ds. Hendrik Gallois: "Dat zal wel volgen, broeder Bramer".
Inwoners van de Twentse dorpen en steden hebben zich gezamenlijk geschaard onder de naam "Tukker" maar onderling maken zij het verschil door elkaars typische eigenaardigheden te beklemtonen. Zo wordt de Vjennemån door zijn omgeving bestempeld als 'n Vjennekloet'n. Die term verhult een persoon, die zich moeizaam aan het veen heeft ontworsteld en de wereld wat eigenzinnig en argwanend beschouwd (de katte uut de boom kiek'n)
De annalen der Vjeanse historie vermelden een persoon, die een behoorlijke dosis eigenzinnigheid niet ontzegd kan worden. Is de Vjennemån zelf wat ingetogen; deze man was daarentegen juist expressief en explosief. Dit betreft de als legendarisch bestempelde ds. Gallois, die door zijn eigenmachtig optreden wel ''dominee - dictator" werd genoemd.Hij had overal een mening over en als hem iets niet aanstond dan gebruikte hij de preekstoel als politiek podium. Dat leidde soms tot conflicten.
Hendrik Gallois kwam als jonge predikant in 1816 naar Vriezenveen. In 1817 ging hij eens naar Almelo maar kon niet over dezelfde weg terugkeren. Vele regenbuien hadden de weg veranderd in één grote modderpoel. Hij was daardoor genoodzaakt om via Wierden naar Vriezenveen terug te keren. Voor hem voldoende reden om 's zondags daarover zijn frustratie te uiten. Als thema voor de preek had hij de Bijbeltekst gekozen: "Hij reisde zijn weg met blijdschap" (Nou, … niet echt dus)
In de preek ging hij als een huidige populist geweldig te keer tegen het gemeentebestuur en hij riep zijn toehoorders op om te protesteren tegen het verwaarlozen van de openbare wegen en ook nog andere door hem geconstateerde misstanden.
Dat schoot een weldenkende ouderling verkeerd in zijn kerkelijk keelgat en hij interrumpeerde Gallois en riep met luide stem, dat men niet ter kerke was gekomen om gemeentepolitiek te bedrijven maar om Gods Woord te horen. Ds. Gallois was geenszins uit het veld geslagen en antwoordde als een gewiekst politicus: "Dat zal wel volgen, broeder Bramer".
Gevleugelde woorden, die daarna gebruikt werden als excuus door publieke sprekers wanneer ze werden betrapt op oneigenlijk of ongepast gedrag: "Heb geduld broeder, het goede komt nog".
Dominee Gallois is in 1816 in Vriezenveen als predikant begonnen en hij heeft het hier ook beëindigd. In 1856 herdacht hij zijn 40 jarig ambtsjubileum. Hij kreeg van het kerkbestuur een pendule ter waarde van 60 gulden. Hij heeft helaas niet lang van dat heldere uren slaande klokje mogen genieten Een jaar later overleed zijn vrouw en weer vijf maanden later (jan. 1858) overleed ook hij. En waar dat mooie klokje gebleven is, dat weet niemand.
Op TV hoor je nog wel eens hoe een vasthoudende journalist, een balkende politicus bij de les tracht te houden. In het ontwijkende antwoord van de politicus klinkt dan onuitgesproken het excuus van ds. Gallois weer door.
En de Vjennemån denkt er het zijne van:’t Rechte wo-i der toch nooit vån gewaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten