Het zit nu eenmaal in de mens om te weten wie hij is en wat zijn roots zijn. Historisch onderzoek is de genetica van het verleden. Historie wordt gevormd door feiten en door overlevering. Feiten zoals die blijken uit registraties, aktes en andere archiefstukken. Bij overlevering krijgt men het gevoel erbij. De beleving die bezit van je neemt wanneer moeder over vroeger vertelt of zoals die uit geromantiseerde verhalen haast tastbaar wordt wanneer je door een bepaald boek helemaal "gepakt" wordt.
Als je op zoek bent naar het gevoel van de mens en zijn historische gewoontes en omstandigheden van ons als streekgenoot, dan kun je niet voorbij aan Aar van de Werfhorst. Voor velen onder ons is hij daarom de streekromanschrijver bij uitstek. Zelf voelde hij zich meer een romancier.
De titel streekromanschrijver wordt hem toebedeeld vanwege de twee boeken die zich in onze omgeving afspelen, namelijk "De Winterkraaien" en "De grote stille knecht" Toen ik ooit dit laatste boek in handen kreeg en begon te lezen kon ik niet meer stoppen. Als ik de persoonsbeschrijving van Aar van de Werfhorst lees, denk ik, dat hij veel van zichzelf in die knecht heeft gestopt en vind ik bovendien de romancier terug.
Aar van de Werfhorst is het pseudoniem van Pieter Gerhardus Jansen. Hij werd op 3 maart 1907 in het Duitse Gronau geboren waar zijn ouders een Holländisch Warenhaus hadden . Tijdens de WOI in 1915 verhuisde het gezin naar het Duitse Ruhrgebied waar ze leefde in een tijd van oorlog en armoede. Op 15 jarige leeftijd is hij zijn journalistieke loopbaan begonnen als leerling journalist bij de Ruhrzeitung. Daar is zijn schrijverskunst begonnen.
In 1923 nam vader Egbert (Pot Eypt) het besluit definitief terug te keren naar het Vaderland , naar Vriezenveen. Aar was toen 17 jaar. Zijn vader werd portier bij textielfabriek Jansen en Tilanus en ze woonden in de witte villa aan het kanaal.
Aar bracht zijn vakanties vaak door bij zijn grootouders, die een herberg annex kruidenierszaak hadden in Beerzerveld. Daar vond hij rust die zo anders was dan dat drukke Duitse leven. Hij leerde hier de mensen en hun omgeving kennen waarvoor hij een bijzondere liefde ontwikkelde. Zijn opa (Pieter Knol) bracht hem op het idee het pseudoniem Aar van de Werfhorst te gebruiken. Aar naar de naam van zijn moeder Arendje en van de Werfhorst naar de naam van zijn grootmoeder. Zijn oma was het ook die hem het verhaal vertelde, dat hij later beschreef in het boek "De Winter-kraaien" dat zich rond het kanaal van onze streek afspeelde. In een kranten-artikel wordt dit boek genoemd als een streekroman van de echte soort.
In de Pluus, het uitzichtpunt over de hoogveenkern van de Engbertsdijksvenen te Kloosterhaar is een koperen plaat aangebracht met een tekst uit "De Winterkraaien."
Ik besef dat ik Aar van de Werfhorst tekort doe met deze korte beschrijving. Zijn oeuvre is dan ook veel groter en breder.
Ik had het boek:"De winterkraaien" al eens gelezen.
BeantwoordenVerwijderenNa een lezing over het boek en een uitvoering van:"De winterkraaien" leer je meer kennen over de streek.
Mooi om hier ook nog eens over de schrijver te lezen.