Vorige week kwamen we op een middag thuis om 17.15 uur. Buren stonden met elkaar te praten in het donker, zonder straatverlichting. De huizen in onze straat waren ook in duisternis gehuld. De stroom was door nog onbekende oorzaak uitgevallen. Na een haastig telefoontje verschenen er drie auto's van de energiemaatschappij en door monteurs werd er hard gewerkt om de schade op te sporen. Pas om 23.40 uur ging plotseling de verlichting weer aan.
Meer dan 6 uur waren we van het
licht verstoken geweest. Met in der haast gekochte zaklantaarns gingen we in het halfduister voorzichtig door het huis. Ondertussen
in gespannen afwachting om verlost te worden door het licht.
Samengestroomde
buren maakten wat voorspelbare grapjes;
Dit zou een
generale repetitie zijn voor kerstavond volgende week.
Op dat moment werd
mij opeens wel heel duidelijk hoe gewend wij zijn aan - en hoe verwend wij zijn
met energie en alles wat daarmee samenhangt.
Wij zijn er voor
het dagelijkse leven eigenlijk totaal van afhankelijk zonder dat we daarbij
stilstaan. De hele economie en
ook ons persoonlijk gerief drijft op een kurk, de kurk van de "energie." Ons leven loopt nu eenmaal bij de zegen van een onophoudelijke Energiebron.
Als de
"energie" taant of faalt dan heeft de samenleving een probleem, een
crisis.
Als het onszelf aan
energie ontbreekt zijn we futloos, hebben we een dip of zelfs een burn-out.
Na de zomer worden
de dagen korter en wint de duisternis wat terrein ten koste van het licht. Dat vraagt dan extra
energie van mens en maatschappij.
Als het donker
wordt in ons leven moeten we op zoek
naar de oorzaak. Net als die
monteurs moeten we op zoek naar het lek om de kink in onze kabel op te sporen.
Zelfonderzoek is nodig,
je afvragen hoe je in het leven staat. Hoe we tot God en onze naaste staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten