Posts tonen met het label gemeente Vriezenveen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gemeente Vriezenveen. Alle posts tonen

donderdag 28 november 2019

De familie Kruijs schrijft geschiedenis.


Op dinsdag veertien juli 1767 werd in het gezin van Claas Kruys en Grietje Otten aan het Oosteinde een jongetje geboren en ze noemden hem Jan. Jan groeide op in een welgesteld koopmansgezin met een winkel aan huis waar ze linnen en andere goederen verkochten. Vader Claas' handel was ook in het buitenland bekend en hij leverde onder andere aan Hamburg, Frankfort, Straatsburg en Allicante.

Jan doorliep de enige school in Vriezenveen, de Middenschool, die toen nog achter de kerk stond. Jan was geïnteresseerd in de schrijfkunst. Dat was niet zo vreemd want dat schrijven zat in de familie. In de tweede helft van de 18e eeuw traden leden van de familie Kruys uit hun schaduw  en stapten in het front  van de Vjeanse samenleving. Zij bekleedden gedurende enkele eeuwen ambtelijke en/of  bestuurlijke functies; in de handel opereerden zij nationaal en internationaal en ook hadden zij hoge posities in het leger. 

De familie Kruijs was intellectueel, veel belezen en men deed veel aan ontwikkeling op cultureel en literair gebied. De schrijfkunst vond men belangrijk en werd gestimuleerd. De familie Kruys is een echt schrijversvolkje gebleken. Meerdere familieleden Kruijs, (mannen en vrouwen) in opvolgende generaties, hielden dagboeken bij. Zij vermeldden feiten, vanuit hun posities, functies of ambten, maar ook over de invloed van het weer op oogst en vee, de leefomstandigheden destijds als ook bijzondere aangelegenheden en verwikkelingen van andere Vriezenveners. 

Een exponent van deze familie is genoemde Jan Kruijs. Zijn geschreven nalatenschap geeft meer dan de anderen een duidelijk beeld van de tijd waarin hij leefde. Het archief van het Historisch Museum Vriezenveen bevat een groot deel van de geschreven nalatenschap van de familie Kruijs (dagboeken, documenten en later verkregen correspondentie)

 Vader Claas was koopman in de firma Kruijs, Engberts & Zn. Toen Jan veertien jaar oud was vertrok hij naar Sint Petersburg waar hij, samen met zijn broer Johannes, werkte in de zaak van zijn vader. Na acht jaar Rusland, van 1781 tot 1789. vond hij het genoeg en keerde terug.
Hij kreeg een aanstelling bij het handelskantoor ten Cate en Vollenhove in Amsterdam, waar hij vijf jaar met veel plezier werkte. Van bediende bracht hij het tot boekhouder. In mei 1793 trouwde hij daar met Anna Broers. Zij overleed  datzelfde jaar in het kraambed na een zware bevalling van een doodgeboren kindje.

In 1795 trouwde hij in Amsterdam  zijn tweede vrouw Maria Jacoba Ursinus Grevenstein. Jan speculeerde met handelswaar in koffie en rijst en thuis hadden ze een winkeltje. Beide zaken liepen niet goed en hij keerde in 1799 terug naar Vriezenveen. Bij zijn tweede vrouw kreeg Jan 11 kinderen. De eerste twee te Amsterdam en de anderen te Vriezenveen. De eerste overleed bij de geboorte.
In Vriezenveen pakte hij zijn oude beroep koopman weer op en deed ook nog andere klussen  (1799-1813) Hij bouwde een gruttersmolen die hij 15 jaar weer verkocht  (1813-1828). Hij woonde inmiddels weer in de ouderlijke boerderij en zijn zaken liepen voorspoedig.

Jan Kruijs was de laatste schout van Vriezenveen (1818 tot 1825) en de eerste burgemeester (1825 - 1830) In deze periode  produceerde hij zijn  bekende dagboeken.
Op 22 december 1830 overleed hij op 62 jarige leeftijd thuis, Oosteinde 148 te Vriezenveen.

woensdag 17 april 2019

1919 - 2019 Een eeuw sociale woningbouw in de gemeente Vriezenveen


Zich verkneuterend ligt hij in zijn bedje. Dat bedje staat in zijn eigen slaapkamer van een net rijtjeshuis, dat van alle gemakken is voorzien. Moeder zit op de rand van zijn bed en strijkt eens door zijn haar. Zij vertelt over zijn over-groot-opa Appe uut 't Veen. Appe was een jonge knaap, die lang geleden, wel meer dan honderd jaar, brodeloos vertrok uit een grote stad in het westen des lands en op zoek ging naar een bestaan en de rest van zijn leven. Appe vond zijn werk en stekje, een armoedig plekje ver verborgen in t Veen en bouwde zijn eigen huis…. een plaggenhut en ook Appe sliep in zijn eigen bed ….op strozakken ……….
Moeder vertelt en Albert junior luistert aandachtig.

Zo rond 1900 kwamen er veel arbeiders uit alle streken van het land naar Vriezenveen. Vaak door armoede en honger gedreven hoopten ze hier werk te vinden in de ontginning en de vervening. Die toestroom leidde tot woningnood en tot de bouw van plaggenhutten en zelf getimmerde keten en krotten opgetrokken uit allerlei restmateriaal. Men woonde daar onder erbarmelijke leefomstandigheden zonder ook maar enige voorziening.

In 1919, dit jaar precies een eeuw geleden, vroeg de SDAP, voor het eerst de aan-dacht voor dit schrijnend probleem. De gemeenteraad werd voorgesteld om 150 arbeiderswoningen te bouwen voor de nieuwe bewoners, (50 te Vriezenveen en 100 te Westerhaar-Vriezenveensewijk)

De meningen binnen de gemeenteraad waren hierover nogal sterk verdeeld en die woningen zijn er op dat moment ook niet gekomen maar het bracht wel een discussie op gang vanaf 1901 het jaar, dat de Woningwet van kracht werd. Die wet bood de mogelijkheid tot de oprichting van woningbouwvereniging. Uiteindelijk besloot een meerderheid van de gemeenteraad pas op 5 juni 1919 tot de oprichting van een woningbouwvereniging onder voorzitterschap van de burgermeester. De start van de sociale woningbouw in de gemeente Vriezenveen was daarmee een feit.

Er werden 40 eengezinswoningen, gebouwd, in vier verschillende woonty-pen, in het project "Westerdok." De eerste woningen in de Molenstraat werden op 20 november 1920 betrokken.

In 1928 werd een tweede woningstichting in het leven geroepen, die in 1937 de naam Woningstichting Westerhaar - Vriezenveensewijk ontving. Reden voor de naamgeving was de afstand tussen de twee woonkernen Westerhaar - Vriezenveensewijk met die van de woningstichting Vriezenveen en het feit van de versnelde opheffing van krotbewoning. De eerste woningen van deze stichting verschenen aan de Oranjestraat in Vriezenveensewijk. Dat betrof een tweetal complexen van twaalf woningen met schuurtjes.

Klein Appie knippert met zijn ogen en mama zegt dat hij nu echt moet gaan slapen. Het regent en waait hard en de dakgoot is lek. Ach, morgen belt mama wel met woningstichting Mijande Wonen, die maken het vast wel weer in orde.
"Mama, vertelt u morgen weer verder van opa Appe en 't veen?"
"Ja, mijn jongen… slaap lekker!"

Iedereen woont tegenwoordig met gemak lekker warm en veilig onderdak!

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...