Dit
jaar is het 50 jaar geleden dat prof. dr.
H. Entjes summa cum laude promoveerde
aan de universiteit van Münster met het proefschrift : "die Mundart des Dorfes Vriezenveen in der Provinz Overijssel".
Dit betreft een structuurhistorisch opgezette dissertatie waarin aangetoond wordt dat Vriezenveen een dialecteiland is gebleven, met een op het Westfaals gebaseerde taal die ooit in heel Twente werd gesproken. Het was het imponerende sluitstuk van zijn al eerder in een reeks artikelen uitgedragen opvattingen over de taalgeschiedenis van Oost-Nederland, waarbij hij ook historische aspecten betrok.
Een keerpunt kwam voor Hendrik Entjes in 1960 - hij was destijds leraar Nederlands in Zwolle - toen William Foerste hem vroeg lector Nederlands te worden aan de universiteit van Münster. Foerste haalde hem ook over om te promoveren. Naar een onderwerp hoefde Entjes niet lang te zoeken: het proefschrift zou over het Vriezenveens gaan, het meest oorspronkelijke en meest conservatieve van de Twentse dialecten, dat in de taalgeschiedenis van Oost-Nederland een heel aparte plaats inneemt. Acht jaar lang heeft een groepje Vriezenveners, in samenwerking met Entjes, daarvoor woorden en uitdrukkingen in het dialect genoteerd. Het conservatisme van het Vriezenveense dialect schrijft Entjes toe aan het feit, dat de mannen veel van huis waren (handel in zaden, kleding, enz.) en gemeenschappen van vrouwen minder aan taalverandering onderhevig zijn; vooral ook doordat vrouwen minder ver van huis gaan. (destijds)
In 1964 werd Entjes het hoofd van de lexicografische afdeling van het Nedersaksisch Instituut aan de Groninger universiteit. Hij wijdde zich aan allerlei onderzoek. Zo bracht hij in 1969 o.a. een Woordenboek van het Vriezenveens uit.
Helaas kwam dit werk niet verder dan het eerste deel. Entjes wilde van dit woordenboek een leesboek maken. Daartoe ordende hij de woordenschat in systematische velden die hij onderbracht in een ‘verhaal’. Het Vriezenveens bleef hem boeien.
In 1970 verscheen in Den Haag zijn "Omme sonderlinge lieve toe den vene". Over de geschiedenis en het volksleven van Vriezenveen.
Het werk van dr. H.Entjes blijkt van grote waarde voor de identiteit van het unieke Vjeanse dialect. De bevestiging van dat feit vindt men terug in de visie en missie van het beleidsplan van Oude Vriezenveen:
"De voormalige gemeente Vriezenveen heeft een rijke ontstaanshistorie, een unieke taal en in het (heden en) verleden ondernemende inwoners. Dit verleden wordt gekenschetst door onder meer de veen- en ruilverkaveling, de "Rusluie" en de textielindustrie. Deze historie dient vastgelegd te worden en, waar mogelijk, zichtbaar gemaakt te worden. De historie heeft invloed op de cultuur van Vriezenveen, wat onder meer tot uitdrukking komt in de Vriezenveense taal, het Vjeans. Dit komt tot uitdrukking in o.a. de nalatenschap (proefschrift) van Prof. H. Entjes, terug te vinden in het documentatiecentrum van het museum".
Hendrik Entjes is geboren in 1919 te Rheine (Westfalen). Toen hij drie jaar oud was verhuisden zijn ouders naar Vroomshoop waar zijn vader een elektriciteits- en loodgietersbedrijf met winkel opbouwde. In 1938 werd hij onderwijzer en in 1946 leraar Nederlands; bevoegdheden verwierf hij aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag en de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1974 werd hij benoemd als hoogleraar Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Die leerstoel heeft hij tot zijn emeritering in 1982 bezet. Entjes, overleed op 8 mei 2006, bijna 87 jaar oud, in zijn huis in Nieuwleusen.