Posts tonen met het label Jan Kruijs. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Jan Kruijs. Alle posts tonen

woensdag 5 augustus 2020

Beschouwingen van Jan Kruijs over 1820


Eind 1820 zit Jan Kruijs aan de keukentafel van Oosteinde 148. Hij is nu twee jaar burgemeester van Vriezenveen en daarnaast ook boer en handelaar. Een man van 53 jaar met een rijke levenservaring. Als 14 jarige knaap ging hij naar Sint Petersburg om daar enkele jaren in de zaak van zijn vader en diens compagnon te werken. Daarna werkte hij acht jaar bij een handelskantoor in Amsterdam, in die jaren trouwde hij twee keer. Zijn eerste vrouw stierf samen met het kind in het kraambed. Met zijn tweede vrouw én een rijke kinderschare keerde hij in 1799 terug naar het vertrouwde Vjenne.

Naast zijn stoel ligt zijn trouwe makker, zijn hond Turk. Dat beest heeft hij zeven jaar geleden voor acht gulden gekocht van Marcus Meiller. Hij en Turk zijn onafscheidelijk. Jan bladert wat in zijn aantekeningen en laat zijn gedachten gaan…

De eerste helft van januari was het volop winter. Het vroor dat het kraakte, overdag soms wel tien graden. Het vorige najaar was zo droog geweest dat de turfschippers niet konden varen, dat kon pas half maart weer.

Vanaf begin januari werkte er een Zwolse, jonge timmerman genaamd Berend in 't Vjenne. Op een bijeenkomst nam Berend ook deel aan het gesprek. Berend had bijzondere gaven en was uitstekend bekend met de christelijke leer, hij was een charismatische spreker en men wilde wel meer van hem horen. Daarom werden er steeds vaker bijeenkomsten belegd. Berend vond groot gehoor bij zowel de Vromen als de Fynen. De plaatselijke dominee Gallois vond het hele gebeuren een zeer bedenkelijke ontwikkeling en had zich nog niet in de kwestie gemoeid, beducht als hij was voor de grote aanhang van Berend. Enkele dagen later rezen er grote meningsverschillen tussen de kerkenraad en dominee Gallois over de kwestie Berend. De dominee vond dat Berend zich terug moest trekken of dat hij anders maar met geweld uit 't Vjenne verwijderd moest worden. Op 28 januari noteerde Jan Kruijs enkel, dat Berend een dag eerder was vertrokken. De zondag daarop wordt er afgekondigd dat er voortaan geen bijeenkomsten van meer dan 20 personen mogen worden gehouden. Dit naar aanleiding van een klacht van de dominee over de vele bijeenkomsten die er zijn geweest. 

Het jaar 1820 kende een gezegende zomer. Maar half november zat men ineens alweer volop in de winter. De schippers konden niet varen. De winter kwakkelde maar door. Op 23 december waren de turfschippers weer gaan varen, maar een dag later was het al weer gebeurd.

Het jaar was koud begonnen en zo zou hij ook eindigen. Kou die tot in de keuken van Jan doordrong, maar van binnen koesterde hij warme tevredenheid over het leven in 't Vjenne. Hij hield van een goed glas wijn en stak een geparfumeerde Turkse sigaar op. Turk keek hem eens aan met zijn trouwe hondenogen en Jan aaide hem zachtjes over zijn kop. 

En Jan besefte dat de strijd van 't Vjenne tegen de elementen in 1821 gewoon verder zou gaan.



donderdag 28 november 2019

De familie Kruijs schrijft geschiedenis.


Op dinsdag veertien juli 1767 werd in het gezin van Claas Kruys en Grietje Otten aan het Oosteinde een jongetje geboren en ze noemden hem Jan. Jan groeide op in een welgesteld koopmansgezin met een winkel aan huis waar ze linnen en andere goederen verkochten. Vader Claas' handel was ook in het buitenland bekend en hij leverde onder andere aan Hamburg, Frankfort, Straatsburg en Allicante.

Jan doorliep de enige school in Vriezenveen, de Middenschool, die toen nog achter de kerk stond. Jan was geïnteresseerd in de schrijfkunst. Dat was niet zo vreemd want dat schrijven zat in de familie. In de tweede helft van de 18e eeuw traden leden van de familie Kruys uit hun schaduw  en stapten in het front  van de Vjeanse samenleving. Zij bekleedden gedurende enkele eeuwen ambtelijke en/of  bestuurlijke functies; in de handel opereerden zij nationaal en internationaal en ook hadden zij hoge posities in het leger. 

De familie Kruijs was intellectueel, veel belezen en men deed veel aan ontwikkeling op cultureel en literair gebied. De schrijfkunst vond men belangrijk en werd gestimuleerd. De familie Kruys is een echt schrijversvolkje gebleken. Meerdere familieleden Kruijs, (mannen en vrouwen) in opvolgende generaties, hielden dagboeken bij. Zij vermeldden feiten, vanuit hun posities, functies of ambten, maar ook over de invloed van het weer op oogst en vee, de leefomstandigheden destijds als ook bijzondere aangelegenheden en verwikkelingen van andere Vriezenveners. 

Een exponent van deze familie is genoemde Jan Kruijs. Zijn geschreven nalatenschap geeft meer dan de anderen een duidelijk beeld van de tijd waarin hij leefde. Het archief van het Historisch Museum Vriezenveen bevat een groot deel van de geschreven nalatenschap van de familie Kruijs (dagboeken, documenten en later verkregen correspondentie)

 Vader Claas was koopman in de firma Kruijs, Engberts & Zn. Toen Jan veertien jaar oud was vertrok hij naar Sint Petersburg waar hij, samen met zijn broer Johannes, werkte in de zaak van zijn vader. Na acht jaar Rusland, van 1781 tot 1789. vond hij het genoeg en keerde terug.
Hij kreeg een aanstelling bij het handelskantoor ten Cate en Vollenhove in Amsterdam, waar hij vijf jaar met veel plezier werkte. Van bediende bracht hij het tot boekhouder. In mei 1793 trouwde hij daar met Anna Broers. Zij overleed  datzelfde jaar in het kraambed na een zware bevalling van een doodgeboren kindje.

In 1795 trouwde hij in Amsterdam  zijn tweede vrouw Maria Jacoba Ursinus Grevenstein. Jan speculeerde met handelswaar in koffie en rijst en thuis hadden ze een winkeltje. Beide zaken liepen niet goed en hij keerde in 1799 terug naar Vriezenveen. Bij zijn tweede vrouw kreeg Jan 11 kinderen. De eerste twee te Amsterdam en de anderen te Vriezenveen. De eerste overleed bij de geboorte.
In Vriezenveen pakte hij zijn oude beroep koopman weer op en deed ook nog andere klussen  (1799-1813) Hij bouwde een gruttersmolen die hij 15 jaar weer verkocht  (1813-1828). Hij woonde inmiddels weer in de ouderlijke boerderij en zijn zaken liepen voorspoedig.

Jan Kruijs was de laatste schout van Vriezenveen (1818 tot 1825) en de eerste burgemeester (1825 - 1830) In deze periode  produceerde hij zijn  bekende dagboeken.
Op 22 december 1830 overleed hij op 62 jarige leeftijd thuis, Oosteinde 148 te Vriezenveen.

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...