Posts tonen met het label Alzheimer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Alzheimer. Alle posts tonen

zaterdag 24 februari 2024

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd


Hij vecht voor het behoud van zijn memorie,
vreest nog meer het verlies van eigen historie,
steevast en heel stellig blijft hij ontkennen
dat het wak
kerende vlammetje in zijn hoofd,
nog na walmt maar uiteindelijk wel langzaam dooft.

Keer op keer kijkt hij weer naar mooie plaatjes,
daarop staan zijn geliefde en trouwe maatjes,
vrienden zijn voor hem de levende verbinding
tussen het “momenteel nog zeker weten”
en het “haast bijna allemaal vergeten”

Hij ervaart daarbij een gevoel van onbehagen,
het slijtend besef dat zijn herinneringen vervagen,
en voelt dat zijn leven verschiet van kleur
‘t verandert in een matte dagelijkse sleur
levenstijd verliest meer en meer zijn fleur.

Zijn trouwe maatjes, allen ook al oud en grijs,
kunnen het niet aan zo naar hem te kijken
en zeggen: ach... hij is niet goed, hij is niet meer wijs
en zelf zijn zij ook bang om op hem te gaan lijken
en gaan hem daarom bewust meer ontwijken.

Als zijn vlam dan voorgoed is uitgegaan,
klaagt het geweten die vrienden aan
en geeft hen heel duidelijk te verstaan
wat zij schuldbewust zelf al wisten
en jammerlijk die vriendschap verkwisten.

Wat je minimaal voor een vriend moet doen
uit wenselijk en meest menselijk fatsoen
dat is wel dit: dat je oprecht voor een vriend bid.

Mogelijk breekt voor u ook het moment eens aan
om dezelfde weg als jouw vriend te moeten gaan.
Stel je vertrouwen daarom op een echte Vriend,
een vriend van nu, van later en van weleer
op Jezus Christus, de Verlosser, Hij is de Heer.
Hij laat jou nooit alleen.


donderdag 8 juni 2017

20170608 over ouderenzorg, dementie, en menswaardigheid

helpende handen ouderenzorg
  "Weet je wel dat ik eigenlijk helemaal niet weet waar ik ben?

"In  Ootmuske",  antwoord ik aarzelend , onzeker over hoe ze hierop zal reageren.
Weerbaar maar niet erg overtuigend klinkt haar antwoord, een hardnekkige ontkenning van woekerend geheugenverlies en groeiende vergetelheid:
"Oh ja, natuurlijk, ik weet ik het echt wel hoor. Ik ben hier al zó vaak geweest met mijn Auke".
Ik zeg niks maar weet, dat ze nu in haar eigen wereldje zit, gezellig  in een dromerig restaurant van dit mooie historische stadje,  samen met haar man.  Maar ach, .….hij is ook al 20 jaar dood.

Het zijn de woorden van mijn zus van 83. Klein en gekrompen is zij, amper 1,60 meter maar allerminst met een bekrompen karakter. Vijf minuten later denkt ze dat ze weer thuis is. Dat "thuis" is haar fraai gelegen huis in het pittoreske B. Dat huis staat nu leeg en is voor de verkoop geschikt gemaakt.
Een keurige deftige dame was ze, maar nu oud en kinderloos achtergebleven.  Al jong heeft ze haar plattelands afkomst en moerstaal achter zich gelaten en nu aldoor maar voortkeuvelend koestert zij zo fraai haar koninklijk hoog Haarlemmerdijks, passend bij haar verworven maatschappelijke positie.

Geleidelijk  is zij afgezakt naar een kluizenaarsbestaan, wars van de wakkere wereld leefde zij achter de gesloten gordijnen van een zelf gekozen isolement.
Zonder volledig zelfbesef verzette zij zich tegen de opdringerige avances van heer Alzheimer, die haar toch geheel heeft weten in te palmen en blijvend zijn intrek bij haar heeft genomen.

Dagen bracht ze door in bed, haar beschutte plek. Eigen lichamelijke verzorging  liet zij na en verzorging van anderen liet ze niet toe. Hulpverlening was absoluut onbespreekbaar, ze deed immers alles toch nog zelf.  Ze pareerde eindeloos herhalend haar eigen-bed-verbanning; 
"Want ik ben ziek, ik heb griep en ik moet zo weer naar bed.  Ik weet niet wie me dat heeft aangehoest. Ik moet eerst uitzieken". Dat is het teken,  dat we maar weer moeten vertrekken zodat  zij zich weer kan terug trekken op haar veilige vierkante meters.

Met listige verdichtsels en bewust versuft is zij uiteindelijk overgebracht naar het reeds van tevoren besproken verzorgingshotel te O. Voorgoed verliet zij haar mooie plek waar ze de gelukkigste tijd van haar leven heeft genoten.
Voordat het zover kwam hebben we als naaste familie gedurende een lange tijd een moeizaam overleg gevoerd. Allereerst met haar zelf en vervolgens ook met betrokken instanties.
De toepassing van privacy bij ingrijpende maatregelen in de persoonlijke levenssfeer van een dementerende met de juiste medische indicatie staat soms haaks op een menswaardige verzorging van die dementerende.
Zelfs toen betrokken medici inzagen, dat haar situatie medisch gezien ontoelaatbaar  was en hun medewerking hadden toegezegd voor een gedwongen opname in een verpleegtehuis, bleven ze toch aarzelen en lieten het aan de familie over. Ze zeiden  ja maar deden nee.  In dat overleg met de medici heb ik weleens voorzichtig gerefereerd aan een wetsartikel waarin het "iemand opzettelijk de nodige medische zorg  onthouden" strafbaar wordt gesteld.

Toen ik haar vandaag opzocht, dacht  ik nog even terug aan dat moeizame en tijdverslindend  verloop;
Gedurende dat jaar, heeft ze onverzorgd geleefd, amper gedoucht, tijdenlang in dezelfde kleding ronddolend en een bed beslapen, dat slechts enkele keren werd verschoond, een onnodige mensonwaardige toestand.
Een week na opname in het zorghotel konden we haar weer opzoeken was haar verschijning een ware verrassing: fris gedoucht, keurig geknipt en gekleed, een beetje opgemaakt, naar de pedicure geweest, wat ziet ze zag er goed uit.
Maar wat jammer nou, dit had en jaar eerder gekund. 

Het is onze ervaring dat het overleg tussen patiënt, familie/ mantelzorger en de medische instanties veel beter kan.

Een menswaardige verzorging van de patiënt moet daarbij centraal staan. Daarbij is daadkracht en enig lef van de medische kant voor nodig.  Zij moeten zich niet laten leiden door angst bij de toepassing van gevoelige en kritisch bekeken beslissingen.

© Gert Pape
(een aangepaste versie is gepubliceerd in het ND d.d 20 april 2017)

vrijdag 11 december 2015

20141024 mentale degeneratie

Op een vrije vrijdagmiddag doorkruisen we Twente van noord naar zuid voor familiebezoek, het betonen van enige naastenliefde aan twee familieleden
 Twee dames,
 de één net boven en de andere net onder de 80.
 beiden wonen afzonderlijk van elkaar in een huis en een te-huis
 beiden heel alleen en….
 beiden onderhouden geheel onvrijwillig een nieuwe relatie met de  heer Alzheimer.
Deze heer A. koestert hen met milde herinneringen uit een ver - vervlogen en mooi verleden.
Deze heer A. kwelt hen met wilde verhalen en verwarde denkbeelden tot een vervormde werkelijkheid waardoor ze tijdens een schijnbaar goed gesprek ineens volledig uit de bocht vliegen. Die irrationaliteit is op dat moment hun werkelijkheid. Tien minuten later kan het al weer heel anders zijn.


Soms is het moeilijk om tijdens het gesprek, het onlogische van de werkelijkheid te onderscheiden. Zelfs de onzin wordt met volle overtuiging gebracht.
Je laat hen praten en praat in hun straatje mee. Je geeft een kus, een knuffel. Mijn vrouw kan beter met hen praten, als vrouwen onder elkaar. Ik zit er maar bij en voel mij vaak een hark in dit soort situaties.
Het doet zeer om te zien hoe mensen, die je lief en dierbaar zijn, kunnen worden als ze mentaal degenereren, een gestaag en onomkeerbaar afbraakproces van weefsels en hersencellen.

Mij wordt wel eens gevraagd of ik niet bang ben, dat ik ook bezoek krijg van meneer Alzheimer. Ik wil er niet aan denken! Wanneer het zich aandient is het altijd nog vroeg genoeg.
Daaraan denkend schiet mij spontaan een lied te binnen:

"Wat de toekomst  brenge moge, mij geleid des Heeren hand. Moedig sla ik dus de ogen, naar het onbekende land."


In dat onbekende maar aanlokkende land met al haar gelukzaligheid, weet ik, dat ik niet meneer Alzheimer zal ontmoeten maar hoop ik op Jezus, die alle menselijke afbraakprocessen teniet doet en de mensen onberispelijk en onkreukbaar maakt. Dat ligt nu nog verborgen achter de horizon. Die hoop moet naar een zekerheid groeien en angst en twijfel verdrijven.

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...