Posts tonen met het label Rusluie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rusluie. Alle posts tonen

donderdag 12 augustus 2021

Wicher Jansen, zakenman in hart en nieren.

 


Wicher Jansen, geboren te Vriezenveen in 1727, was een zeer ondernemende zakenman. Hij was koopman, handelaar in linnen en ging reizend door Europa. Hij was een echte zakelijke pionier, altijd op zoek om nieuwe afzetmarkten voor zijn producten te vinden. Samen met Jan Berkhoff en Hendrik Schoenmaker zetten zij in 1757 - 1761 een handel op met Curaçao en verscheepten zij linnen en indigo kleurstof. In 1760 dook hij op in Moskou en een jaar later zat hij Sint Petersburg.


In Sint Petersburg was hij firmant in Scholl, Jansen, Kruijs & Co en eveneens in Jansen, Gebr. Prinsen & Co te Sint Petersburg. De gebroeders Prinsen traden terug en vanaf 1785 werd deze firma in hoofdzaak gedreven door zijn zoon Lukas. Er was binnen de firma al langere tijd een Lukas Joost werkzaam die in 1805 mede firmant werd. De bedrijfsnaam werd daarop gewijzigd in Jansen, Joost & Co. De activiteiten van Jansen, Prinsen & Co werden voortgezet in Jansen, Joost & Co. Er zijn zeker wel 35 namen bekend van personen, die firmant zijn geweest en Wicher Jansen (*1727) wordt als de oprichter genoemd.

Jansen, Joost & Co was gevestigd in de panden Gostini Dvor 125 – 126 en is van alle Vriezenveens-Russische ondernemingen te Sint Petersburg zonder enige twijfel de belangrijkste geweest en heeft ook het langst zakelijk bestaan (1805 -1892). Vele van de latere bekende Vriezenveners in Sint Petersburg hebben in deze firma hun opleiding genoten en gold voor hen ook als springplank voor eigen ondernemingsactiviteiten. 

De oorspronkelijke activiteit van Jansen, Joost & Co was de handel in linnen en textiel, echter ook andere handel was hun niet vreemd. Zo hebben zij zich onder andere ook bezig gehouden met de verkoop van haring. Deze haring werd samen met nog weer andere goederen verkocht vanuit een 3e winkelpand in Sint Petersburg, het zogeheten Huis van Kotomin aan de Wosnessensky Prospect.

In 1783 keerde Wicher Jansen definitief van Rusland terug naar Vriezenveen. Zijn zaken in Rusland werden voortgezet door zijn zonen. Hij reisde per boot. Hij had 13 dagen op gunstige wind moeten wachten in Sint Petersburg en de reis duurde ook nog eens 16 dagen voordat hij in Terschelling aankwam. Vriezenveense handelsgoederen werden daarentegen meestal via land aangevoerd naar Lübeck en vandaar verscheept naar Sint Petersburg.

Wicher Jansen werd in 1727 te Vriezenveen geboren als zoon van Jan Wiggers Jansen en Hendrikje Jansen Smit. Wicher Jansen trouwde in 1748 te Vriezenveen met Lena Lubberts. Ze woonden afwisselend in binnen- en buitenland Ze kregen zeven kinderen waarvan er drie in Sint Petersburg geboren zijn en de anderen te Vriezenveen. Hij overleed in 1813 te Vriezenveen op de hoge leeftijd, oud 86 jaar. Hij was de stamvader van een sterke Vriezenveense ondernemersfamilie.


Historisch Museum Vriezenveen, Gert Pape

zaterdag 19 juni 2021

Jacob Kruijs - een historisch reisverslag



De familie Kruys behoorde enkele eeuwen tot de notabelen van Vriezenveen. Zij waren vertegenwoordigd in het lokale bestuur en in de zakenwereld.  Zij waren schout, zelfstandig ondernemer of waren actief binnen Vriezenveens - Russische ondernemingen te Sint Petersburg. 

Over deze familie Kruys is meer bekend dan van andere soortgelijke Rusluie. Zij waren erg bedreven in het schrijven.  Dat was bij hen tot kunst verheven maar ook andere kunstvormen kregen ruime aandacht. Er zijn nogal wat familieleden onder hen geweest, die hun bevindingen en gevoelens vastlegden in proza (dagboeken, brieven) of in poëzie (gedichten) in de bloemrijke taal van hun eeuw.  

In 1812 wordt Jacob Urzinus Zacharias Kruijs geboren, zoon van vader Jan Kruijs en Maria Grevestein. Vader Jan was één van de laatste schouten en de eerste Burgmeester van Vriezenveen. Vader Jan schreef een dagboek dat een goed historisch beeld geeft van de Vjeanse samenleving van toen. Jacob was het negende kind van Jan en Maria en na hen hem kwam er nog eentje.

Jacob was nog maar 14 jaar toen hij evenals eens zijn vader, grootvader, ooms en neven vertrok naar Sint Petersburg om daar te gaan werken. Op 14 juli 1826 vertrok hij met de huifkar van de gezamenlijke Rusluie vanaf het vaste vertrekpunt aan het Oosteinde  (Smeltschuur). Hij was in gezelschap van vier volwassen personen waaronder zijn zwager. De anderen waren in dienst van het familiebedrijf Kruijs Engberts & Co. Thuis was Jacob goed toegerust maar hij zou zijn opleiding gaan voortzetten binnen een andere Vriezenveens – Russische onderneming, namelijk Jansen, Joost & Co.

Dankzij het verslag van deze jongeman is er inzicht verkregen in de route en het verloop de reis van de Rusluie naar Sint Petersburg. Die reis duurde 14 dagen waarin er nauwelijks tijd werd genomen om te rusten. In de kar was slechts ruimte voor één slaapplaats. De route liep langs 90 met name genoemde steden dorpen en gehuchten. Slechts één keer nam men gezamenlijk een nachtrust van ongeveer 6 uur. De totale reisroute liep over een lengte van ongeveer 2350 km. Tijdens de reis werd er 62 keer gestopt om paarden te verversen. Bij een posthuis werden de oude paarden verkocht en moesten er wel op tijd nieuwe beschikbaar zijn.
Jacobs verslag is geen mooi avontuurlijk of een geromantiseerd jongensverhaal geworden maar een kaal koud staccato verslag van een bijna non-stop, dag en nacht en “aait vedan” reis over vaak hobbelige wegen. Onderweg was er zodoende weinig te beleven. Waar Jacob wel enthousiast over schreef was de “heerlijke chaussee” de verharde wegen die eerder door de Fransen waren aangelegd. Steevast vermeldde hij bij halteplaatsen wat er “gespijzigt” werd, een kennelijk een smakelijk dagelijks hoogtepunt tijdens de reis. 

Het is een bijzonder informatief reisdagboekje geworden van enige historisch waarde. Het ontbeert echter de van een Kruijs te verwachten bloemrijke beschrijving. En als men dan toch iets persoonlijks verwacht, dan was het misschien wel dit; Bij Kruijs thuis hadden ze een grote hond “Roldan” maar die was nog lang niet zo groot als dat mormel wat ze daar in Custriem tegenkwamen.
En de familie Kruijs….. ja die is ook al een eeuw niet meer in Vriezenveen te vinden.




woensdag 9 december 2020

Russische revoutie - einde van twee eeuwen Vriezenveense - Russsiche handelsbetrekkingen


 
Vriezenveense ondernemers waren twee eeuwen lang zakelijk actief in de internationale handelsstad Sint Petersburg. Sommige Rusluie families waren zeer gefortuneerd en bezaten winkels en landgoederen en verbleven 's zomers in hun datsja' s (buitenverblijven). De revolutie van 1917 was voor velen een reden om terug te keren naar Nederland maar een groep van ca 200 Nederlanders besloot te blijven. maar ondervond in toenemende mate verdrukking en leed gebrek.

Het is een dode stad, enkele zaken zijn nog open, schrijft in 1919 Jan Hoek. Veel winkels zijn met planken dichtgespijkerd. De nieuwe regering heeft haar eerste jaar gevierd en daar 25 miljoen roebel aan uitgegeven terwijl er honger wordt geleden. Het is een treurigheid, een gruwel van dat ordinaire burgerlijke volk. Het socialisme is een dwaasheid, een utopie en een volkomen onmogelijkheid, een gevaarlijke besmettelijke ziekte.

Er wordt een "Comité ter behartiging van de Nederlandse belangen in Rusland" opgericht. Dat bestaat uit 9 leden waaronder Jan Hoek en dominee Schim van der Loef en ieder lid heeft een specifieke taak. Jan Hoek krijgt opdracht om de uitdeling van voedselpakketten te verzorgen. Na een eerste uitdeling van die pakketten wordt dit door de Bolsjewieken verboden. Maar met behulp van het Zwitserse gezantschap wordt een gekunstelde toestemming verkregen om in de provincie voedselpakketten te mogen halen.

Dan gaan drie Zwitsers, Jan Hoek en een andere Nederlander De Graan samen met een Russische tolk op weg, helemaal naar het Wolga-gebied. Twee maanden later komen ze terug met vier volle wagens met aardappelen, half bevroren varkens en hammen, die onder de Zwitserse en Hollandse kolonies  worden verdeeld. Het was een hachelijke onderneming en de kans van slagen was gering. Vaak werden zij gecontroleerd en dreigde inbeslagname van de goederen. Echter op vertoon van hun Zwitserse papieren dekmantel, mochten ze verder. Jan Hoek en anderen verrichten zo een heldendaad. En te midden van al deze chaotische toestanden vond Jan Hoek de liefde van zijn leven in de 22 jarige Russin Lily Maskovitz.

In april 1919 barstte de oorlog in alle hevigheid uit. Niemand kon Rusland nog uit. De achterblijvers zaten als ratten in de val. Aan de privileges van de buitenlanders kwam definitief een eind. Jan Hoek, Wertheim, ds. Schim van der Loef en een Schaper worden gearresteerd. Ze zaten 52 dagen vast en hebben zwaar geleden. Zeker is dat er velen gestorven zijn door ziekte, uitputting of geweld. Hendrik Smelt en Johan Harmsen stierven aan ondervoeding. Albert Compagne raakte zijn landgoed kwijt. Hij en zijn gezin werden gedwongen arbeid te verrichten op hun eigen grond en stierven door uitputting. 

De geheime dienst doet een inval in het gezantschapgebouw en het gebouw en kluis worden opgeblazen. De aanwezigen worden gevangengenomen. Na twee weken Petrograd worden ze overgebracht naar Moskou. Van velen van hen is niets meer vernomen. 

Pas op 25 april 1920 vertrekken de laatste achterblijvers uit Sint Peterburg met de Lingestroom, een door de Nederlandse overheid gecharterde boot. Aan boord zijn onder andere ds. Schim van der Loef en Jan Hoek met zijn verloofde. 


woensdag 2 oktober 2019

Smeltschuur - klare klanken klinken onder een gebint van Fins hout


Veertien september, nationale monumentendag 2019, start genoeglijk met een heerlijk zonnetje in het feestelijk versierde 650 jarige Vriezenveen. Evenals eerdere jaren zijn veelal dezelfde historische gebouwen voor publiek opengesteld. Eén van hen is de Smeltschuur, het welbekende vertrekpunt van de Rusluie eertijds voor de reis per koets naar de handelsstad Sint Petersburg.

Zijn juiste plek aan het Oosteinde, de muren en de gebinten vertolken de historische waarde. Het inpandige is naar de hedendaagse, moderne tijd aangepast en is als showroom in gebruik bij Raab Kärcher. Bouwstenen in allerlei maten en kleuren worden langs wanden en op stellingen getoond en vullen de ruimte. In volle verlichting toont de ruimte zich in lichte terracotta tinten en je waant je zowaar in Toscane.

Op monumentendagen organiseert men in de Smeltschuur steeds weer iets bijzonders dat de historie met het heden verbindt. Dit jaar is dat een jeugdig muzikaal duo, dat al enige furore heeft gemaakt. Het duo bestaat uit de zeventienjarige Annika van Driel en de zestienjarige Celeste de Groot. Laatstgenoemde heeft roots in Vriezenveen (opa en oma Boes, Kerkstraat). Het duo veroverde op het Kunstbende Young Creators Festival 2019 te Zwolle de eerste prijs van de provincie Overijssel. In juni deden ze in het Westergastheater te Amsterdam mee aan een landelijke wedstrijd.

En dan klinken ineens klare klanken van het talentvolle duo op tussen de kleurige klinkers en vullen de ruimte. Het aanwezige publiek luistert heel aandachtig. Annika en Celeste brengen het eigen en winnend nummer "Beast" ten gehore. Annika, zichzelf begeleidend op haar synthesizer, laat zich in tekstbeleving van het lied Valerie al even uitbundig meeslepen als Amy Winehouse zelf. Celeste is wat meer ingetogen en haar heldere en softe veloursstem klinkt mooi in lieflijke luisterliedjes en rustige ballads. Zij zingt, speelt piano en viool. Ze zingen nog enkele liederen en op verzoek ook enkele nummers van de Beatles waaronder het onvergankelijke en generaties overstijgende Yesterday en het publiek zingt gewoon mee. Goede muziek raakt mij en tilt mij naar hogere sferen.|

En daar in de Smeltschuur aanschouwde ik voor het eerst, in letterlijke zin, zijn hogere sferen, de gebinten op de bovenetage, die met nieuw Fins hout naar oorspronkelijk model zijn gerestaureerd; een fascinerend bouwkundig lijnenspel als een kunstwerk.


woensdag 23 januari 2019

Wicher Berkhoff - van Vjeanse timmerman tot Russisch admiraal



van Berkhoff naar Barkov tot Baickhoff
In 1794 werd aan het Oosteinde in het Kooykershuis een boerenzoon geboren, luisterend naar de naam Wicher Berkhoff.  Als kind was hij al  zeer geïnteresseerd in boten, de turfschuiten en de Enterse zompen, die hij, dicht bij huis, door de Schiploot zag varen. En als er gebreeuwd of gerepareerd moest  worden  dan stond hij er direct met zijn neus boven op en hielp graag een beetje mee. 
Hij volgde een opleiding tot timmerman maar hij wilde eigenlijk scheepstimmerman worden. Vastbesloten vertrok deze 20 jarige ambitieuze jongeman in 1814 naar Sint Petersburg.  Zijn ouders lieten hem node gaan. 

Via bemiddeling van de Vriezenveense Rusluie gemeenschap in  Sint Petersburg werd hij loopjongen op de Russische marinewerf.  In korte tijd ontwikkelde hij zich daar tot een prima scheeptimmerman. Hij blonk uit in vakkennis en ijver en maakte in korte tijd een enorme ontwikkeling door. Dit blijkt uit een brief van 20 april 1818 waarin hij vertelt over zijn hoge positie. Hij wist zich uiteindelijk op te werken tot chef van de Russische marinewerven in de functie van Admiraal van de Russische oorlogsvloot. Zijn uitgebreide functieomschrijving, positie en verantwoordelijkheden blijken uit enkele documenten van het Centraal Archief van de Russische Oorlogsvloot en van het Historisch Staatsarchief van de regio Leningrad.  Deze documenten kwamen ter kennis van de "het Historisch museum Vriezenveen" via de vereniging USSR - Nederland.

Als admiraal was hij in Rusland bekend onder de naam Barkov. Hij werd daar eens door de Russische tsaar ontboden. Deze ontmoeting beschrijft hij in een brief aan zijn familie te Vriezenveen. Ook daarna heeft hij nog meerdere keren met de tsaar gesproken.

In tegenstelling tot de meeste Vriezenveners te Sint Petersburg trouwde hij met een Russische en hij "verrussischte" helemaal. Meerdere van zijn kinderen en verdere nazaten vonden in de loop der geschiedenis hun plek bij de Russische marine.
De Rusluie keerden na  de Russische revolutie van 1917 veelal berooid terug naar hun vaderland met achterlating van bezittingen, die vervielen aan de staat. De familie Barkov wist zich als Russisch staatsburger , toen en ook daarna, onder de Russische Federatie USSR uitstekend te handhaven.


Toen in 1956 de Nederlandse schout bij nacht L.J. Goslings met een Nederlands smaldeel een bezoek bracht aan de Russische marinevloot te Leningrad (eerder Sint Petersburg) werd hij ontvangen door de Russische marinecommandant te Leningrad, namelijk Wladimir Baickhoff. Hij is een achterkleinzoon van de Vriezenveense boerenzoon Wicher Berkhoff.

Nog eenmaal heeft admiraal Barkov in 1865, inmiddels 71 jaar oud, zijn familie  in zijn geboortedorp Vriezenveen opgezocht. Hij was zo lang weggeweest dat hij zich opnieuw aan  zijn zuster moest voorstellen omdat zij hem niet meer herkende.

Wicher Barkov overleed op 14 april 1869 in zijn fraai gelegen woning aan Admiraalskade , op één van de mooiste plaatsen van de Russische stad Sint Petersburg waar hij ook begraven is.
In de Vriezenveense geschiedschrijving  wordt Wicher Berkhoff  één van Vriezenveens grootste zonen genoemd. 




(bron: "de Ruslandvaarders" van J. Hosmar  1986)

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...