De Vriezenveense geschiedenis kent één bekende historische persoon die zich ooit schuldig zou hebben gemaakt aan desertie uit het Russisch
leger. Deze bewering wordt geuit door een ander historische persoon.
Jan Kruijs, is een telg uit het bekende koopmansgeslacht
Kruijs en hij was de laatste schout (1818-1825) en de eerste burgemeester van
Vriezenveen (1825 - 1830) Hij schreef tijdens zijn regeerperiode twee dagboeken.
Deze bevatten veel dorpsinformatie op zakelijk, sociaal, medisch, landbouwkundig
en weerkundig gebied.
Dr. Lambertus Jonker was huisarts te Vriezenveen.
Hij was zeer nauwkeurig in de
beschrijving van het Vriezenveense leven, de taal, en gebruiken. Hij legde dat
vast in een twaalftal boekjes.
In 1780 vertrekt de dan veertienjarige Jan Kruijs naar Sint
Petersburg. Hij treedt in dienst bij Kruijs, Engberts & Co, de onderneming van
zijn vader Claas en diens compagnons. Volgens de bedrijfsinformatie staat Jan daar
van 17 november 1781 tot 30 december 1789 als werknemer geregistreerd. Zijn
broers Johannes en Gerhardus woonden en werkten daar eveneens. Zij onderhielden
via briefwisseling contact met het thuisfront te Vriezenveen. In 1783 schrijft
men over Jan dat hij “voorspoedig gaat, plaisirig is en nu gaat spreeken”. Jan
was dus de Russische taal machtig. In 1789 keerde Jan terug naar
Vriezenveen. Na zijn terugkeer onderhield hij vooral met zijn broers Johannes
en Gerhardus te Sint Peterburg schriftelijk contact.
Johannes schrijft aan het einde van de 18e eeuw,
dat hij vermoedt dat Jan helemaal geen zin meer heeft om nog eens naar Rusland
te gaan en dat hij Rusland gauw zou vergeten. Johannes zei dat hun wederzijdse
vrienden in Rusland zich verwonderden over het feit dat Jan nog niet één keer
een brief geschreven heeft. Met name noemde hij M. Petrowits die graag een
bericht van Jan zou willen ontvangen.
In één van de aantekeningen van dr. Jonker vermeldt hij dat
Jan als Russisch soldaat deserteerde. Het zou zo maar kunnen zijn dat Jan in
het licht van de komende Europese spanningen opgeroepen werd in het Russisch
leger en dat hij daar geen zin in had. Dit laatste is een aanname; de exacte
toedracht waarom hij deserteerde is niet bekend. Dát hij deserteerde mogen we aannemen,
gezien het feit dat dr. Jonker een serieus amateurhistoricus was die uit
allerlei bronnen zijn aantekeningen opschreef in de bekende “zwarte boekjes van
Jonker”. Van de andere jongelui uit Vriezenveen in St Petersburg lezen we daar
niets over.
Jan Kruijs heeft veel geschreven over allerlei zaken maar over
zijn desertie geen woord. Hij had geen zin om te vechten in een oorlog die de
zijne niet was. Hij had vast begrip gehad met die huidige Russische
deserteurs en zou hebben getreurd om al die gedode Oekraïners en ontgoochelde en gedode Russen, als kanonnenvoer zinloos geofferd
aan Putin.
Oorlog is waanzin, kent geen winnaars, alleen maar verliezers!