhoorns. Deze handige diertjes doen zelf de klep omhoog en duiken in het bakje om een pinda te scoren. Ze komen aanlopen via de snelweg, de bovenrand van de schutting en springen dan over op de boom. Soms zijn ze met z'n drieën en stoeien wat met elkaar en zitten met grote snelheid achter elkaar aan om de boom heen draaiend. 
Het zijn er drie met verschillende kleuren, rood, bruin en een zwarte.



Wekelijks wandelen we ergens in Twente of Salland een uitgestippelde wandelroute. De laatste paar jaar hebben we er misschien  wel 30 of 40 gelopen en sommige meerdere keren.

De foto hiernaast is onderdeel van de Vennenroute te Ommen. Dit is het Besthmener ven.



Een echt oer - Hollands plaatje is natuurlijk die van een herder met zijn schapen, die dolend over de heide gaat. De kudde wordt bijeen gehouden door een daarvoor geschikte en afgerichte border collie.
De herder draagt een hoed tegen het zonlicht en hij is gewapend met een uitgesneden stok.
Op verschillende plekken in Twente - Salland zijn we herders en kudden tegengekomen.
Zo'n herder is gedurende de hele dag alleen met zijn kudde en hij koestert  de stilte en de ruimte.
Je zou toch denken, wat eentonig.
Maar misschien weet en gelooft hij: 

"De Heer is mijn  herder, mij ontbreekt niets"
en ....
"Uw stok en uw staf, die vertroosten mij". 




Zo wandelen we, ons steeds weer verwonderend, door de natuur. Mijn vrouw maakt dan honderden natuurfoto's waarvan ze er enkele ten toon spreidt bij verschillende media, o.a. bij Natuurmonumenten en De Groene Wereld en Amateur Fotografie en nog andere sites. Ik wandel therapeutisch mee met behulp van Nordick Walking sticks en adem voortdurend een weldadige frisse buitenlucht in en geniet.




We blijven de dag volgen van vroeg tot laat.
Hier zien we de zon opkomen en de maan, die onder gaat.
Dat is het zogenaamde "blauwe uur".  Dat levert schitterende kleuren op.








We werden eens verrast door plotseling opkomend zwaar weer.
Dat leverde naast natheid ook prachtige beelden op.



Ieder jaargetijde geeft zijn actieve beestje prijs op boom en plant:



een hoornaar
en
een hommel





Zo proberen we een zin - en vreugdevolle bestemming te geven aan onze vrije tijd door van flora en fauna  te genieten. We ademen de natuur in.
Daar worden we blij en dankbaar van.
's Zondags nemen we rust en eren de Schepper van de flora en de fauna.
Hij schiep het en zag dat het goed was.
En nu mogen wij rentmeester zijn.

Gereformeerde Kerk vrijgemaakt Daarlerveen.

maandag 28 december 2015

20151228 winterse taferelen en schaatsen

Ik stond eens bij de bushalte te wachten onder het doorzichtig glazen afdak en soortgelijke rugdekking. Het was net onder het vriespunt en een straffe snijdende oostenwind zorgde voor een gevoelstemperatuur van nog enkele graden lager. Voor het eerst voelde ik toen de naderende winter en onder het wachten gingen mijn gedachten uit naar oude winterse taferelen die onderdeel waren van mijn leven.


De laatste keer dat ik een grote schaatstocht maakte dateert al weer uit 1987. Die tocht ging van Vriezenveen naar Hardenberg over het kanaal en terug. Schotsend scheef schaatsen op Viking noren, op ongelijk zwart ijs verborgen onder witte sneeuw. Klungelig klunen over dwarsliggende bruggen en wegen. Tegen de kou gewapend met handschoenen, ijsmuts en een das voor het gezicht waarop zich aan de onderkant een ijspegel van bevroren waterdamp vormde.

Die schaatsen kocht ik in 1966 bij een lokale fietsenmaker voor de prijs van 100 gulden.  
Dat kapitale bedrag was door de jaren heen door mij, beetje bij beetje, met voorbedachten rade opgespaard. Als 15 jarige dacht ik toen in mijn jeugdige overmoed, dat mijn voeten nog zouden groeien en ik kocht ze daarom een paar maten groter, maat 46. Mijn ambitieus en megalomaan denken werd genadeloos gelogenstraft want ik bleef steken bij maat 43.
Ik heb nooit anders op die noren geschaatst dan met twee paar dikke sokken aan.

In 1978 maakte ik deel uit van de Rijkspolitie Groep IJsselmuiden en we woonden toen in Hasselt. Door de Groep werd een onderlinge schaatswedstrijd uitgeschreven op de korte baan over 100 meter. Dit vond plaats op de ondergelopen uiterwaarden van het Zwarte Water tussen Hasselt en Zwartsluis nabij het gemaal van Van Marle. Het aantal deelnemers was ongeveer 30.  Het ging telkens twee tegen twee en om de snelste tijd van het hele deelnemersveld. Ik reed op m’n Viking noren en won mijn rit maar dichtte mij verder geen enkele kans toe. Ik ben een duursporter, eentje van de lange adem. Onder het genot van chocolademelk en enkele stiekeme Berenburgies vond de prijsuitreiking plaats. Ik hoorde opeens mijn naam noemen en bemerkte tot mijn hilarische schrik en stomme verbazing dat ik de tweede prijs had gewonnen. Dat was de grootste eer die mijn Viking noren ooit hebben behaald.

Jarenlang hebben die noren daarna ongebruikt in de schuur gelegen, bij een latere schaatskans en een nadere inspectie bleek na jaren het leer aangevreten te zijn door winterharde muizen. Oneervol zijn ze afgedankt, na trouwe dienst en jaren van loze aanwezigheid, uiteindelijk veroordeeld tot - en gedumpt in de Kliko anno 2010.

In dat jaar kon er weer eens geschaatst worden en waren we dus genoodzaakt om nieuwe tweedehands noren te kopen. Op een bankje zittend aan de vijver aan de Nieuwe Daarlerveenseweg knoopte ik m’n nieuwe noren onder. Dat was al een hele inspanning.
Er zat van alles in de weg en niet in het minst de schaatsen zelf. Ik stond er nog niet of mijn voeten deden al zeer. Ik schaatste een wankele 100 meter waarbij mijn benen en vooral de voeten heftig protesteerden. Maar weer gauw en angstvallig teruggekrabbeld om mijn vrouw te vertellen, dat de schaatsen, net gekocht, na 100 meter, weer te koop zijn.

Ik ben een liefhebber van schaatsen. Vanaf een altijd beschikbare ereplaats op de tribune volg ik nu de schaatswedstrijden, rechtsvoor op de tweezitsbank - watching television. Schaatsen kan mij uren aan de buis kluisteren.

En als er nu binnenkort ook nog een beetje sneeuw valt dan klopt het winters plaatje helemaal in mijn hoofd en mijn gevoel.

Tot ziens, tot gauw, tot sneeuw, schaatsen en andere winterse omstandigheden.
Laat die winter nu maar komen!

zondag 27 december 2015

Van dromen en het raadsel van onbestemde gevoelens


Zelden droom ik.....
maar als ik dromend wakker schrik....
wil ik weten wat het betekent.
Vijf minuten later....
ben ik alles al weer kwijt.

Ooit zag ik een documentaire over
de betekenis der dromen.
Zo'n droge dromeloog...
zo'n zwaar gecertificeerde zieleknijperd,
kwam vertellen over het geheim der dromen.
Die dromoloog begon z'n betoog met...
dromen zijn vooral.......
...CHAOS...

Ja.. daar worden u en ik nu niet wijzer van.
Ik was er van overtuigd,
dat die dromeloog
loog in zijn betoog
over dromen.

Die dromeloog had zeker de bijbel niet gelezen.
Daar hebben dromen duidelijk profetische betekenis....
worden nader verklaard naar toekomstige waarheden,
waar ik heilig in geloof.

Nu al drie ochtenden achtereen
word ik dromend wakker
Héééle verhalen zijn het
en ... hoe is het mogelijk 
ik weet alles nog.

Zo maak ik, als volwassen persoon,
het goed met een kameraadje uit mijn kinderjaren,
terwijl die nu  al jaren overleden is.

En ik droomde nog VEEL meer ...
en dat ga ik u echt niet verklappen
maar ik wil graag weten wat het betekent.

In deze verdwaasde wereld
zijn er maar weinig verklarende profeten...
en aan zo'n dromeloog
heb ik ook al niets.

Eigenlijk...denk ik, dat ik griep krijg....
...want het was hoofdzakelijk ...
....CHAOS...
in mijn hoofd.

Later... als ik groot ben...
na mijn pensioen eind december.....
word ik misschien wel.....
een DROMOLOOG...
om de werkelijke waarheid te ontdekken,
het onderscheid tussen zin en onzin,
voor het te laat is. 

20150809 Het zit wel snor met m'n snor

Sinds vorige eeuw, anno 1970, siert mijn bovenlip een harige begroeiing, algemeen aangeduid als "snor". Die groei is destijds geheel spontaan ontstaan en het tiert sindsdien welig. Enige kunstmatige bemesting is nimmer nodig gebleken. Vanaf mijn 15e was al ik genoodzaakt om mij soms twee keer per dag te moeten scheren. Bovendien groeit er ook nog andere gezichtsbeharing op de kinnebakken en het geheel noemt men een volle baard. Die baard houd ik tegenwoordig, geheel volgens huidige trend, kort. Mijn snor is daarentegen altijd vol en fors geweest, een redelijke respectabele knevel.

stage Ommen 1976
Met die baard en snor,
op gezicht en rond de mond,
loop ik op deze aardbol
dus nu al 46 jaar  in 't rond.


Baard en snor geven mij status, een gevoel van eigenwaarde, het is mijn image, zo ben ik en zo  ben ik te herkennen voor de buitenwereld.  Het is mijn handelsmerk en het wordt op de duur een deel van jezelf.  Zonder dat ding zou ik mij beschaamd en naakt voelen.
Met mijn snor zit het dus wel snor!



Westerhaar 1982
In het verloop van die harige  46 jaar is de baard er echter drie keer af geweest, zij het steeds voor hele korte periodes. De laatste keer dateert alweer van 1983.


Op een dag besloot ik, waarschijnlijk in een moment van psychische onzekerheid, of misschien wel in een vlaag van verstandsverbijstering, om mijn snor en baard af te scheren. Ik was mij helaas op dat moment onvoldoende bewust van de complete vernietiging van mijn gestaag opgebouwde image. Onze vier koters kwamen, onwetend van deze kaalslag, van school thuis, wierpen een verdwaasde blik op de man, die aan tafel zat en vroegen verschrikt aan mama, wie die vreemde kerel daar wel was.  Ja, dat was even schrikken. Oef.....gelukkig ..... enkele weken later zat hij er al weer vol op.  Sindsdien ben ik steevast  veel evenwichtiger geworden; baard en snor bleven erop, ook al deed de tijdgeest haar slopend werk en roestte hij van zwart via peper en zout naar grijs .

Vroomshoop 1975
Als ik over een baard spreek dan bedoel ik een echte baard. Dat geldt nog meer voor de snor. Die snor is dus mijn statussymbool. Het geeft mijns inziens een typische volwassen mannelijke indruk.  Nee, niet zo'n dun vlassig gevalletje, dat zelfs met enige stimulerende middelen nog niet tot volle wasdom wil komen. Die zwak mentale snorremansen halen hun hele zelfbeeld van mannelijkheid naar beneden.
De start van mijn baard en snor in 1970 viel in de tijd  van de Beatlemania. De Beatles hadden een trend gezet met lang(er) haar en dit vervolgens later uitgebreid met een snor, bij het uitkomen van hun wereldberoemde en nog steeds door mij gewaardeerde LP: "Sergeant Peppers Lonely  Hearts  Club Band". De revolutionaire intrede van langer haar en nota bene ook nog een baard ging binnen ons orthodox denkende ouderlijk - gezin bepaald niet geruisloos. Maar algauw volgden er anderen en het fenomeen groeide uit tot een wereldbreed gevestigde cultuur, die jaren heeft voortgeduurd.

Sinds de intrede van het langere haar gingen kappers andere prijzen berekenen. In mijn stiekeme aanloop naar dat langere haar ging mijn opdracht voor de  kapper: "nou, doe d'r mar veur vief en  zeumtig cent òf" ineens niet meer op. Ik vermoedde dat het thuisfront en de kapper zo mogelijk onder één hoedje speelden. Maar toch liet ik mij het bloempot model niet meer aanmeten.

'k Heb weinig gelift in mijn leven maar die eerste keer, ja, dat heugt mij nog steeds. Ik sta in Almelo langs de Rijksweg 36 en steek hoopvol en angstvallig mijn duim omhoog. Stopt er warempel binnen enkele minuten al een auto.  Het raampje van het linkerportier wordt door de overhellende chauffeur open gedraaid en ik kijk hem met een snelkloppend hart verwachtingsvol aan. Hij vraagt: "Woar meuj hèn?".  Ik antwoord: "Noar Vjenne" (Vriezenveen voor niet -Tukkers) "Oh", zegt ie: "ik dache noar de kapper". Daarna rijdt ie weg, met gierende banden en een bulderende lach, die via het nog geopende raam alle andere verkeersgeluiden overstemt en mij in desolate toestand achterlaat. Nee, liften was niet zo mijn ding.
Eens stond ik in Duitsland te liften.(1971) Ik was daar als Nederlands dienstplichtig militair gelegerd. Ik werd daar, zonder enig aanzien des persoons, meegenomen door een vrachtwagenchauffeur, die me meer dan 100 km' s verder op weg hielp. Dat was probleemloos liften, zelfs met baard , snor en lang haar. Ik voelde mij gelukkig, overtuigd, dat de wereld er toch op vooruit gaat.

Thuis waren we met 6 kinderen waarvan vier jongens, pardon mannen, in leeftijd verdeeld over 22 jaren. Er is zelfs een tijdje geweest, dat we alle vier gesierd waren met een baard.

Het zit dus wel snor met mijn snor. 
Ja, waar komt die uitdrukking nu vandaan?  Er zijn geen publicaties die een directe uitleg geven. Aangetoond is, dat deze uitdrukking voor het eerst is verschenen in een publicatie van de Gelderlander in 1948. Het is oorspronkelijk vermoedelijk afkomstig uit de soldatenwereld en het is daarna overgenomen in de volkstaal. Als synoniemen voor de uitdrukking "het zit wel snor" worden voorgesteld: "dat heeft ponum" en "dat heeft smoel". Creatieve geesten snappen dat vermoedelijk wel... maar ja, eh.... ach, u weet dat vast wel.


Eén van de vele toebedeelde betekenissen van "de snor" is de aanduiding voor een "politieagent" of diender. Kijk, dàt vind ik nou leuk. Dit zou zijn voortgekomen uit het clichébeeld van stereotiepe agenten uit oude Hollywoodfilms. Aan de grootte van de snor, opgepimpt tot een stevige indrukwekkende knevel, in combinatie met een uniform, werd gezag ontleend. In Nederlands is daar ook een sprekend  voorbeeld van, ons aller Bromsnor. Van zijn snor hebben ze later een schrobbezem gemaakt, geloof ik.


juli 2015
Hoe het ook zij en wat er ook gebeurd, die snor hoort bij mij  en hij gaat er "never of nooit niet" af!
En als ik deze wereld eens met gestrekte oortjes verlaat dan hoop ik niet dat ze mij stiekem nog van mijn statussymbool: "de snor" beroven.
Ik overweeg nog of ik dit ook notarieel vast moet laten leggen.
Tot  snor!


bezinning


Op werkdagen tuft mijn boemel door de lieflijke dreven nabij Zenderen en Borne.  Links, rechts, oost en west van de spoorlijn ontvouwt zich een landschap van grazige groene en licht glooiende essenweiden. In de verte onderbreken contouren van kloostermuren de horizon.  Plompverloren staan er ergens, onder de blakende zon, twee rijzige bomen, geheel omgeven door groen gras. Tussen deze bomen in, onder de slagschaduw van het overlopend bladerdak, staat een van bakstenen opgetrokken kapelletje. Met daarbij  onmisbaar een crucifix, Jezus aan het kruis, waterbestendig onder een afdak.

Het staat er allemaal ver weg van de drukte van de woelige wereld, een rustpunt, een punt van bezinning. Een plek waar jij je even terug kunt trekken en je kunt overgeven aan devotie en emotie van gedachten en gevoelens om met God en jezelf in het reine te komen. Ik begrijp de bouwers.

Maar weet u wat nu zo vreemd is? Het heeft geen toegangsweg. Geen uitgesleten looppad, die een regelmatig gebruik aantonen. Alleen groeiend gras rondom. De kloosters hebben een andere bestemming gekregen, de kloosterlingen zijn vertrokken en het kapelletje wordt kennelijk niet meer gebruikt. Er is geen tijd meer voor bezinning en de mensen storten zich in onbezonnenheid in de wereld van het optimaal consumeren van alles wat de wereld te bieden heeft in sex, drugs, rock and roll en materialisme.

Mijn punt van bezinning op werkdagen ligt in de ongestoorde stilte van frisse en fruitige morgens tussen 6 en half zeven.  De bladwijzer bepaalde mij vandaag bij Hebreën 12:14 en ik begon te lezen:
“Streef er naar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven, wie dat niet doet zal de Heer niet zien.”
………… en……. ik viel gelijk stil en allerlei gedachten overvielen mij.

Wat een inspiratie voor de dag. Maar daar zit zoveel meer in:   erkenning van God , toewijding aan God  en medemens, levensheiliging, gebod en verbod en sanctie voor de achteloze.

Iedereen, die dit hoort of leest, zal zich nooit meer kunnen onttrekken aan zijn persoonlijke verantwoordelijkheid, die hij heeft ten opzichte van God en samenleving.

Goedemorgen Nederland, een fijne dag nog en…eh……  maak er wat van vandaag!

donderdag 24 december 2015

20151224 Ik hou van jou


Eén van de meest mooie maar vaak ook meest moeilijke bekentenissen, die een ieder zijn leven hoopt uit te spreken is wel het:

Ik stond bij de bushalte bij CS Almelo. Steeds meer mensen dromden samen en scholen voor de regen onder het afdak. Komt er een schone en parmantige jongedame trippelend aangestapt. Moedig trotseert ze wind en regen en ze loopt zelfverzekerd, enigszins hooghartig, met het neusje in de wind, al bellend naderbij met een GSM aan het oor. Aldoor luid pratend, nestelt ze zich, zonder enige schroom, tussen de wachtende regenschuwe en zwijgende meute.

Ze geeft de persoon aan de andere kant van de lijn door, dat ze met de bus komt, hoe laat ze thuis is en wat ze van plan is te eten. Ze sluit vervolgens het gesprek af met een luid hoorbaar en overduidelijk: "Ik hou van jou!”

Naast mij staan een paar mensen, die elkaar daarbij eens stilzwijgend aankijken en er verschijnt een brede vermakelijke en begrijpende glimlach op de gezichten. Ik had niet bepaald het idee, dat parmantige Truus met haar moeder belde.

Wat mooi hè ….en eh…. misschien een tikkeltje vreemd, dat je zo onbevangen en onbevreesd je diepste gevoelens kunt uiten en je daarbij van de hele wereld niets aantrekt. Deze publieke uitbundigheid van gevoelens ontbeer ik en ik sta daarin niet alleen, denk ik.

Op werkdagen ga ik om 06.45 uur de deur uit. Voor ik wegga, loop ik even naar boven waar mijn vrouw nog lekker ligt te slapen. Ik geef haar een kus en zeg: “Ik hou van jou”. Dat is iedere keer weer welgemeend en dat geldt al ruim 42 jaar. 

In de stilte van die beslotenheid ben ik daar ineens heel uitbundig en oprecht en voel ik mij zelfs voldaan overmoedig.
Op deze bescheiden en schriftelijke wijze geef ik heden publiekelijk, hier en nu, kennis van dit heuglijke feit, dat voor mij de moed erin houdt.

Een sterk gekoesterde wens en hoop van ons beiden is, dat we nog lang bij elkaar mogen blijven. Zo lang God het ons vergund.


En zoiets moois ........ dat gun je toch iedereen.

Om de ware liefde te leren kennen
moet je wel  op zoek. 
Je moet het zoeken om te vinden 
en je moet zelf wel gevonden willen worden. 
Je kent jezelf
 en je vraagt je misschien af
wie jou nog wil.

Zoek God ten tijde, dat hij zich nog laat vinden.

Hij kent jou en neemt jou zoals je bent!

Omdat Hij je lief heeft!









20151224 Jezus - licht in de wereld


Vorige week kwamen we op een middag thuis om 17.15 uur. Buren stonden met elkaar te praten in het donker, zonder straatverlichting. De huizen in onze straat waren ook  in duisternis gehuld. De stroom was door nog onbekende oorzaak uitgevallen. Na een haastig telefoontje verschenen er drie auto's van de energiemaatschappij en door monteurs werd er hard gewerkt om de schade op te sporen. Pas om 23.40 uur ging plotseling de verlichting weer aan.

Meer dan 6 uur waren we van het licht verstoken geweest. Met in der haast gekochte zaklantaarns gingen we in het halfduister voorzichtig door het huis. Ondertussen in gespannen afwachting om verlost te worden door het licht.
Samengestroomde buren maakten wat voorspelbare grapjes; 
Dit zou een generale repetitie zijn voor kerstavond volgende week.

Op dat moment werd mij opeens wel heel duidelijk hoe gewend wij zijn aan - en hoe verwend wij zijn met energie en alles wat daarmee samenhangt.
Wij zijn er voor het dagelijkse leven eigenlijk totaal van afhankelijk zonder dat we daarbij stilstaan. De hele economie en ook ons persoonlijk gerief drijft op een kurk, de kurk van de "energie." Ons leven loopt nu eenmaal bij de zegen van een onophoudelijke Energiebron.

Als de "energie" taant of faalt dan heeft de samenleving een probleem, een crisis.
Als het onszelf aan energie ontbreekt zijn we futloos, hebben we een dip of zelfs een burn-out.
Na de zomer worden de dagen korter en wint de duisternis wat terrein ten koste van het licht. Dat vraagt dan extra energie van mens en maatschappij.

Als het donker wordt  in ons leven moeten we op zoek naar de oorzaak. Net als die monteurs moeten we op zoek naar het lek om de kink in onze kabel op te sporen.
Zelfonderzoek is nodig, je afvragen hoe je in het leven staat. Hoe we tot God en onze naaste staan.

Maar deze dagen gedenken we, de komst van  Jezus.

Hij heeft ons storend lek gevonden en gedicht en zo de verbinding met de Vader hersteld.

Door zijn komst werd het weer licht in de wereld.

Jezus geeft ons weer energie om door te gaan met ons leven.

Die energie van Jezus geeft ons weer moed, hoop en kracht voor een compleet nieuw jaar.

zondag 20 december 2015

20151220 De Irakese baptist

Enkele jaren geleden sprak ik “ambtshalve” een man van buitenlandse origine. Hij zat in de eerste fase van het zogenaamde  voorarrest omdat hij verdacht werd een misdrijf te hebben begaan.

De politie doet onderzoek en gaat uit van feiten en hoort de verdachte. In de periode dat je met de man in gesprek bent leer je hem wat beter kennen. Je moet nuchter en realistisch naar de kale feiten kijken maar het is ook een kwestie van gevoel en intuïtie.

Hij was een gevluchte Irakese baptist. De verdenkingen tegen hem waren niet zo sterk en ik wist uit ervaring dat hij, zonder aanvullend bewijs, de volgende fase van het voorarrest niet zou halen. Uit zijn verhoor durf ik te zeggen, dat ik hem wel geloofde. Mijn intuïtie zei me dat hij eerlijk was en ik herkende in hem een medechristen.

Hij was overtuigd dat hij met de hele zaak niets te maken had en hij vroeg zich af waarom hem dit nu toch overkwam, na alle ellende die hij al had meegemaakt. Het was een heftig en emotioneel gesprek, met veel tranen en heftige gebaren.

Hij kwam uit Zuid Irak waar zich een redelijk grote geloofsgemeenschap van baptisten bevond. Deze geloofsgemeenschap van baptisten houden zich allemaal bezig met de handel. Een vak, dat ze, in de verre historie, geleerd hebben van de Joden. Dit beroep wordt van vader op zoon overgedragen. Dat gold ook voor hem. Zijn opa had het aan zijn vader geleerd en hij had het van zijn vader geleerd en nu leerde hij het weer aan zijn inmiddels volwassen zoon.
Hij had in Irak de lagere school gevolgd, daarna het voortgezet onderwijs. Daarna is hij in de zaak van vader gaan werken. Als hobby studeerde hij daarnaast jaren psychologie aan de universiteit van Basra.

Maar toen begon de oorlog met Perzië (Iran) Hij moest het leger in en heeft twaalf jaar gevochten in die oorlog. Zijn vrienden, die met hem in de oorlog gingen zijn allemaal dood. Hij vroeg zich af waarom hijzelf niet dood was en waarom hij het wel had overleefd.

In dat heftige verhaal sprong hij op vanuit zijn stoel en trok zijn broekspijp omhoog. Hij wees een plek aan waar ik een rond litteken kon zien met een doorsnee van ca. 3 a 4 cm. Onmiskenbaar een litteken van een kogelwond. Vervolgens trok hij zijn overhemd omhoog tot onder de kin en toonde een soortgelijk litteken op een plek net boven waar het hart zit.
Hij wees de plek aan zei:  “Ik had dood moeten zijn”

Nadat hij al een paar jaar in Nederland was kwamen verdrongen herinneringen boven, die zich tot een oorlogstrauma ontwikkelden. Dit noodzaakte hem om  de hulp van een psychiater in te roepen.

Na de oorlog kwam de verharding, verdrukking en vervolging van de christenen/baptisten. Gezinnen werden thuis overvallen, mannen vermoord en de vrouwen verkracht.
Dit noopte hem ertoe om zijn huis, zijn zaak en auto te verkopen voor meerdere tienduizenden dollars. Dit geld is helemaal opgegaan aan de vlucht.

Al eerder waren andere gezinsleden en familieleden gevlucht. De meesten in Nederland en enkelen in Scandinavië.  Ze hadden gekozen voor Nederland omdat bij hen in Irak algemeen bekend was, dat Nederland het meest eerlijke rechtssysteem heeft. (zegt hij)

Eenmaal in Nederland heeft hij met zijn gezin een paar jaar in een asielzoekerscentrum doorgebracht. Daarna werd hem zijn vluchtelingenstatus toegewezen en kreeg hij een woning.  Omdat het ondernemerschap in zijn bloed en cultuur zit heeft nu weer een zaak opgestart in een mooie winkelstraat in een mooi Nederlands provinciestadje.

En nu overkomt hem dit! Hij vroeg zich af hoe dat nu kan en waarom. Hij was ten einde raad. Hij was niet bang voor ons of voor wie dan ook. Hij voelde zich wel verantwoordelijk voor zijn gezin en verdere familie.
Hij zag zijn onmacht om zijn onschuld aan te tonen. Hij gaf meerdere keren aan dat hij baptist was en daarbij keek hij ons vragend aan. Hij wilde daarbij kennelijk duidelijk maken dat dit norm was voor zijn denken en het garantiebewijs voor zijn eerlijkheid en of wij dat begrepen natuurlijk. Ik was in ieder geval van harte bereid om hem te geloven maar wij moeten ons aan de feiten houden.

Hij kwam tot de conclusie dat hij op de proef werd gesteld door God. Hij dacht zelfs dat hij voor jaren de bak in ging en zat te huilen met zijn hoofd in handen. Dat verleidde mij tot een minzaam glimlachje want dan kent hij het Nederlandse rechtssysteem toch nog niet zo goed. In tolerant Nederland wordt je voor het strafbare feit waarvan hij werd verdacht als First - offender hooguit tot 3 maanden veroordeeld. 

Toen hij daar zo in zak en as zat vroeg ik hem of hij het verhaal van Job kende.  “Job, Job … Job… ahhh Eyup bedoelt u? “ We hebben gesproken over Job ( Eyup in het Arabisch), hoe rijk die was, een mooi gezin had en alles, alles kwijtraakte en zelfs ook nog ziek werd. Job werd ook zwaar op de proef gesteld.

Maar je moet net als Job altijd op God blijven vertrouwen al raak je alles kwijt wat je lief en dierbaar is en al laten je vrienden je ook nog in de steek. Uiteindelijk is het voor Job op basis van dat vertrouwen helemaal goed gekomen en heeft hij alles en nog meer teruggekregen.

En zo zei ik tegen hem, ook aan jouw ellende komt wel weer een eind!
We zijn met een hartelijke en welgemeende handdruk uit elkaar gegaan.
Later hoorde ik dat hij de volgende dag al weer vrij rondliep op Neerlands tolerante bodem.


woensdag 16 december 2015

20151216 ‘t Klokje

Er zit een klokje, een klokje in mijn hoofd. 
Dat klokje tikt de tijd van mijn leven weg.
Dat klokje heeft niet de exacte nauwkeurigheid van de Europese atoomklok die, ontbloot van menselijk gevoel, 
de tijd koud en technisch wegtikt.



Dat klokje in mijn hoofd kent mijn gevoel en omstandigheden, voelt feilloos onderhuidse en nog niet erkende spanningen aan.

Dat klokje in mijn hoofd kent geen klepel of weet niet waar die hangt en wordt niet aangedreven door een minuscuul en tijdgebonden batterijtje maar ontvangt stille stroompjes uit mijn bruisend brein.

Het klokje in mij, is van mij….. maar werkt als een onwillekeurige spier waar ik geen directe invloed op kan uitoefenen.
Dat klokje in mijn hoofd steekt de atoomklok naar de loef en doet diens digitale wijzerplaat van jalousie kromtrekken.

Iedere werkdag zet ik de elektrische wekker maar aflopen doet ie eigenlijk nooit.
Het klokje in mijn hoofd doet mij dagelijks tussen een kwartier tot één minuut voor de ingestelde tijd ontwaken.

Dat klokje in mijn hoofd heet een biologische klok te zijn. Het is een aangeboren mechanisme die periode - gevoelige functies regelt. Het regelt bij mij het dag - en nachtritme en bij vrouwen doet het ook nog andere dingen.

Dat klokje voelt mij aan en schiet in de stress bij spanningen en dan raakt het mechaniek verstoord. Dat klokje in mijn hoofd huist in mijn hersenen en zetelt in de hypothalamus en controleert mijn autonome zenuwstelsel en regelt ook mijn temperatuur.

Nu maar hopen, dat het klokje "Hypo" zich aanpast en komend jaar de juiste pensioengevoelige temperatuur aangeeft zodat ik dan niet iedere dag automatisch om één voor zes wakker wordt.

Nog maar even doorbijten.

Nog effe pokkelen dus!

(eind december pensioen)

dinsdag 15 december 2015

20151214 Politicus van het Jaar: Wilders


 
Hoe is het mogelijk?
Ik ben met stomheid geslagen.
Wilders ?!

 Eerdere aankondigingen had ik wel opgemerkt en ik hield het daarom goed in de gaten onder het bereiden van de avondmaaltijd; De verkiezing van de beste politicus van het jaar 2015 is op de TV.

Meerdere fractievoorzitters waren aanwezig en ogenschijnlijk ontspannen. Via enkele prikkelende vragen presenteerden ze zich en poetsten zo hun blazoen en beleid aan het Nederlandse volk nog een beetje op.
Heel even nog wat gekissebis tussen Wilders en Buma, ze speelden een potje politieke tennis vanaf de baseline en er wordt wat heen en weer geslagen. De kibbelende kinderen worden door pa - reporter van hun spelletje teruggeroepen.

Eindelijk is het dan zover.
Het is niet de genomineerde Halbe Zijlstra.
De overgebleven twee  kandidaten kijken elkaar eens vragend en onzeker aan.
Het verlossende woord wordt zo lang mogelijk opgerekt......  het lijkt zowaar The Voice of Holland wel.

En dan...., het wordt:              WILDERS !     

Nota bene het enfant terrible van de Nederlandse politiek
Ik ben werkelijk met stomheid geslagen. Hij is gekozen met 37.000 stemmen, een kwart van de uitgebrachte stemmen. Als nuchtere Nederlander, die in staat is om goed en logisch te kunnen nadenken dacht ik, dat het zeker Jesse Klaver van Groen Links zou worden.
Zelfs als CU stemmer kan ik dat begrijpen.

Ik ben geen politiek dier. Ik heb wel een mening en een voorkeur.
Het succes van Wilders, als gevestigd Kamerlid, bestaat m.i.  bij de gratie van de proteststemmer. Wilders durft wat te zeggen en hij doet dat op zijn manier. Dat spreekt ontevreden mensen wel aan.

Hij speelt zich bij gelegenheid, innerlijk verkneukelend, in de kijker door confronterende onparlementaire kretologie, een blatende blaaskaak, die al de nodige relletjes heeft veroorzaakt. Het zou hier te ver gaan om ze allemaal op te noemen maar z'n laatste is "nepparlement".
Die kreet staat m.i. haaks op zijn verkiezing.
De vraag is of zijn voorstemmers dat ook weten.

 Wilders is op Nederland gericht. Zijn internationale solidariteit en naastenliefde houdt kennelijk bij de landgrenzen op. Hij ontbeert enig empatisch vermogen voor "de vluchteling".

Hij ondergaat zijn verkiezing heel gelaten en bedankt correct zijn stemmers.
Hij staat daar en hij doet mij qua uiterlijk denken aan de buste van Beethoven met zijn haardos.  Ik prefereer toch de muziek van Beetoven.
Wilders is een politieke eendagsvlieg, die al aan zijn derde dag begint.

Je moet er toch niet aandenken, dat Wilders ooit minister-president zou worden.
President van zijn zelfbenoemde  nepparlement. Dan raakt Nederland volledig geïsoleerd.
Zal hij ooit in staat zijn om een regering te vormen en daarvoor voldoend bekwame en onkreukbare personen vinden?

Rustig, kalmte kan je redden!  Een kwart van de stemmen betekent driekwart niet!

Straks, een poosje verder, dan is Nederland weer ontnuchterd.
Dan gaat het zoals nu in Frankrijk. 
De ene dag succes, en dan weer terug naar AF.


Monopoly in politiek. Sterker nog: politiek is Monopoly.

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...