Het is een jaarlijkse vaste vrolijke en verblijdende tijd:
de lieve lente, die ons van de winterse wanten
bevrijd.
De eerste lentedagen, die ons, al zo lang gekoesterd,
dan genaken
doen ons nog slaperig en suf, uit de winterslaap
ontwaken.
Er staat een mooie ranke slanke boom bij onze naaste
buren
waar ik, vol bewondering, wel een tijdje naar kan
blijven turen,
hij staat daar onvermoeid breed en uitbundig te
bloeien;
en blij verrast blijft hij mij zo, voortdurend en aandachtig boeien.
Die malusboom is op zijn eigen tijd, tot leven weer
gewekt
heeft takken, die nu volledig met bloesem zijn overdekt
zodat die boom, volop tot in z'n hoogste top, nu roze kleurt,
in zijn
omgeving fleurt en ook mijn natuurminnend hart opbeurt.
Die malus appelboom, staat alom er wel om bekend
dat al zijn takken uiteindelijk zo rijkelijk veel
appelvruchten kent
deze zijn echter uitsluitend te nuttigen door
het dier
niet eetbaar voor de mens, die beleeft daaraan echt
geen plezier.
De "malus floribunda" die zo uitbundig
bloeiende appelboom
werkt een beetje als een econoom:
hij vervult met zijn schone bloei
de voorjaarwens van de mens
en dient als veilig voedsel voor de vogels
en voor een ander dier tot algemeen plezier
en zo,,,,,,,,,,,,,,,
in de lente, het vroege voorjaar
liggen deze geheimen, voor een ieder klaar!