de vroegste Vjeanse historie in vogelvlucht.
Vriezenveen is
een dorp met een historie die zeker 650 jaar teruggaat. De Privilegebrief van 1364 is het erkende brondocument,
dat de oorsprong van 't Vjenne aantoont. In dit document verleent, Evert van Heker, de Heer van Almelo aan Vrije Vresen het privilege om zich te mogen vestigen in 't Almelerveene.
De Vrije Vresen waren niet de eersten die daar woonden . In de brief spreekt
Evert van Heker over "omme
sonderlinge lieve, toe den vene en toe de buren die nu op den vene wonet".
Uit een ander document wordt aangenomen,
dat in 1323 er al een aantal Hollandse kolonisten in 't Almelerveene waren gevestigd en zij werden
omstreeks 1350 door talrijke Friezen gevolgd.
Maar waar
woonden die Vrije Vresen nu precies ? De Privilegebrief spreekt over een gebied dat gelegen is tussen de Bavesbeke
(De Pollen) en de Wederder Wueste (Wierdense Weuste)
In 1391 verkocht de Heer van Almelo weer grond aan de Vrije
Vrezen. Dat betrof toen een deel van Noordbroecke, gelegen tussen de Nyer Ae (Aadijk)
en de Hollander Graven. (ter hoogte van de huidige Bleskolksingel) De Aadijk was voorheen gemeentegrens van de voormalige gemeente
Vriezenveen met Almelo.
De
oorspronkelijke nederzetting bestond uit een veertig tal hoeven van elke 112
meter breed (verdeeld in 16 akkers van
elk zeven meter breed) en waren gelegen langs de Oudeweg. De nederzetting groeide en elk nieuw jong
gezin betekende versnippering van de hoeven door opdeling en door ontginning werden
de hoeven steeds smallere stroken in noordelijke
richting. De nederzetting verplaatste zich zo naar de Buterweg.
Op een oude kaart van 1628 zien we aan de Buterweg een
kerkje getekend met toren. De Vriezenveense schout Jan Kruijs schrijft in 1819 in
zijn dagboek dat de toren daar waarschijnlijk al een paar eeuwen stond tot hij
in 1666 werd verwoest. Kruis vertelt niet waar hij die wijsheid vandaan heeft. Hij
baseert die kennis mogelijk op overlevering.
Men leefde aan
de Buterweg in alle rust met de kerk in het midden. (huidige oude kerkhof) In 1666
werd de nederzetting overvallen door 1500 ruiters van Bommen Berend (Berend van Galen) De huizen werden verwoest, de kerk in brand
gestoken en een groot aantal mensen gedood en velen werden gevangen genomen en
het vee werd geroofd.
De kerk en het oude Vriezenveen werden niet herbouwd aan
de Buterweg. Dit gebeurde aan de 800 meter noordelijker gelegen zandweg, de
tegenwoordige dorpsstraat. En de kerk kwam weer in het midden. Na enkele jaren
er aan gebouwd te hebben werd deze in 1671 voltooid. En tot op heden staat de Grote
Kerk op diezelfde plek op het Midden van 't Vjenne.