dinsdag 2 oktober 2018

Boerderij ‘De Grooten’ op Monumentendag


 Gert Pape, Historisch Museum Vriezenveen

Zaterdag 8 september was de jaarlijkse Nationale Monumentendag. We besloten om boerderij ‘De Grooten’ met een bezoek te vereren. Enige kennis van dat pand had ik vooraf opgediept uit de dorpskroniek: ‘Ken uw dorp en heb het lief’.

‘De Grooten’ is gelegen aan de noordzijde van het Westeinde. Hij ligt wat verscholen achter een ruime voortuin en onder de schaduw van een enkele grote eikenboom. Vroeger stonden er veel meer bomen aan weerszijden van de straat. Bomen met overhangende takken, vol van lover, zorgden samen voor een gesloten bladerdak. Voor het oog ontstonden er zo groene poorten met fraaie beelden van Vjeanse taferelen. Beelden als waren het schilderijen, die we alleen nog kennen van oude ansichtkaarten en die Vjenne de aanduiding van ‘Het groene dorp’ bezorgden.

Bouw, restauratie en inrichting
We betraden de boerderij aan de voorzijde en vanaf de eerste meter was het één en al verbazing. Vanuit ons huidige beeld van moderne woninginrichting met vernieuwende duurzame spitsvondigheden werden wij pardoes een eeuw teruggeworpen in de tijd.
De boerderij is na de grote brand van 1905 herbouwd. De zorgvuldig samengestelde inrichting van de boerderij ademt oprechte oudheid uit met de warme sfeer van ouderwetse gezelligheid maar is wel van alle moderne gemakken voorzien; een goede, niet storende combinatie van vroeger en nu. Als passant heb je geen idee wat er achter die gevel aan historische waarde verscholen ligt.

Op deze dag geeft de boerderij haar geheimen prijs, mogelijk gemaakt door de huidige bewoners, Frits en Rina Jonker. Sinds de aankoop van het pand in 2004 hebben zij voortdurend gewerkt om de boerderij zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Dat omvatte een herinrichting van keuken en kamer. Een kale windveer werd weer voorzien van de oorspronkelijke sierlijsten.

De deel is voor bewoning ingericht en voorzien van oude gebruiksvoorwerpen, die zijn verzameld en aldaar zijn uitgestald. Buiten is een werkende waterput gebouwd op een aangeboorde waterwel.

Achter de woning ontdekten we tot onze verbazing in één van de bijgebouwen een oude ambachtelijke timmermanswerkplaats, compleet met toenmalige in gebruik zijnde gereedschappen.
Boerderij, bijgebouwen en erf vertellen ons een stukje Vriezenveense geschiedenis van het leven van begin vorige eeuw. Die waarde is jaarlijks zichtbaar voor het publiek door de openstelling op Open Monumentendag. Dit jaar alweer voor de 10e keer.

Historie
De boerderij, althans de bedoelde locatie of ‘huusplaatse’ bestaat al meer dan 310 jaar. De adressering was eerder wijk IV - 536 en vanaf 1957 is het Westeinde 158.
Uit een testament van 1717 zijn als eerste eigenaren bekend Berend Engberts en Aaltje Jansen Dodde. Na hen volgden nog een aantal eigenaren. In 1797 verkochten de erven van de toenmalige eigenaar de boerderij aan Frederikus de Groot. Hij wordt dan eigenaar van: "huis, schuur en twee akkeren opgaans" en een part van de tegenover gelegen rosmolen.
Deze de Groot had drie zonen: Egbert (1786 - 1847) en Jan (1795 - 1854) die beiden vertrokken naar Rusland en daar in de handel gingen. Ze bleven beiden ongehuwd en keerden later naar hun geboortedorp terug. Van het vergaarde vermogen werd rond 1850 een voor die tijd deftige boerderij gebouwd waarvan de huidige schuur met kookhuis nog de restanten zijn. Een andere zoon Hendrikus is op de ouderlijke woning blijven wonen. De huisnaam De Grooten komt van deze familie de Groot.

woensdag 19 september 2018

Professor dr. H. Entjes en 't Vjeans


Dit jaar is  het 50 jaar geleden dat prof. dr. H. Entjes summa cum laude  promoveerde aan de universiteit van Münster met het proefschrift :  "die Mundart  des Dorfes Vriezenveen in  der Provinz Overijssel".

Dit betreft een structuurhistorisch opgezette dissertatie waarin aangetoond wordt dat Vriezenveen een dialecteiland is gebleven, met een op het Westfaals gebaseerde taal die ooit in heel Twente werd gesproken. Het was het imponerende sluitstuk van zijn al eerder in een reeks artikelen uitgedragen opvattingen over de taalgeschiedenis van Oost-Nederland, waarbij hij ook historische aspecten betrok.

Een keerpunt kwam voor Hendrik Entjes in 1960 - hij was destijds leraar Nederlands in Zwolle - toen William Foerste hem vroeg lector Nederlands te worden aan de universiteit van Münster. Foerste haalde hem ook over om te promoveren. Naar een onderwerp hoefde Entjes niet lang te zoeken: het proefschrift zou over het Vriezenveens gaan, het meest oorspronkelijke en meest conservatieve van de Twentse dialecten, dat in de taalgeschiedenis van Oost-Nederland een heel aparte plaats inneemt. Acht jaar lang heeft een groepje Vriezenveners, in samenwerking met Entjes, daarvoor woorden en uitdrukkingen in het dialect genoteerd. Het conservatisme van het Vriezenveense dialect schrijft Entjes toe aan het feit, dat de mannen veel van huis waren (handel in zaden, kleding, enz.) en gemeenschappen van vrouwen minder aan taalverandering onderhevig zijn; vooral ook doordat vrouwen minder ver van huis gaan. (destijds)

In 1964 werd Entjes het hoofd van de lexicografische afdeling van het Nedersaksisch Instituut aan de Groninger universiteit. Hij wijdde zich aan allerlei onderzoek. Zo bracht hij in 1969 o.a. een Woordenboek van het Vriezenveens uit.

Helaas kwam dit werk niet verder dan het eerste deel. Entjes wilde van dit woordenboek een leesboek maken. Daartoe ordende hij de woordenschat in systematische velden die hij onderbracht in een ‘verhaal’. Het Vriezenveens bleef hem boeien.

In 1970 verscheen in Den Haag zijn "Omme sonderlinge lieve toe den vene". Over de geschiedenis en het volksleven van Vriezenveen.

Het werk van dr. H.Entjes blijkt van grote waarde voor de identiteit van het unieke Vjeanse dialect. De bevestiging van  dat feit vindt men terug in de visie en missie van het beleidsplan van Oude Vriezenveen:
"De voormalige gemeente Vriezenveen heeft een rijke ontstaanshistorie, een unieke taal en in het (heden en) verleden ondernemende inwoners. Dit verleden wordt gekenschetst door onder meer de veen- en ruilverkaveling, de "Rusluie" en de textielindustrie. Deze historie dient vastgelegd te worden en, waar mogelijk, zichtbaar gemaakt te worden. De historie heeft invloed op de cultuur van Vriezenveen, wat onder meer tot uitdrukking komt in de Vriezenveense taal, het Vjeans. Dit komt tot uitdrukking in o.a. de nalatenschap (proefschrift) van Prof. H. Entjes, terug te vinden in het documentatiecentrum van het museum".

Memorandum
Hendrik Entjes is geboren in 1919 te Rheine (Westfalen). Toen hij drie jaar oud was verhuisden zijn ouders naar Vroomshoop waar zijn vader een elektriciteits- en loodgietersbedrijf met winkel opbouwde. In 1938 werd hij onderwijzer en in 1946 leraar Nederlands; bevoegdheden verwierf hij aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag en de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1974 werd hij benoemd als hoogleraar Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Die leerstoel heeft hij tot zijn emeritering in 1982 bezet. Entjes, overleed op 8 mei 2006, bijna 87 jaar oud, in zijn huis in Nieuwleusen.

dinsdag 18 september 2018

20180918 Prinsjesdag en toekomstplannen

Op Prinsjesdag krijgt Nederland te horen
wat u komend jaar verwachten mag
van wat u straks nog kan bekoren
of uw gemoedsrust zal verstoren.

 
De toekomstplannen van de regering worden onthuld
hoe het financieel-economisch plaatje wordt ingevuld
en uitgebreid gepresenteerd wordt aan ‘t grote publiek.
Verhulde plannen verleden week voortijdig al uitgelekt
hadden al vragen van veel verwondering gewekt
en menige partij uitte meteen al hun kritiek.

Een overschot van wel tien miljard
op de gepresenteerde miljoenennota
van Wopke Hoekstra eerste begroting
De financiële toelichting, nog niet uitgesproken
en het volgend debat hebben we nog niet gehad
maar elke partij wil daarvan nu al zijn part
dat wordt weer een hele hachelijke vertoning.

Elke maatschappelijke klasse gaat er wel op vooruit
krijgt van de regering een beetje inkomenswaardering
maar men is beducht op het zoemende gerucht
voor de kans op een nieuwe financiële crisis
door Brexit en/of een handelsoorlog
dat lijkt reëel en dat is voorwaar niet mis.

Ach…. u weet toch wel …..
hoe 't in Nederland toe gaat
over politiek raakt men nooit uitgepraat.
wat en hoe je het ook doet,
je doet het toch nooit goed
en eh….. vindt u het goed,
dat ik het hier vandaag maar bij laat………….?!

vrijdag 14 september 2018

20180914 In balans met God en onze naaste

Op een leven in absolute balans  
maakt men maar bijzonder weinig kans
dagelijks leiden allerlei situaties  
tot persoonlijke frustraties.
Om die moeiten te willen vermijden 
moet men wel een eenzaam leven willen leiden.

In die rust van stilte en eenzaamheid 
voelt men zich dan van dagelijkse druk bevrijd.
Ver weg van al die drukte en melee 
voelt men zich dan een poosje wel tevree
Maar na lange tijd zo helemaal alleen 
mist men toch weer de mensen om zich heen.

Je kunt problemen nu eenmaal niet ontvluchten;
Krijg jij veel zorg en moeiten te verzuchten
dan moet  jij gewoon wat vaker jouw hart luchten;
en als jij in gesprek met iemand anders gaat
gewoon zeggen waar het volgens jou op staat.
discussiëren kan jijzelf wel door ervaring leren.

De mens is een sociaal dier
vindt in en bij elkaar zijn levensplezier;
ongedwongen omgang voelt 't meest vertrouwd
met  zijn naasten waar hij toch zoveel van houdt.

Moeiten zijn ook dan niet altijd te voorkomen
en heeft 't leven een zware vlucht genomen
kan hij zijn naaste vragen mede zijn last te dragen
maar bovenal  heeft hij zich te schikken in zijn lot
hem ongevraagd zo maar toebedeeld door God.

God gaf Jezus, zijn eniggeboren Zoon
aan de zondige mens onverdiend  tot loon
door zijn smadelijke dood aan 't kruis
haalt Hij de zondaar uit genade voor eeuwig thuis.

Als we 't goede en 't kwade leren te accepteren 
lopen we in ons leven met Jezus de meeste kans
op een leven hier nu al enigszins in balans.

woensdag 5 september 2018

1918 Repatriëring van de laatste Rusman



Gert Pape
Historisch Museum Vriezenveen
Het is dit jaar een eeuw geleden, dat John Jonker na het uitbreken van de Russische revolutie, vanuit Sint Petersburg terugkeerde naar zijn geboortedorp Vriezenveen.

John Lambertus Jan Jonker werd in 1896 geboren te Vriezenveen waar hij ook overleed, op 67 jarige leeftijd. Hij was een telg uit een oud Vriezenveen koopmansgeslacht. Zijn vader Johannes Frederik Jonker was in 1888 één van de oprichters van de Damast fabriek: firma de Lange en Jonker. Na de dood van zijn vader (1943) zette John, samen met broer Jan (Jannes) het bedrijf voort, dat op de plaats stond waar nu de Jumbo is gevestigd.

De Vriezenveense fa. Kunst te Sint Petersburg zocht een opvolger. Via zijn vader werd John hiervoor benaderd. Voor John een onweerstaanbare uitdaging. Hij was al eens eerder in Sint Petersburg geweest. Een jaar later (1917) ging deze 21 jarige jongeman dus weer. Zijn verhaal is bittere ernst maar laat zich lezen als een spannend boek;

"De eerste reis was al een onderneming. Voor het reizen door Duitsland in de WO I hadden we een speciale pas. In de trein begon het al: Wo fahren Sie hin? “Nach Rusland” zei meneer Engels in heilige onschuld. Wo hin”? “Nach Rusland! ”Eingesperrt!” snauwde de man en daar gingen we dan, tussen een paar soldaten in met de bajonet op het geweer. We werden in een cel gestopt en in een bad en tenslotte ondervraagd en …...weer vrijgelaten. Via Zweden reisden we door naar Sint Petersburg.

De tweede reis, ging ik dus alleen. Iedereen verklaarde me voor gek. Per boot ging ik naar Gothenburg. Een riskante onderneming. Ik was jong en ondernemend. Ik zag het gevaar wel maar ik wilde het niet zien. We voeren dwars door mijnenvelden waarbij er één werd stukgeschoten, die de neiging vertoonde ons àl te dicht te naderen. We werden gepaaid door een onderzeeër, waarbij we met kloppend hart wachtten tot onze paspoorten waren gecontroleerd, maar we mochten doorvaren en tenslotte kwamen we in Gothenburg aan. In Stockholm kreeg ik een nieuwe pas en zonder verdere problemen arriveerde ik tenslotte in Sint-Petersburg. Daar mocht je beslist geen Duits spreken, anders zat je direct in de gevangenis. Russisch kende ik een wel beetje maar ik heb het daarna heel snel geleerd.

Sint Petersburg was in 1917 een levendige stad van drie miljoen inwoners, een wereldstad maar niet te vergelijken met deze tijd. De straten waren bijvoorbeeld geplaveid met hout. De hòòfdstraten dan, de andere helemaal niet. Jazeker, ook de Newski Prospect. Het was er dan ook altijd een grote smeerboel.

Later, tijdens de revolutie, lagen er overal kadavers op straat van paarden die nauwelijks meer opgeruimd werden. Geen wonder dat er ziekten uitbraken. Ik heb er een Cholera epidemie meegemaakt waartegen door niemand iets werd ondernomen. Wagens vol lijkkisten trokken dagelijks door de straten, geen opwekkend gezicht, dat verzeker ik u. Ik ben er gebleven tot december 1918. Langer ging niet. De handel lag toen nagenoeg stil. Er was niets meer te doen en wij brachten de dag door met kaarten. Veel Nederlanders vertrokken doch een groot aantal bleef; het ging niet aan, de boel zomaar in de steek te laten. In augustus 1917 begon de revolutie. We namen het niet al te serieus. Bovendien werd verteld, dat de buitenlanders zouden worden beschermd.
Vooral 's avonds was het buiten riskant. Om de nodige contacten te onderhouden met Nederlanders zo sloop ik dikwijls langs de huizen op weg naar een kennis of vriend. Vaak werd ik aangehouden maar mijn buitenlandse pas was voldoende om een vrije doorgang te verkrijgen. Je liep risico, vanuit een hinderlaag te worden beschoten, wat ook meermalen gebeurde. De toestand verergerde en tenslotte mochten ook buitenlanders geen bescherming meer verwachten.
Nu, werd het de hoogste tijd om uit eigen lijfsbehoud naar Holland terug te keren. Op een valse pas als Zwitsers gezant ben ik veilig de grens over gekomen. Voordien heb ik nog één nacht gevangen gezeten. Ik hoorde die nacht op de binnenplaats herhaaldelijk schieten. Dat waren gevangen, die werden gefusilleerd. Toen ik werd vrijgelaten stond meteen mijn besluit vast. Ik ging!

Na de revolutie werden alle Nederlands bezittingen in beslag genomen en eigendom van de nieuwe Russische staat. Daarmee kwam een einde aan de zakelijke ondernemingen van de Rusluie, die daar gedurende twee eeuwen in Sint Petersburg waren opgebouwd.



Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...