Op Facebook heb ik mijn
profielfoto vervangen door een hedendaagse foto van mijn vrouw en mijzelf. Het
is een soort ontspannen staatsieportret geworden. De foto is afgelopen zondag genomen en we
staan er netjes op. Beiden keurig gekleed en ik draag een wit overhemd en de
traditionele stropdas.
Dat statige strakke
stroppie draag ik iedere zondag. Het behoort tot mijn standaarduitrusting op de
dag des Heren. Achter de dracht van dat strakke stroppie, zit heel verholen,
meer status dan enkel de knellende en benauwende band, zoals die door naar meer
lucht en vrijheid happende personen, wordt ervaren.
De stropdas en de
klassieke zondagse kledij heeft onder het onder de liturgische vernieuwing van welluidend
en welgemeend halleluja geroep, afgedaan en is vervangen door de open boord en een
reeds bij aankoop opzettelijk versleten spijkerbroek.
Jarenlang was ik
ouderling in de kerk en dan zat je, als toonbeeld
van gezag en respect, voor het oog der gemeente, keurig gekleed vooraan in de kerkbank.
Ik stam nog uit de tijd, dat het ouderlingschap inherent was aan de aanschaf
van een zwart pak met wit overhemd en een stemmige stropdas. Zo werd de
bevestiging in het ouderlingschap voor velen ook nog een redelijke financiële
inspanning.
Maar ik hoor u nu al
denken: "Maar dat is toch vreselijk
ouderwets. De tijden en inzichten zijn veranderd en het hoeft nu allemaal niet zo
formeel. Het gaat niet om de vorm, de buitenkant maar om de binnenkant, het
hart."
Ja, dat is zo en het mag nu van mij ook best wel een beetje luchtiger maar ondanks al die vernieuwing van visie op geloof, cultuur, traditie en beleving, zeg ik: "mijn statige strakke stroppie......die blijft er, wat mij betreft, wel in."
Ja, dat is zo en het mag nu van mij ook best wel een beetje luchtiger maar ondanks al die vernieuwing van visie op geloof, cultuur, traditie en beleving, zeg ik: "mijn statige strakke stroppie......die blijft er, wat mij betreft, wel in."
Maar ....hoe zit dat dan
nu toch met dat strakke stroppie;
Uit onderzoek in openbare
bronnen op het internet blijkt, dat de senatoren van het oude Rome al een soort
halsdoek droegen, de Fascali genaamd. Een das om hun nek om hun stembanden warm
te houden tijdens de lange redevoeringen. Dat dragen van de Fascali groeide uit
tot een symbool van status en macht. Dat gebruik werd door anderen overgenomen.
Weer later zijn er in landen als Duitsland en Engeland zelfs wetenschappelijke
studies op universitair niveau uitgevoerd waarin de status van de stropdas
onderwerp van onderzoek was.
Een man met een
stropdas werd maatschappelijk hoger gewaardeerd en zo kreeg hij een betere baan
en een hoger salaris. De stropdas ging behoren tot de standaarduitrusting van
uniformen van gezagsdragers, zoals politie en militairen. Het werd een traditioneel
kledingstuk bij officiële gelegenheden en bij sollicitatiegesprekken. De
stropdas kreeg zo status en macht. Die status en macht staan nu ter discussie
en men hunkert naar de bevrijding van de knellende band.
Heel toepasselijk en bekend
is de toespraak van Prins Claus uit 1998 bij de uitreiking van de Prins Claus
Prijzen. Hij zei daar:
"Stropdassen aller landen verenigt u; werpt het touw af dat u hindert.
Bevrijdt u zelf en waag de reis naar het paradijs.
Het paradijs van het open boord".
Daarna ontdeed hij zich
demonstratief van zijn knellende stropdas en wierp die van zich af.
Zijn toespraak is de
geschiedenis ingegaan als de: "Declaration of the tie"
Sinds die toespraak heeft de stropdas alom aan gezag en allure ingeboet.
Maar gezegd moet worden,
dat Prins Claus daarna bij officiële gelegenheden, als prins gemaal van onze toenmalige koningin
Beatrix weer getrouw verscheen in degelijk kostuum en met de onvermijdelijke
stropdas.
Ik waardeer nog steeds de status van de stropdas. Het is een toonbeeld van respect voor hogere instanties en functies. In de kerk verdient de dominee, als een instituut, respect, evenals ambtsdragers die leiding geven aan de lokale kerkgemeenschap.
Op zondag trekken we
onze feestkleding aan voor een ontmoeting met God, als onze hoogste instantie. Daar hoort mijns inziens ook het nodige
respect bij, symbolisch vertolkt in een gedragen stropdas. Dat statige strakke stroppie
vind ik op zondag een versiersel en eerbewijs en ik draag het met genoegen. En
mijns inziens doen ambtsdragers er goed aan om zelf het goede voorbeeld te
geven.
Iets anders dan prins
Claus zeg ik dan:
"Gezagsgetrouwe Christenen aller landen, verenigt u, vier uw
bevrijding op zondag. Toon respect en laat 't zien. Draag het stroppie".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten