Posts tonen met het label Historisch Museum Vriezenveen.. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Historisch Museum Vriezenveen.. Alle posts tonen

maandag 12 december 2022

Boek: De historie van 't Vjenne in hedendaagse columns

Van 2017 tot 2022 schreef ik 83 columns voor het Historisch Museum Vriezenveen. Deze werden gepubliceerd in weekkrant: De Week van Twenterand. Deze heb ik gebundeld in een boek. Verkrijgbaar bij:
* Museum Vriezenveen, Westeinde 54 te Vr-veen,
* of te bestellen via e-mail: gertpape@gmail.com

Prijs € 17,50

In november 2017 werd ik gevraagd om voor het Historisch Museum columns te schrijven voor publicatie in De Week van Twenterand. Ik stemde toe. Korte tijd daarna werd ik tevens redactielid van Waver 't Vjenne. Voor het schijven van een historische column heb je allereerst feitenkennis nodig. Die feiten liggen vast en zijn al eerder door anderen opgetekend. In de columns worden die feiten, zo mogelijk geactualiseerd. Bij een hernieuwde beschrijving kunnen er verbanden worden gelegd om het verleden tegen het licht te houden van de hedendaagse realiteit. Gevestigde meningen kunnen in verloop van tijd veranderen en leiden en tot andere conclusies. Al schrijvende leerde ik zelf ook meer van de Vjeanse historie. Het behouden van historie noodzaakt tot het blijven herhalen van die verhalen en het doorgeven aan een volgende generatie. 

Een historische column mag geen koude kale opsomming zijn van opvolgende feiten. Dat lijkt mij niet zo aantrekkelijk voor de lezer. Ik probeer de geschiedenis zo veel mogelijk verhalend te vertellen. Ik stop er, als dat kan, ook wat van mijn eigen  gevoel in zonder daarbij teveel moraliserend te willen zijn. De gekozen onderwerpen van de columns werden mij niet aangereikt maar zijn een persoonlijke keus, voortgekomen uit het lezen van de historie of uit de actualiteit van de dag. Maar na vier jaar zoeken raak je dan toch wel een beetje verzadigd. Dat was voor mij reden om begin dit jaar de frequentie van de column  flink naar beneden bij te stellen.

zaterdag 19 juni 2021

Jacob Kruijs - een historisch reisverslag



De familie Kruys behoorde enkele eeuwen tot de notabelen van Vriezenveen. Zij waren vertegenwoordigd in het lokale bestuur en in de zakenwereld.  Zij waren schout, zelfstandig ondernemer of waren actief binnen Vriezenveens - Russische ondernemingen te Sint Petersburg. 

Over deze familie Kruys is meer bekend dan van andere soortgelijke Rusluie. Zij waren erg bedreven in het schrijven.  Dat was bij hen tot kunst verheven maar ook andere kunstvormen kregen ruime aandacht. Er zijn nogal wat familieleden onder hen geweest, die hun bevindingen en gevoelens vastlegden in proza (dagboeken, brieven) of in poëzie (gedichten) in de bloemrijke taal van hun eeuw.  

In 1812 wordt Jacob Urzinus Zacharias Kruijs geboren, zoon van vader Jan Kruijs en Maria Grevestein. Vader Jan was één van de laatste schouten en de eerste Burgmeester van Vriezenveen. Vader Jan schreef een dagboek dat een goed historisch beeld geeft van de Vjeanse samenleving van toen. Jacob was het negende kind van Jan en Maria en na hen hem kwam er nog eentje.

Jacob was nog maar 14 jaar toen hij evenals eens zijn vader, grootvader, ooms en neven vertrok naar Sint Petersburg om daar te gaan werken. Op 14 juli 1826 vertrok hij met de huifkar van de gezamenlijke Rusluie vanaf het vaste vertrekpunt aan het Oosteinde  (Smeltschuur). Hij was in gezelschap van vier volwassen personen waaronder zijn zwager. De anderen waren in dienst van het familiebedrijf Kruijs Engberts & Co. Thuis was Jacob goed toegerust maar hij zou zijn opleiding gaan voortzetten binnen een andere Vriezenveens – Russische onderneming, namelijk Jansen, Joost & Co.

Dankzij het verslag van deze jongeman is er inzicht verkregen in de route en het verloop de reis van de Rusluie naar Sint Petersburg. Die reis duurde 14 dagen waarin er nauwelijks tijd werd genomen om te rusten. In de kar was slechts ruimte voor één slaapplaats. De route liep langs 90 met name genoemde steden dorpen en gehuchten. Slechts één keer nam men gezamenlijk een nachtrust van ongeveer 6 uur. De totale reisroute liep over een lengte van ongeveer 2350 km. Tijdens de reis werd er 62 keer gestopt om paarden te verversen. Bij een posthuis werden de oude paarden verkocht en moesten er wel op tijd nieuwe beschikbaar zijn.
Jacobs verslag is geen mooi avontuurlijk of een geromantiseerd jongensverhaal geworden maar een kaal koud staccato verslag van een bijna non-stop, dag en nacht en “aait vedan” reis over vaak hobbelige wegen. Onderweg was er zodoende weinig te beleven. Waar Jacob wel enthousiast over schreef was de “heerlijke chaussee” de verharde wegen die eerder door de Fransen waren aangelegd. Steevast vermeldde hij bij halteplaatsen wat er “gespijzigt” werd, een kennelijk een smakelijk dagelijks hoogtepunt tijdens de reis. 

Het is een bijzonder informatief reisdagboekje geworden van enige historisch waarde. Het ontbeert echter de van een Kruijs te verwachten bloemrijke beschrijving. En als men dan toch iets persoonlijks verwacht, dan was het misschien wel dit; Bij Kruijs thuis hadden ze een grote hond “Roldan” maar die was nog lang niet zo groot als dat mormel wat ze daar in Custriem tegenkwamen.
En de familie Kruijs….. ja die is ook al een eeuw niet meer in Vriezenveen te vinden.




woensdag 27 januari 2021

De Middenschool - oudste school van Vriezenveen

  

Vanaf begin 1600 werd er al onderwijs gegeven in Vriezenveen. Dit betrof voornamelijk hoofdelijk onderwijs. Er werd lesgegeven door "schoelmeesters" die waren aangesteld door de Heer van Almeloe en 't Friezenvenne.

Vanaf die tijd zijn er over enkele eeuwen meerdere namen bekend van personen die vroeger in Vriezenveen als "schoolmeester" hebben gediend. Opvallend is dat bijna allen van elders (buiten Vriezenveen) kwamen. De meesten hadden daarnaast ook nog andere functies. Sommige van hen waren gerichtschrijver, personen die in staat waren om officiële stukken of aktes op te maken. Andere waren koster, voorzanger of notulist voor de gemeenteraad.

Voor de Franse tijd (1795) werd onderwijs gegeven door rondtrekkende onderwijzers of men kwam bij hen thuis in een soort klassenverband. Voor de armen was er een schoolverband wat uitging van de diaconie. Tijdens de Bataafse Republiek begon men met het stichten van scholen en de invoering van het nationaal onderwijs. Met ingang van 1806 trad de Schoolwet in werking waarbij klassikaal onderwijs wettelijk verplicht werd gesteld. In Vriezenveen werd allereerst klassikaal lesgegeven vanuit een gebouw achter de Hervormde Kerk. Later werd de Middenschool gebouwd, een vrijstaand licht gepleisterd gebouw, direct gelegen naast het gemeentehuis. De voorgevel was duidelijk waarneembaar voorzien van de naam MIDDENSCHOOL. Van 1820 tot 1862 was Jan Kunst de bovenmeester van de Middenschool. In 1901 werd de Leerplichtwet ingevoerd voor kinderen van 6 tot 12 jaar.

Bij de grote brand van Vriezenveen in het jaar 1905 werd het gemeentehuis volledig in de as gelegd. Op dezelfde plek werd een nieuw gemeentehuis gebouwd dat op enig moment verbonden werd met de naastgelegen Middenschool, die bij de grote brand wel gespaard was gebleven. In 1848 gaf de overheid haar goedkeuring voor het bijzonder onderwijs. In 1920 werd het bijzonder onderwijs geheel gelijkgesteld met het openbaar onderwijs. De Middenschool heeft als zodanig dienstgedaan tot 1924 en kreeg daarna andere bestemmingen. Maar de naam Middenschool heeft in de 19e en daarna ook in de 20e eeuw nog decennialang de voorgevel gesierd. 

 


      

woensdag 19 februari 2020

Bevrijding Auschwitz 27 januari 1945

Op de foto van links naar rechts: Julius De Haas, Sallo, Jaap Ina  en Betje Cohen. Foto in 2004 geschonken aan Hist. Museum Vriezenveen  door Chanan (Henk) De Haas. Chanan is na de bevrijding naar Israël vertrokken.


over Auschwitz en 

Vriezenveense Joodse oorlogsslachtoffers

Op 27 januari 1945 werd het kamp Auschwitz door het rode Russische leger bevrijd. Vele landen waren bij de herdenking aldaar vertegenwoordigd door hun regeringsleiders. Koning Willem Alexander en koningin Maxima en premier Mark Rutte waren namens ons land bij de herdenking aanwezig. In de media kreeg dit feit de laatste week van januari zeer ruim de aandacht. Om vrijheid werkelijk naar waarde te schatten moet je wel beseffen van welke ellende je bent bevrijd en wat dat allemaal gekost heeft. 

Het kamp is in 1940 ingericht als vernietigingskamp nabij het Poolse stadje Oswiecim (Auschwitz). Gedurende de hele oorlogstijd zijn er 1,5 miljoen mensen naar dit kamp gedeporteerd. De meesten waren Joden (1,1 miljoen) en zij werden direct na aankomst doodgeschoten of vergast. Ongeveer 200.000 kwamen om door ziekte of honger

Naast Auschwitz waren er nog meer vernietigingskampen in Polen, namelijk: Birkenau, Majdanek, Treblinka en Sobibor. Majdanek lag te noordoosten van Auschwitz. Mijn favoriete auteur James Mitchener schrijft daarover in zijn boek "Polen" het volgende; Russische krijgsgevangen verrichtten in 1941/42 dwangarbeid en bouwden in het oosten van Polen het concentratiekamp Majdanek. Daar hebben ze vijf maanden over gedaan. En toen dat klaar was werden ze allemaal, alle 5.364 man, op diezelfde dag doodgeschoten. Majdanek was nog maar één van de matige kampen van Polen. Volgens een bizar uitgedacht plan "Endlösung der Judenfrage " van Adolf Eichmann, moesten er volgens dit systeem in Majdanek per dag 360 mensen per dag worden opgeruimd. In een tijdsbestek van 2 uur, was er, van vergassing tot verbranding, niets meer van een mens over. Majdanek werkte efficiënt en haalde de norm.

Het herdenkingsmonument op het Manitobaplein vermeldt de namen van vele Vriezenveense oorlogsslachtoffers. Hierop staan ook namen van Vriezenveense Joden, die in Auschwitz om het leven zijn gebracht;

1. Koopman (Karel) Schaap * 1882 te Vriezenveen, slager van beroep, † 22 okt.1942 en zijn echtgenote 2. Juliëtta Anna Salomonson * te Enschede, † 25 jan. 1943. 3. Salomon Gerson Meiler * 1885 te Vriezenveen, koopman, † 22 okt.1942. 4. Julius Gesinus De Haas * 1883 te Vriezenveen en echtgenote 5. Betje Cohen ,* 1873 te Zuidlaren. Beiden op dezelfde dag overleden op 7 december 1942. en 6. Lion De Haas* 1869 † 11 februari 1944.

In de naamgevingen van de Karel Schaapstraat en de Julius De Haasstraat kregen zij een blijvende herinnering aan hun bestaan en hun tragisch lot.

Opdat wij nooit vergeten.













Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...