woensdag 17 april 2019

1919 - 2019 Een eeuw sociale woningbouw in de gemeente Vriezenveen


Zich verkneuterend ligt hij in zijn bedje. Dat bedje staat in zijn eigen slaapkamer van een net rijtjeshuis, dat van alle gemakken is voorzien. Moeder zit op de rand van zijn bed en strijkt eens door zijn haar. Zij vertelt over zijn over-groot-opa Appe uut 't Veen. Appe was een jonge knaap, die lang geleden, wel meer dan honderd jaar, brodeloos vertrok uit een grote stad in het westen des lands en op zoek ging naar een bestaan en de rest van zijn leven. Appe vond zijn werk en stekje, een armoedig plekje ver verborgen in t Veen en bouwde zijn eigen huis…. een plaggenhut en ook Appe sliep in zijn eigen bed ….op strozakken ……….
Moeder vertelt en Albert junior luistert aandachtig.

Zo rond 1900 kwamen er veel arbeiders uit alle streken van het land naar Vriezenveen. Vaak door armoede en honger gedreven hoopten ze hier werk te vinden in de ontginning en de vervening. Die toestroom leidde tot woningnood en tot de bouw van plaggenhutten en zelf getimmerde keten en krotten opgetrokken uit allerlei restmateriaal. Men woonde daar onder erbarmelijke leefomstandigheden zonder ook maar enige voorziening.

In 1919, dit jaar precies een eeuw geleden, vroeg de SDAP, voor het eerst de aan-dacht voor dit schrijnend probleem. De gemeenteraad werd voorgesteld om 150 arbeiderswoningen te bouwen voor de nieuwe bewoners, (50 te Vriezenveen en 100 te Westerhaar-Vriezenveensewijk)

De meningen binnen de gemeenteraad waren hierover nogal sterk verdeeld en die woningen zijn er op dat moment ook niet gekomen maar het bracht wel een discussie op gang vanaf 1901 het jaar, dat de Woningwet van kracht werd. Die wet bood de mogelijkheid tot de oprichting van woningbouwvereniging. Uiteindelijk besloot een meerderheid van de gemeenteraad pas op 5 juni 1919 tot de oprichting van een woningbouwvereniging onder voorzitterschap van de burgermeester. De start van de sociale woningbouw in de gemeente Vriezenveen was daarmee een feit.

Er werden 40 eengezinswoningen, gebouwd, in vier verschillende woonty-pen, in het project "Westerdok." De eerste woningen in de Molenstraat werden op 20 november 1920 betrokken.

In 1928 werd een tweede woningstichting in het leven geroepen, die in 1937 de naam Woningstichting Westerhaar - Vriezenveensewijk ontving. Reden voor de naamgeving was de afstand tussen de twee woonkernen Westerhaar - Vriezenveensewijk met die van de woningstichting Vriezenveen en het feit van de versnelde opheffing van krotbewoning. De eerste woningen van deze stichting verschenen aan de Oranjestraat in Vriezenveensewijk. Dat betrof een tweetal complexen van twaalf woningen met schuurtjes.

Klein Appie knippert met zijn ogen en mama zegt dat hij nu echt moet gaan slapen. Het regent en waait hard en de dakgoot is lek. Ach, morgen belt mama wel met woningstichting Mijande Wonen, die maken het vast wel weer in orde.
"Mama, vertelt u morgen weer verder van opa Appe en 't veen?"
"Ja, mijn jongen… slaap lekker!"

Iedereen woont tegenwoordig met gemak lekker warm en veilig onderdak!

1 opmerking:

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...