woensdag 5 september 2018

1918 Repatriëring van de laatste Rusman



Gert Pape
Historisch Museum Vriezenveen
Het is dit jaar een eeuw geleden, dat John Jonker na het uitbreken van de Russische revolutie, vanuit Sint Petersburg terugkeerde naar zijn geboortedorp Vriezenveen.

John Lambertus Jan Jonker werd in 1896 geboren te Vriezenveen waar hij ook overleed, op 67 jarige leeftijd. Hij was een telg uit een oud Vriezenveen koopmansgeslacht. Zijn vader Johannes Frederik Jonker was in 1888 één van de oprichters van de Damast fabriek: firma de Lange en Jonker. Na de dood van zijn vader (1943) zette John, samen met broer Jan (Jannes) het bedrijf voort, dat op de plaats stond waar nu de Jumbo is gevestigd.

De Vriezenveense fa. Kunst te Sint Petersburg zocht een opvolger. Via zijn vader werd John hiervoor benaderd. Voor John een onweerstaanbare uitdaging. Hij was al eens eerder in Sint Petersburg geweest. Een jaar later (1917) ging deze 21 jarige jongeman dus weer. Zijn verhaal is bittere ernst maar laat zich lezen als een spannend boek;

"De eerste reis was al een onderneming. Voor het reizen door Duitsland in de WO I hadden we een speciale pas. In de trein begon het al: Wo fahren Sie hin? “Nach Rusland” zei meneer Engels in heilige onschuld. Wo hin”? “Nach Rusland! ”Eingesperrt!” snauwde de man en daar gingen we dan, tussen een paar soldaten in met de bajonet op het geweer. We werden in een cel gestopt en in een bad en tenslotte ondervraagd en …...weer vrijgelaten. Via Zweden reisden we door naar Sint Petersburg.

De tweede reis, ging ik dus alleen. Iedereen verklaarde me voor gek. Per boot ging ik naar Gothenburg. Een riskante onderneming. Ik was jong en ondernemend. Ik zag het gevaar wel maar ik wilde het niet zien. We voeren dwars door mijnenvelden waarbij er één werd stukgeschoten, die de neiging vertoonde ons àl te dicht te naderen. We werden gepaaid door een onderzeeër, waarbij we met kloppend hart wachtten tot onze paspoorten waren gecontroleerd, maar we mochten doorvaren en tenslotte kwamen we in Gothenburg aan. In Stockholm kreeg ik een nieuwe pas en zonder verdere problemen arriveerde ik tenslotte in Sint-Petersburg. Daar mocht je beslist geen Duits spreken, anders zat je direct in de gevangenis. Russisch kende ik een wel beetje maar ik heb het daarna heel snel geleerd.

Sint Petersburg was in 1917 een levendige stad van drie miljoen inwoners, een wereldstad maar niet te vergelijken met deze tijd. De straten waren bijvoorbeeld geplaveid met hout. De hòòfdstraten dan, de andere helemaal niet. Jazeker, ook de Newski Prospect. Het was er dan ook altijd een grote smeerboel.

Later, tijdens de revolutie, lagen er overal kadavers op straat van paarden die nauwelijks meer opgeruimd werden. Geen wonder dat er ziekten uitbraken. Ik heb er een Cholera epidemie meegemaakt waartegen door niemand iets werd ondernomen. Wagens vol lijkkisten trokken dagelijks door de straten, geen opwekkend gezicht, dat verzeker ik u. Ik ben er gebleven tot december 1918. Langer ging niet. De handel lag toen nagenoeg stil. Er was niets meer te doen en wij brachten de dag door met kaarten. Veel Nederlanders vertrokken doch een groot aantal bleef; het ging niet aan, de boel zomaar in de steek te laten. In augustus 1917 begon de revolutie. We namen het niet al te serieus. Bovendien werd verteld, dat de buitenlanders zouden worden beschermd.
Vooral 's avonds was het buiten riskant. Om de nodige contacten te onderhouden met Nederlanders zo sloop ik dikwijls langs de huizen op weg naar een kennis of vriend. Vaak werd ik aangehouden maar mijn buitenlandse pas was voldoende om een vrije doorgang te verkrijgen. Je liep risico, vanuit een hinderlaag te worden beschoten, wat ook meermalen gebeurde. De toestand verergerde en tenslotte mochten ook buitenlanders geen bescherming meer verwachten.
Nu, werd het de hoogste tijd om uit eigen lijfsbehoud naar Holland terug te keren. Op een valse pas als Zwitsers gezant ben ik veilig de grens over gekomen. Voordien heb ik nog één nacht gevangen gezeten. Ik hoorde die nacht op de binnenplaats herhaaldelijk schieten. Dat waren gevangen, die werden gefusilleerd. Toen ik werd vrijgelaten stond meteen mijn besluit vast. Ik ging!

Na de revolutie werden alle Nederlands bezittingen in beslag genomen en eigendom van de nieuwe Russische staat. Daarmee kwam een einde aan de zakelijke ondernemingen van de Rusluie, die daar gedurende twee eeuwen in Sint Petersburg waren opgebouwd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...