Posts tonen met het label historie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label historie. Alle posts tonen

dinsdag 2 oktober 2018

Boerderij ‘De Grooten’ op Monumentendag


 Gert Pape, Historisch Museum Vriezenveen

Zaterdag 8 september was de jaarlijkse Nationale Monumentendag. We besloten om boerderij ‘De Grooten’ met een bezoek te vereren. Enige kennis van dat pand had ik vooraf opgediept uit de dorpskroniek: ‘Ken uw dorp en heb het lief’.

‘De Grooten’ is gelegen aan de noordzijde van het Westeinde. Hij ligt wat verscholen achter een ruime voortuin en onder de schaduw van een enkele grote eikenboom. Vroeger stonden er veel meer bomen aan weerszijden van de straat. Bomen met overhangende takken, vol van lover, zorgden samen voor een gesloten bladerdak. Voor het oog ontstonden er zo groene poorten met fraaie beelden van Vjeanse taferelen. Beelden als waren het schilderijen, die we alleen nog kennen van oude ansichtkaarten en die Vjenne de aanduiding van ‘Het groene dorp’ bezorgden.

Bouw, restauratie en inrichting
We betraden de boerderij aan de voorzijde en vanaf de eerste meter was het één en al verbazing. Vanuit ons huidige beeld van moderne woninginrichting met vernieuwende duurzame spitsvondigheden werden wij pardoes een eeuw teruggeworpen in de tijd.
De boerderij is na de grote brand van 1905 herbouwd. De zorgvuldig samengestelde inrichting van de boerderij ademt oprechte oudheid uit met de warme sfeer van ouderwetse gezelligheid maar is wel van alle moderne gemakken voorzien; een goede, niet storende combinatie van vroeger en nu. Als passant heb je geen idee wat er achter die gevel aan historische waarde verscholen ligt.

Op deze dag geeft de boerderij haar geheimen prijs, mogelijk gemaakt door de huidige bewoners, Frits en Rina Jonker. Sinds de aankoop van het pand in 2004 hebben zij voortdurend gewerkt om de boerderij zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Dat omvatte een herinrichting van keuken en kamer. Een kale windveer werd weer voorzien van de oorspronkelijke sierlijsten.

De deel is voor bewoning ingericht en voorzien van oude gebruiksvoorwerpen, die zijn verzameld en aldaar zijn uitgestald. Buiten is een werkende waterput gebouwd op een aangeboorde waterwel.

Achter de woning ontdekten we tot onze verbazing in één van de bijgebouwen een oude ambachtelijke timmermanswerkplaats, compleet met toenmalige in gebruik zijnde gereedschappen.
Boerderij, bijgebouwen en erf vertellen ons een stukje Vriezenveense geschiedenis van het leven van begin vorige eeuw. Die waarde is jaarlijks zichtbaar voor het publiek door de openstelling op Open Monumentendag. Dit jaar alweer voor de 10e keer.

Historie
De boerderij, althans de bedoelde locatie of ‘huusplaatse’ bestaat al meer dan 310 jaar. De adressering was eerder wijk IV - 536 en vanaf 1957 is het Westeinde 158.
Uit een testament van 1717 zijn als eerste eigenaren bekend Berend Engberts en Aaltje Jansen Dodde. Na hen volgden nog een aantal eigenaren. In 1797 verkochten de erven van de toenmalige eigenaar de boerderij aan Frederikus de Groot. Hij wordt dan eigenaar van: "huis, schuur en twee akkeren opgaans" en een part van de tegenover gelegen rosmolen.
Deze de Groot had drie zonen: Egbert (1786 - 1847) en Jan (1795 - 1854) die beiden vertrokken naar Rusland en daar in de handel gingen. Ze bleven beiden ongehuwd en keerden later naar hun geboortedorp terug. Van het vergaarde vermogen werd rond 1850 een voor die tijd deftige boerderij gebouwd waarvan de huidige schuur met kookhuis nog de restanten zijn. Een andere zoon Hendrikus is op de ouderlijke woning blijven wonen. De huisnaam De Grooten komt van deze familie de Groot.

zaterdag 28 juli 2018

Westerhaar - Vriezenveensewijk - van toen en nu - een geelzucht epidemie - en een update




 Gert Pape - Historisch Museum Vriezenveen 

Westerhaar -Vriezenveeensewijk is van oorspong een rasechte veenkolonie: hardwerken en bittere armoe en achterstelling. De naamgeving  rond het tweelingdorp kent een lange en bewogen geschiedenis (1933-1955). De bestuurlijke overheid bleek niet in staat om met een breed aanvaardbare oplossing te komen. Bestuurlijk nam men afstand en het dorp raakte achterop en in een isolement.

Met de huisvesting was het destijds slecht gesteld. Er waren nog plaggenhutten, die verstoken waren van sanitaire voorzieningen. Bovendien kwamen er vele gedwongen huwelijken voor, wat leidde tot overbevolkte woningen. Omliggende plaatsen namen daardoor duidelijk afstand van het tweelingdorp. Er werd echter zelf weinig ondernomen om de situatie te verbeteren en ook de overheid deed niets aan deze mensonwaardige omstandigheden.


Geelzucht epidemie 1967
"In mei 1967 brak in Westerhaar-Vriezenveensewijk een geelzuchtepidemie uit. Van de 4000 inwoners zijn er ruim 700 ernstig besmet geraakt. De epidemie werd snel onderkend door de enige arts van het dorp, dokter De Vries. Op de scholen werden direct  richtlijnen bekendgemaakt om de hygiëne te bevorderen. De spoedig getroffen maatregelen konden de epidemie niet tot staan brengen. Tot op de dag van vandaag is de epidemie een traumatische ervaring voor de hele gemeenschap. Er was geen gezin waarin niet iemand aan de ziekte leed. De slechte sanitaire voorzieningen en het geringe hygiënische besef van de bevolking worden genoemd als de mogelijke oorzaak waardoor de epidemie kon ontstaan. Later werd de waterleiding als mogelijke verspreider van de ziekte genoemd. In oktober 1967 werd het laatste geval van geelzucht aangegeven en hiermee was de epidemie tot staan gebracht".


Na de epidemie veranderde er in vijftien jaar veel voor het dorp. In de jaren zeventig werden er vele woningwetwoningen uit de grond gestampt en werd de oude bouw totaal gerenoveerd. Dit was het grootste renovatieproject uit die tijd. Er was een bedrag van zeven miljoen gulden mee gemoeid. Ook nam men maatregelen om het onderwijs te verbeteren, het analfabetisme te bestrijden.

In 1988 schreef men  over een grote (seizoens)werkeloosheid, die in de beginjaren 80 opliep naar 50% mede door het ineenstorten van de bouwsector. Er was een vrij eenzijdige beroepsbevolking in het dorp, dat zelf maar weinig eigen industrie kende, alleen het stratenmakersbedrijf was goed vertegenwoordigd.



Update
Nu rijdt men, ongeacht uit welke richting men ook komt, het dorp binnen over ruime asfaltwegen met fraaie woningen en verzorgde tuinen. Het dorp kan goed wedijveren met de plaatsen in haar omgeving  en deelt volledig en gelijkwaardig mee in de Twentse conjunctuur.

Op industrieterrein "de Garstelanden"  zijn nu verschillende takken van industrie gevestigd. Het dorp beschikt over een prachtig Kultuurhuus met sportaccommodatie, dat tevens de beschikking heeft over sociale- en medische voorzieningen. Er is een nieuw verzorgingstehuis gerealiseerd en lokale scholen zijn samengevoegd in een nieuw en modern gebouw. Middenstandszaken zijn redelijk vertegenwoordigd.
Er is een hechte dorpsgemeenschap met een breed verenigingsleven en met gedreven vrijwilligers. Het heeft een damclub die jarenlang landelijk op topniveau presteert en die in de beginjaren 80 in haar eigen gebouw de wereld-jeugd-damkampioenschappen mocht organiseren.

vrijdag 25 mei 2018

Geleide herinneringen aan vroeger, toen was alles beter


Sluipend komen oude herinneringen bij vlagen 
schoorvoetend mijn overvolle brein opjagen.
Als ik mij daarop dan diep denkend concentreer 
ben ik vreemd verrast, wat ik dan nog weet van weleer.

Mijn gedachten worden aldus heel gericht geleid, 

naar welhaast vergeten, reeds lang vervlogen tijd.
Het is gewoon werkelijk niet voor te stellen 
wat men van vroeger dan nog weer weet te vertellen 
en uitroept: Oh ja, wat mooi, nu ik weet ‘t weer!

Na een voltooid werkzaam leven voel ik mij vereerd

met ‘t genoeglijk feit: ik ben met recht gepensioneerd.
Werk en tijd, eerder door baas en kerkenraad bepaald
zijn uit mijn minder drukke agenda voorgoed gehaald.
Schuldloos wandel ik nu dankbaar, vrolijk, vrij en blij
in bossen, veenschappen of op de Kloosterhaarse hei.

In die nu zo vrije en verlichte tijd, denk ik met vreugd

aan die vroegere  jaren van mijn zorgeloze jeugd
aan die onbevangen omgang met mijn klasgenoten
zo ongecompliceerd, wat heb ik daar als kind toch van genoten.

En gedachten komen dan, hoe het vroeger eens was

in de vijftiger jaren ten tijde van de laag’re schoolse klas,
en daarbij  komt ook “Ken uw dorp en heb het lief” mij wel zeer van pas.

Ik schrik bij het vergelijk van het heden met het verleden

verfoei wat op ‘t Westeinde onder mom van modernisering 
uit het oude Vjèènse straatbeeld voorgoed is verdwenen
en bewonder nu het zo fraai gerestaureerde Oosteinde
waar historie meer is bewaard; dat vind ik nu toch wel het einde.

Maar onder druk van groeiende verantwoordelijkheid

was het onze jeugd, die ongemerkt met de tijd verglijdt.
De strijd om werk, naar erkenning, roem of ik enig vermogen
heeft bij menigeen ongewild de bloeddruk wel doen verhogen.
en als wij zelf niet goed op onze leefwijze letten
zijn we dan ineens beperkt, en zitten wij zo ongemerkt 
zomaar aan de hoge boeddruktabetten.

Vergane jaren hebben onder oud-klasgenoten al slachtoffers gemaakt

na tien of twaalf doden ben ik dan toch echt de tel wel kwijtgeraakt.
Van de 35 hebben velen nog de levensstrijd doorstaan,
verbouwereerd danwel vereerd, allen zijn nu mooi gepensioneerd.
Van het gewicht van de daag’lijkse werkplicht ontslaan,
met enkele mankementjes, voer ik toch welhaast een stressloos bestaan.

Ik steek nu veel tijd in herbeleving van die goeie ouwe tijd

want vroeger, ja ja, in die goeie vroeg're ouwe tijd van vroeger, 
was ik nooit bang, want toen ook was al generaties lang
...altijd.....alles voortreffelijk en vééél beter.


dinsdag 19 september 2017

20160921 't paard van Troje en 't Twentse ros















Dat paard van Troje
of het echt waar is, weet ik niet,
is door Homerus beschreven fantasie,
gerekend tot de Griekse mythologie

Dat paard van Troje
klinkt mooi maar is ook, hoe banaal
een oud klassiek oorlogsverhaal
en dan vallen er ook altijd dooie.

Dat paard van Troje
die was zo listig en zo ingenieus
hij was niet echt, maar wel heus
een houten klaas, gewoon een houten dooie.

Dat paard van Troje
is pure fantasie verstopt in mythologie,
is niks waard, ik houd niet van dat paard
al is het dan ook nog zo'n houten, mooie, dooie.

Een Twent, dat is een nuchtere vent
die heeft niks op met vreemde mythologie.
Tukkers huldigen hun eigen regionale historie
van potjandorie grootse Twentse glorie
waarin zij zich historisch verankerd wanen.

Maar wat davert daar dan nu zo dreunend
toch stiekem op de mythologie leunend
door Herman Finkers "spreukjesbos"
met lange golvende en wapperende manen:
een paard! ……..
't  eigen nooit volprezen Twentse ros.

En dat verhaal, beste leuke leu uut Twente
is echt woar en heel gezòònd
mythologie van d' oale Twentse koale gròònd.

zaterdag 24 december 2016

Prettige kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar

20161224  tempis fugit  tijd  vliegt - a happy  New Year


Nu is er bijna al weer een vol jaar voorbij
in een lange reeks van jaren,
met soms bewogen jaren, die komen en gaan
waarin we bouwen aan ons aardse bestaan

Sinds maanden zijn we nu officieel met pensioen,
en hebben zo meer tijd om nog wat minder te doen
Zo  lijkt dan de laatste maand van 't jaar: december
" just the right time and place to remember"

Nu we wat ouder, grijzer en strammer worden
zijn wel 's bang, want we weten immers nooit hoe lang
het nog kan om mijmeringen over onbelichte dingen,
elkaar nog te zeggen en  ze wat nader uitleggen.

En naarstig gaan we dan daar heel hard naar zoeken
in 't  hart en sectoren van mijn hoofd, in alle hoeken.
Maar hoe ik ook zoek, ik vind ze echter niet,
ook al ben ik daarmee toch zò druk, druk….druk
ik kom niet verder dan maar één enkel woord:
het mooiste woord,
namelijk: ………GELUK…………!

Dat wens ik jullie allemaal van harte toe
voor nu en de komende Kerstdagen
die van 't gelijk en van 't geluk
van Christus komst gewagen.

En met dit vriendelijk gebaar
wens ik voor jullie allen met elkaar
de allerbeste wensen
voor het Nieuwe Jaar.


© Gert Pape

dinsdag 8 maart 2016

20160308 Kinderdijk

In maart 2015 genoten wij van een midweek - vakantie in Zeeland. We besloten om op de terugweg eindelijk eens Kinderdijk aan te doen. Daar moet iedere rechtgeaarde Nederlander toch zijn geweest. Negentien watermolens bij elkaar om, in drie trappen, het water de polder uit te pompen. Uniek in de wereld en daarom terecht vermeld op de werelderfgoedlijst van de Unesco.
Voor ons als 60 plussers de hoogste tijd om die culturele verplichting in te lossen.

Kinderdijk is rond 750 na Christus ontstaan. Een woest, moerassing en onbewoonbaar gebied. De omringende rivieren traden regelmatig uit hun oevers en zorgden ervoor dat alles onder water kwam te staan. De geschiedenis daarna wordt gevuld door de voortdurende strijd tegen het hoge water.

Kinderdijk ligt in de Alblasserwaard. Dat is een is een landstreek in het zuidoosten van de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het is een laaggelegen en dunbevolkt gebied dat wordt omsloten door rivieren en kanalen. De Alblasserwaard wordt doorsneden door sloten, vaarten en een tweetal kleine riviertjes: de Alblas en de Giessen.
En in de laagste, westelijke punt van de Alblasserwaard vindt u het dorp Kinderdijk, waar 19 authentieke, iconische windmolens het polderlandschap sieren…

Wij geven via de bijgevoegde foto's een redelijk duidelijk overzicht van deze molens. Er is één molen opengesteld en die fungeert als museum om de historie door te geven. 
Het interieur werkt daaraan mee. (collage)

Kom naar Kinderdijk
kom en verrijk
uw kennis en cultuur
van ons land
van Nederland.

Foto's : G. Pape - Wichers
Tekst  : G. Pape






zaterdag 2 januari 2016

20160103 Militaire dienstplicht - lichting 71 - 1

Op deze datum is het precies 45 jaar geleden dat ik moest aantreden voor de militaire dienstplicht. Een goede reden te gaan graven in een grauw - grijze massa van vroegere en vage herinneringen aan de dienstplicht om die op te halen.
Het is een lijvig stuk en t
e lang voor een kort verhaal. Hierbij slechts een inleiding.


De oproeping ter inlijving 
De dienstplicht destijds was militaire educatie binnen een sterk hiërarchisch opgebouwd deel van de samenleving, het leger. Mijn diensttijd is een goede aanvulling geweest op mijn beschermde opvoeding van thuis. Ik kreeg hierdoor een bredere kijk op de samenleving van piepeltjes van allerlei pluimage. Het leerde mij bovendien om voor m' n eigen mening op te komen. Als je dat daar niet doet, dan raak je al snel ondergesneeuwd.

Op 3 januari 1971 verplichtte men mij om 's morgens om 09.00 uur aanwezig te zijn bij de LIMOS te Nijmegen. Dat was bittere noodzaak en van landsbelang. Het land moest namelijk beschermd en verdedigd worden en dat kon kennelijk onmogelijk zonder een wezenlijke bijdrage van ondergetekende.

Voor de zekerheid had men een gratis treinkaartje bijgevoegd. Dit om te voorkomen dat ik, net als een onwillige Jona, misschien de boot zou nemen, en even weerbarstig als hij, de andere kant op zou reizen. Maar ach, voor een van - huis - uit zo'n plichtsgetrouw en mak schaap als ik toen was, bestond daarvoor geen reëel gevaar.

 Zo reisde ik op die dag met een onbestemd gevoel af naar een onbekende wereld, in de wetenschap, dat ik mijn moeder maar nog meer mijn liefje van toen en heden, voor een periode van twee vreesachtige weken, niet zou zien en onderweg deed ik toch nog maar een paar schietgebedjes. Tijdens de treinreis staarde ik machteloos en wat terneergeslagen naar het treinkaartje. Dat treinkaartje was gratis verstrekt en betaald door de minister van Defensie, die mij heel slinks, via eerder ingehouden loonbelasting, daaraan stiekem ook nog zelf aan had laten meebetalen. Deze geslepen methodiek noemt men sociale solidariteit. Op dat onzekere moment echter, was mijn solidariteit aan de Nederlandse staat eventjes niet zo groot.

Kijkend naar het kaartje verweet ik deze hoogedele gestrenge heer hartgrondig zijn slechte timing, het was namelijk de verjaardag van mijn moeder. Dat hij dààr nu geen rekening mee gehouden had! Dat viel me zwaar van hem tegen.
Ik was 19 jaar oud en twee maanden later zou ik 20 worden.

Thuis ontving ik een papier: een "Oproeping ter inlijving". Ik bedacht, dat ik met lijf, leden en geest, voor de duur van anderhalf jaar, een lijfeigene en staatseigendom werd. 

Men verstrekte mij een militair paspoort met rugnummer 510319388. In dit paspoort prijkt van mij een vreemde pasfoto, van een blozend broekie, een nog baardloos blaagje. Achttien maanden later in Duitsland en inmiddels heel wat wereldwijzer zag dat er bij het afzwaaien heel anders uit en veel meer volwassen.

In die tijd was er voor de dienstplicht een uitzonderingsgrond, de zogenaamde "broederdienst". Wanneer er al drie zonen uit één gezin hun militaire dienstplicht (langer dan 13 weken) hadden vervuld, dan waren de vierde en eventuele nog volgende kinderen daarvan vrijgesteld. Het geluk wilde, dat ik de vierde zoon binnen ons gezin was.
Maar jammer dan, zelfs niet één van mijn oudere broers is in militaire dienst geweest.
Ik moest het, als laatste, voor hen allen opknappen.

Het hoe en waarom van de dienstplicht.
De militaire dienstplicht werd na de 2e wereldoorlog ingesteld en noodzakelijk geacht. De WOII was een wereldbrand van een omvang, zoals er nooit één eerder was geweest. Deze brand was ontstoken uit de idiote gedachte van een absolute wereldsuprematie. Die macht, das Dritte Reich, was bij uitstek weggelegd voor één volk, dat zou moeten bestaan uit Super - Ariërs. Dat volk moest zich nog door ontwikkelen en representanten werden daarvoor op uiterlijke kenmerken geselecteerd en op vastgestelde raseigenschappen daartoe gericht gefokt, genetisch verfijnd of medisch gemuteerd. Deze "nicht zu fassen" idiote ideeën, kwamen uit een boosaardig brein, de verderfelijke geest van een schlemielig en smal besnord ventje, der Herr Hitler, oorspronkelijk huisschilder van beroep.

Deze megalomane man wist door macht en manipulatie een heel volk (Duitsland) te verlokken en te verleiden, te indoctrineren en zo te dwingen tot acceptatie van zijn macht en bizarre ideeën. Met zijn karakteristieke mimiek en zijn staccato en sterk articulerend en brallend stemgeluid en zijn spastische armgebaren, zweepte dit komische kereltje de op grote stadspleinen samengedromde volksmassa's op tot extase en massahysterie.

Hij voerde oorlogen op meerdere fronten om die wereldmacht te verwezenlijken. Zo kleurde die gewezen huisschilder de aarde rood; de kleur van bloed, het bloed van wereldwijd tientallen miljoen mensen.
Hij kwam, hij zag maar overwon, Gode zij dank, uiteindelijk toch niet. En die Super - Ariër van hem en zijn wereldrijk, die zijn er gelukkig ook nooit gekomen. Na ruim vier jaren overal dood en verderf te hebben gezaaid op aarde werd hij in het nauw gedreven. En toen er voor hem helemaal geen uitweg meer was weigerde deze Herr Hitler een persoonlijke overgave en pleegde hij, samen met levensgezellin, zelfmoord en wilde hij onvindbaar van de aardbodem verdwijnen door zich te laten verbranden.
De WOII was als een openbaring van een apocalyptische Bijbelse barenswee voor de mensheid, die over de aarde trok.

Na de WO II was er geen brede eenheid en er was slechts een gewapende vrede. Er stonden twee andere grootmachten in gespannen houding tegenover elkaar, het oosten contra het westen. De communistische staten, verenigd in het Warschaupact, onder de grootmacht Rusland, stonden lijnrecht tegenover hun gehate Amerika en andere landen aangesloten bij de NATO. 

De opgevoerde spanning tussen beiden grootmachten kreeg naderhand uiterlijk vorm in een opgetrokken muur, een gehate grens, die dwars door het verslagen en verscheurde Duitsland liep. Deze muur maakte naam als het IJzeren Gordijn. En aan beide zijden van die grens stonden er raketten op elkaar gericht. Die kwamen er steeds meer en meer in een wederzijdse wedijver naar een militair overwicht. Die dreiging van en met alles verwoestend geweld maakte naam als de Koude Oorlog.
Een dreiging waarop de wereldvrede moeizaam balanceerde.

Deze dreiging werd in de 60-er jaren voor een ieder wel heel concreet zichtbaar door het van overheidswege gegeven advies aan de Nederlandse burger om noodrantsoenen aan te leggen. Dat hamsteren werd nodig geacht voor het geval de (atoom)bommen zouden komen. De aanleiding hiervoor was de Cuba - crisis.

Mijn ouders volgden dat advies op en ook zij legden in onze ruime kelder onder de opkamer een noodvoorraad aan. Naast de gebruikelijke zakken met aardappels van eigen land en ingemaakte weckflessen stonden er nu ook een aantal dozen met levensmiddelen. Die kwamen hoofdzakelijk uit de eigen kruidenierszaak van mijn vader.

Tijdens de Cuba - crisis is de wereld veel dichter bij een allesvernietigende atoomoorlog geweest dan men ooit heeft kunnen vermoeden. De spanning tussen Amerika en Rusland werd tot het uiterste opgevoerd. De reden daarvoor bevond zich op Cuba, een eiland op korte afstand van Amerika. Daar zouden Russische raketten worden geplaatst en die waren er stiekem ook al geplaatst. Raketten, die op Amerika waren gericht. En als die crisis tussen Rusland en Amerika zou leiden tot een oorlog dan zou deze worden uitgevochten in West Europa. Er was een terecht uitgesproken angst, dat de Russen dan zouden optrekken tot aan onze Noordzee kust.

De reden en verpersoonlijking van deze ellende was de Russische regeringsleider, Croetsjov. Deze komisch aandoende kerel, sloeg eens met z'n schoen op het katheder, om zijn overtuiging in de Doema kracht bij te zetten,.
Die TV beelden gingen de hele wereld over en overal lag men in een deuk maar er was ook terechte angst voor deze onberekenbare machtsfiguur. Uiteindelijk capituleerde Croetsjov en trok hij zijn raketten terug uit Cuba. Maar de dreiging tussen Oost en West, de Koude Oorlog, duurde onverminderd voort tot aan de val van de muur eind 1991. Dat was het begin van het m.i. het failliet van het communisme als totalitair en economisch systeem. Meerdere voormalige Sovjet - satellietstaten hadden schoon genoeg van de Russische hegemonie en wilden nu op eigen benen staan. Het grote Russische rijk brokkelde af.

En ergens midden in die dreiging van de Koude Oorlog, in 1971, moest ik aantreden. Voor het handhaven van die machtsbalans werd ik dus nu ook ingeschakeld. Als 19 jarige jonge man, enkele jaren na de oorlog geboren in een tijd van de wederopbouw, was ik mij terdege bewust van die spanning in de wereld. Maar ondertussen genoot ik ook volop van het leven alsof het een lieve lust was.
En dat was het ook want die liefde had ik ook al gevonden
.




Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...