schilderij B Jaspers Fayer
Het grote rampjaar in de geschiedenis van Vriezenveen is ongetwijfeld 1905. Het jaar van 'n groot'n broand van 't Vjenne.
Vriezenveen bestond destijds hoofdzakelijk uit een kilometerslange dorpsstraat van het Westeinde en het Oosteinde, bebouwd met boerderijen, velen met een rieten dak. Op 16 mei 1905 's middags om 14.00 uur was Jannes Goosselink (Scheer Jans) aan het werk in zijn timmermanswerkplaats aan het Oosteinde. Hij stond bekend als een kundig vakman, had plezier in zijn werk en hij rookte daarbij graag een pijp. Toen die pijp even was uitgegaan pakte Jannes een net geschaafde houtkrul van de vloer, liep er mee naar het kacheltje, lichtte het schuifje op; de krul vatte vlam en hij stak er zijn pijp mee aan. Ja, en toen ging er iets mis. Een vonk viel op de krullenhoop die begon te smeulen. Dat was het begin van een rampspoed die vele mensen op die dag zou treffen.
Het was al dagenlang kurkdroog, de sloten stonden droog en er woei een straffe zuidoosten wind. De brandweer was uitgerukt met drie primitieve brandspuiten die slechts armetierige straaltjes water produceerden. De vuurzee greep door de aanwakkerende wind heel snel om zich heen. De grote klok in de houten toren van de Nederlands Hervormde Kerk beierde een algemeen alarm over Vriezenveen. Zijden spekken hangend aan de plafondbalken vatten vlam, stegen in de vuurzee omhoog, daalden verderop als vuurbommen neer en verspreidden zo de brand.
De Rooms Katholieke, de Gereformeerde Kerk en het gemeentehuis gingen in vlammen op. De Middenschool en de Nederlands Hervormde Kerk bleven gespaard. Een kwart van het hele woningbestand ging in vlammen op.
Om 17.00 uur had de brand inmiddels een lengte van vier kilometer bereikt. Er was gerede angst dat de brand de fabriek van Jansen en Tilanus in de as zou leggen wat een enorm verlies aan werkgelegenheid zou betekenen. Omstreeks 18.00 uur kreeg men versterking van de brandweer van Almelo met drie brandpuiten. Spuitwater kon nu uit het kanaal worden aangevoerd. Zelfs het kanaal kon de vuurzee niet stuiten. De veenvlakte van de Westerhoeven vatte ook vlam.
In 1905 had Vriezenveen ca. 5000 inwoners. Door de brand werden 1600 inwoners dakloos. De schade werd geschat op anderhalf miljoen gulden. De te hulp geroepen genietroepen richtten voor de dakloos geworden bevolking 116 tenten in. De grote brand van Vriezenveen trok veel belangstelling van zogenaamde "braondkiekers" die zich kwamen vergapen aan de ellende van Vriezenveen. Op 21 mei werd hun aantal zelfs geschat op 50.000.
Drie dagen na de ramp kwam de jonge koningin Wilhelmina samen met prins Hendrik naar Vriezenveen. Ze werd ontvangen door burgermeester J.C. Bouwmeester. Ze maakte een wandeling door het getroffen gebied en sprak enkele slachtoffers bemoedigend toe. De arme Scheer Jans is nooit weer de oude geworden...
Gert Pape
Historisch Museum Vriezenveen
Bronvermelding: Documentatie Vereniging Oud Vriezenveen, "Graven in Vriezenveen' s verleden" (J.H. Hosmar)