Posts tonen met het label dialect. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dialect. Alle posts tonen

dinsdag 15 oktober 2019

20191015 Woer 'n keerl vån hoolt


Al zal de wéénd våndaage nog twei keer dreej-n
en 'n haan nog wa drei keer kreej-n
ik hoole vån die

Mångs 's lig ik 's nachts in berre mar te prakkezeer-n
kån 'k mie doar helemoale neit tieg-n verweer-n
en dån lig ik mie doar mar te zweet-n
ôk dån nog zal ik 't nog zjekker weet-n
ik hoole vån die

Geen mèènske is 't er bwaam die geschikter
du seenst de allerbeste moere vuur oonze wichter
en du kaonst ôk zo goud jatt-n kwakk-n
da'k dån zo onmeunig lakker hen-oonder loat zakk-n
want de lijfde van 'n keerl geit duur de mààge
neit alleene noe mar dat geldt vuur alledààge

Du seent mien allerbeste hartedief
en wat nog vjölle meer is…
du alleene seenst mien WIEF
…?… , ik hoale van die
mar eh…..
heb ik 't noe wa goud helder
en krieg-n wie våndaage
al wier ……..eerpel op 'n telder?


woensdag 19 september 2018

Professor dr. H. Entjes en 't Vjeans


Dit jaar is  het 50 jaar geleden dat prof. dr. H. Entjes summa cum laude  promoveerde aan de universiteit van Münster met het proefschrift :  "die Mundart  des Dorfes Vriezenveen in  der Provinz Overijssel".

Dit betreft een structuurhistorisch opgezette dissertatie waarin aangetoond wordt dat Vriezenveen een dialecteiland is gebleven, met een op het Westfaals gebaseerde taal die ooit in heel Twente werd gesproken. Het was het imponerende sluitstuk van zijn al eerder in een reeks artikelen uitgedragen opvattingen over de taalgeschiedenis van Oost-Nederland, waarbij hij ook historische aspecten betrok.

Een keerpunt kwam voor Hendrik Entjes in 1960 - hij was destijds leraar Nederlands in Zwolle - toen William Foerste hem vroeg lector Nederlands te worden aan de universiteit van Münster. Foerste haalde hem ook over om te promoveren. Naar een onderwerp hoefde Entjes niet lang te zoeken: het proefschrift zou over het Vriezenveens gaan, het meest oorspronkelijke en meest conservatieve van de Twentse dialecten, dat in de taalgeschiedenis van Oost-Nederland een heel aparte plaats inneemt. Acht jaar lang heeft een groepje Vriezenveners, in samenwerking met Entjes, daarvoor woorden en uitdrukkingen in het dialect genoteerd. Het conservatisme van het Vriezenveense dialect schrijft Entjes toe aan het feit, dat de mannen veel van huis waren (handel in zaden, kleding, enz.) en gemeenschappen van vrouwen minder aan taalverandering onderhevig zijn; vooral ook doordat vrouwen minder ver van huis gaan. (destijds)

In 1964 werd Entjes het hoofd van de lexicografische afdeling van het Nedersaksisch Instituut aan de Groninger universiteit. Hij wijdde zich aan allerlei onderzoek. Zo bracht hij in 1969 o.a. een Woordenboek van het Vriezenveens uit.

Helaas kwam dit werk niet verder dan het eerste deel. Entjes wilde van dit woordenboek een leesboek maken. Daartoe ordende hij de woordenschat in systematische velden die hij onderbracht in een ‘verhaal’. Het Vriezenveens bleef hem boeien.

In 1970 verscheen in Den Haag zijn "Omme sonderlinge lieve toe den vene". Over de geschiedenis en het volksleven van Vriezenveen.

Het werk van dr. H.Entjes blijkt van grote waarde voor de identiteit van het unieke Vjeanse dialect. De bevestiging van  dat feit vindt men terug in de visie en missie van het beleidsplan van Oude Vriezenveen:
"De voormalige gemeente Vriezenveen heeft een rijke ontstaanshistorie, een unieke taal en in het (heden en) verleden ondernemende inwoners. Dit verleden wordt gekenschetst door onder meer de veen- en ruilverkaveling, de "Rusluie" en de textielindustrie. Deze historie dient vastgelegd te worden en, waar mogelijk, zichtbaar gemaakt te worden. De historie heeft invloed op de cultuur van Vriezenveen, wat onder meer tot uitdrukking komt in de Vriezenveense taal, het Vjeans. Dit komt tot uitdrukking in o.a. de nalatenschap (proefschrift) van Prof. H. Entjes, terug te vinden in het documentatiecentrum van het museum".

Memorandum
Hendrik Entjes is geboren in 1919 te Rheine (Westfalen). Toen hij drie jaar oud was verhuisden zijn ouders naar Vroomshoop waar zijn vader een elektriciteits- en loodgietersbedrijf met winkel opbouwde. In 1938 werd hij onderwijzer en in 1946 leraar Nederlands; bevoegdheden verwierf hij aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag en de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1974 werd hij benoemd als hoogleraar Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Die leerstoel heeft hij tot zijn emeritering in 1982 bezet. Entjes, overleed op 8 mei 2006, bijna 87 jaar oud, in zijn huis in Nieuwleusen.

woensdag 16 augustus 2017

20170816 'n vjennekloet'n


In 't aloude Vjenne van weleer is 't zaad gezaaid
en dat heeft toen werkelijk wortel geschoten,
werd eerst besprenkeld en later licht begoten,
ter voltooiing nog eens flink besproeid
is hij tot een vaste winterharde plant uit gegroeid.


Hij heeft in hete, zwoele en ook in zachte zomers
jaarlijks zoet geurend en zo zonnig kleurend 

heel uitbundig en òh zo boeiend bont gebloeid.

De plant werd eens voor een periode verzet
en op vreemde voedingsbodem overgezet,
de zandgrond werd vervangen door rivierklei.


Voor die plant was dat zeker een vruchtbare tijd
heeft zich daar vermeerderd, is wel dubbel uitgedijt,
jaren later kwam er weer een grondruil rond,
en keerde hij terug op eigen humusrijke grond
in een mooie lente van het zo geliefde Twente.

Op Vjèènse bodem nu al weer vele jaren vergaard,
die blijven voor altijd in 't hart en 't hoofd bewaard;
aan Tukkers en aan alle mensen in heel het land
roept nu die flink uit zijn kluiten gegroeide plant,
blij verrukt, dat z'n groei en bloei zo goed is gelukt.


En dankbaar verkondigt hij nu vrolijk en blij:
"weet u………..,
het allerbeste nog gedijen wij
doar woar wie hoaste altied hebt ewoond
op die vertrouwde oale vjennegróónd
dat is voor óóns as rasechte vjennelui
zeker wel zo mooi en……… onmeunig gezóónd".


"Ik ben 'n Vjennekloet' n".