In 't aloude Vjenne van weleer is 't zaad gezaaid
en dat heeft toen werkelijk wortel geschoten,
werd eerst besprenkeld en later licht begoten,
ter voltooiing nog eens flink besproeid
is hij tot een vaste winterharde plant uit gegroeid.
Hij heeft in hete, zwoele en ook in zachte zomers
jaarlijks zoet geurend en zo zonnig kleurend
heel uitbundig en òh zo boeiend bont gebloeid.
De plant werd eens voor een periode verzet
en op vreemde voedingsbodem overgezet,
de zandgrond werd vervangen door rivierklei.
Voor die plant was dat zeker een vruchtbare tijd
heeft zich daar vermeerderd, is wel dubbel uitgedijt,
jaren later kwam er weer een grondruil rond,
en keerde hij terug op eigen humusrijke grond
in een mooie lente van het zo geliefde Twente.
Op Vjèènse bodem nu al weer vele jaren vergaard,
die blijven voor altijd in 't hart en 't hoofd bewaard;
aan Tukkers en aan alle mensen in heel het land
roept nu die flink uit zijn kluiten gegroeide plant,
blij verrukt, dat z'n groei en bloei zo goed is gelukt.
En dankbaar verkondigt hij nu vrolijk en blij:
"weet u………..,
het allerbeste nog gedijen wij
doar woar wie hoaste altied hebt ewoond
op die vertrouwde oale vjennegróónd
dat is voor óóns as rasechte vjennelui
zeker wel zo mooi en……… onmeunig gezóónd".
"Ik ben 'n Vjennekloet' n".
en dat heeft toen werkelijk wortel geschoten,
werd eerst besprenkeld en later licht begoten,
ter voltooiing nog eens flink besproeid
is hij tot een vaste winterharde plant uit gegroeid.
Hij heeft in hete, zwoele en ook in zachte zomers
jaarlijks zoet geurend en zo zonnig kleurend
heel uitbundig en òh zo boeiend bont gebloeid.
De plant werd eens voor een periode verzet
en op vreemde voedingsbodem overgezet,
de zandgrond werd vervangen door rivierklei.
Voor die plant was dat zeker een vruchtbare tijd
heeft zich daar vermeerderd, is wel dubbel uitgedijt,
jaren later kwam er weer een grondruil rond,
en keerde hij terug op eigen humusrijke grond
in een mooie lente van het zo geliefde Twente.
Op Vjèènse bodem nu al weer vele jaren vergaard,
die blijven voor altijd in 't hart en 't hoofd bewaard;
aan Tukkers en aan alle mensen in heel het land
roept nu die flink uit zijn kluiten gegroeide plant,
blij verrukt, dat z'n groei en bloei zo goed is gelukt.
En dankbaar verkondigt hij nu vrolijk en blij:
"weet u………..,
het allerbeste nog gedijen wij
doar woar wie hoaste altied hebt ewoond
op die vertrouwde oale vjennegróónd
dat is voor óóns as rasechte vjennelui
zeker wel zo mooi en……… onmeunig gezóónd".
"Ik ben 'n Vjennekloet' n".