Sluipend komen oude herinneringen bij vlagen
schoorvoetend mijn overvolle brein opjagen.
Als ik mij daarop dan diep denkend concentreer
ben ik vreemd verrast, wat ik dan nog weet van weleer.
Mijn gedachten worden aldus heel gericht geleid,
naar welhaast vergeten, reeds lang vervlogen tijd.
Het is gewoon werkelijk niet voor te stellen
wat men van vroeger dan nog weer weet te vertellen
en uitroept: Oh ja, wat mooi, nu ik weet ‘t weer!
Na een voltooid werkzaam leven voel ik mij vereerd
met ‘t genoeglijk feit: ik ben met recht gepensioneerd.
Werk en tijd, eerder door baas en kerkenraad bepaald
zijn uit mijn minder drukke agenda voorgoed gehaald.
Schuldloos wandel ik nu dankbaar, vrolijk, vrij en blij
in bossen, veenschappen of op de Kloosterhaarse hei.
In die nu zo vrije en verlichte tijd, denk ik met vreugd
aan die vroegere jaren van mijn zorgeloze jeugd
aan die onbevangen omgang met mijn klasgenoten
zo ongecompliceerd, wat heb ik daar als kind toch van genoten.
En gedachten komen dan, hoe het vroeger eens was
in de vijftiger jaren ten tijde van de laag’re schoolse klas,
en daarbij komt ook “Ken uw dorp en heb het lief” mij wel zeer van pas.
Ik schrik bij het vergelijk van het heden met het verleden
verfoei wat op ‘t Westeinde onder mom van modernisering
uit het oude Vjèènse straatbeeld voorgoed is verdwenen
en bewonder nu het zo fraai gerestaureerde Oosteinde
waar historie meer is bewaard; dat vind ik nu toch wel het einde.
Maar onder druk van groeiende verantwoordelijkheid
was het onze jeugd, die ongemerkt met de tijd verglijdt.
De strijd om werk, naar erkenning, roem of ik enig vermogen
heeft bij menigeen ongewild de bloeddruk wel doen verhogen.
en als wij zelf niet goed op onze leefwijze letten
zijn we dan ineens beperkt, en zitten wij zo ongemerkt
zomaar aan de hoge boeddruktabetten.
Vergane jaren hebben onder oud-klasgenoten al slachtoffers gemaakt
na tien of twaalf doden ben ik dan toch echt de tel wel kwijtgeraakt.
Van de 35 hebben velen nog de levensstrijd doorstaan,
verbouwereerd danwel vereerd, allen zijn nu mooi gepensioneerd.
Van het gewicht van de daag’lijkse werkplicht ontslaan,
met enkele mankementjes, voer ik toch welhaast een stressloos bestaan.
Ik steek nu veel tijd in herbeleving van die goeie ouwe tijd
want vroeger, ja ja, in die goeie vroeg're ouwe tijd van vroeger,
was ik nooit bang, want toen ook was al generaties lang
...altijd.....alles voortreffelijk en vééél beter.