zaterdag 18 april 2020

20200418 Over kachelwarmte en oorlogsverhalen


"Ach moe, vertel nog 's wat waver 'n oorlog"  



Begin 60 - er jaren van de vorig eeuw zaten we bij streng winterweer 's ochtends vroeg om een loeiende en gloeiende kachel. Mijn broer en ik waren net uit het bed gestapt op onze niet verwarmde slaapkamer. Het had die nacht hard gevroren en de rijp zat op de dekens. We trokken onze voeten af van de verchroomde  kruik die ma ons 's  avonds daarvoor had meegegeven. Die warmwaterkruik was netjes verpakt in een zelf door ma gehaakte kruukezak, van boven dicht gestrikt was met een soortgelijk koordje.

Op onze slaapsokken haastten wij ons naar beneden. We schaarden ons aan weerszijden van dat  loeiende apparaat van meneer Pelgrim.  Die kachel was door ma al lekker opgestookt met aanmaakturf  en ze had er ook wat hout bijgegooid. Dat knetterde dan zo gezellig met af en toe een harde  knal. Dat hout  kwam van sinaasappelkistjes uit de kruidenierszaak van pa. Die had ik eerder in 't tjörfhôk op het houtblok met de biele al fien-e-maakt. Ma deed er eierkolen bovenop die roodgloeiend de keuken wat langer verwarmden.

Die kachel liep aan de bovenkant uit in een brede rechthoekige zwarte plaat. Die plaat had enkele mogelijke ronde openingen. Die rondingen (deksels) konden worden verwijderd met behulp van de punt van de pook. Zo kon er dan direct op open vuur worden gekookt. De rookgassen werden afgevoerd via zwarte glimmende kachelpijp die in een opening van de schouw verdween. Die kachel gaf een enorme stralingswarmte. Aan de voorzijde werd je lekker warm en aan de achterzijde voelde je soms nog koude rillingen op de rug.

Van ma kregen we allebei een lekker warme beker thee. En terwijl we daar zo gezellig bij elkaar zaten, werd er wel eens gevraagd: 

"Ach moe, vertel nog 's wat waver 'n oorlog".

En ma vertelde:
Het was half april 1945 en het was oorlog. Mijn ouders woonden in een oude boerderij. Aan de voorzijde had mijn vader een kamer ingericht als winkel, een kruidenierszaak die hij had opgestart na zijn ontslag in de crisistijd van de beginjaren 30 . Naast de gewone grutterswaren verkocht hij ook klompen, in Vriezenveen destijds een zeer gangbaar artikel. Mijn moeder had bij de klompenmaker te Enter een nieuwe voorraad gehaald en die hingen aan weerszijden aan het stuur van haar fiets.

Toen ze bij Wierden was kwam er een geüniformeerde Duitser naast haar fietsen, die samen met haar op fietste en gewoon om een praatje verlegen zat. Ma voelde zich erg ongemakkelijk om met de vijand te worden gezien maar ze durfde niet wat te zeggen. Ze hoopte dat hij weg zou gaan maar dat deed hij niet, vertelde zij. Hij was wel een heel aardige man. Hij vertelde over zijn leven in Duitsland en hoe hij soldaat werd in een oorlog , die hij ook niet gewild had. Al pratend waren zij doorgefietst tot aan ons huis.  Maar toen ze dacht eindelijk van hem verlost te zijn nodigde hij zichzelf uit voor een bakkie koffie bij haar thuis. Ma voelde zich daardoor nog meer opgelaten maar ze durfde niet te weigeren.

"Maar ik heb nog wal tieg'n hum e-zegd, datte  de fietse mar achter 't huus neer mos zett'n, uut 't zicht.  Jao...., wat  soll'n de  luie d'r wal neit van dèènk'n. Och, ik was toch wa zo bliede, dat veertien later 'n oorlog was af-e-loop'n.".

Mijn moeder zat toen heel wat minder gezellig en o zo gespannen bij diezelfde kachel. Die kachel was trouwens koud, hij brandde niet. Er klonken dus ook geen knallen van  vuurspattend hout. Maar als die Duutser goed luisterde, kon hij toen, daar bij ons in de keuken, het kanonnengebulder al horen van het steeds verder oprukkende geallieerde front . 

Mijn moeder heeft die Duitser nooit meer gezien en ook zijn fiets niet. Die fiets heeft hij waarschijnlijk nog een keer gebruikt voor zijn volgende reis, naar de Heimat, terug naar waar hij hoort.

Dit simpele verhaal symboliseert wel duidelijk wat de oorlog met je doet. Het ontnam mijn moeder de vrijheid om te zeggen wat ze werkelijk dacht en de angst overheerste. Toen ik dat verhaal hoorde was ik 12 jaar en begreep dat nog niet ten volle.

Toen ik 19 jaar was moest ik in militaire dienst, vier maanden in Nederland en veertien in Duitsland. Een regelrecht gevolg van het feit dat die Duitsers ooit de oorlog zijn begonnen. Wat heeft het hen en ons gebracht? Niets anders dan ellende.
Oorlog kent alleen maar verliezers. Daarom ik koester onze vrijheid en streef voortdurend om moeilijkheden in vrede op te lossen.

woensdag 15 april 2020

OVER DE MANITOBA DRAGOONS, VRIJHEID EN CORONA.


Op 5 april 1945 omstreeks 11.00 uur zag Herman Jansen (Miet'n Hermån) thuis aan de Almeloseweg, hoe militaire voertuigen Vriezenveen binnenreden. Dat indrukwekkende feit noteerde hij 's avonds in zijn dagboek en hij schreef bovendien: 

"Mochten latere geslachten dit nog eens lezen en de vrijheid van ons Holland bezitten, laten ze dezen waarderen en er voor vechten. Wij, die thans leven, weten wat onafhankelijkheid en vrijheid waard is".

Op het Midden dromden de mensen samen rondom de daar opgestelde militaire voertuigen. De bevrijders werden verwelkomd  met een ongekende uitbundigheid van blijdschap en diepe dankbaarheid. Die voertuigen behoorden toe aan de manschappen van het B squadron van het 12e regiment van Manitoba Dragoons uit Canada. Zij zijn als de bevrijders voor altijd verankerd  in de Vjeanse historie.

Door het Japanse bombardement op Pearl Harbour op 7 december 1941 werden de Manitoba Dragoons de WOII ingezogen en hebben zij gestreden in verschillende werelddelen. En zij waren er ook bij op 8 juli 1944, toen ze landden op Juno Beach en zij bij Courseulles -sur-Mer in Normansië vaste voet zetten op West-Europese bodem.  Ze vochten zich door Frankrijk, leverden felle strijd bij Oostende, werden ingezet in Vlaanderen, Zuid Beveland en Brabant en de Moerdijk. Na de winter werden ze op 2 maart 1945 ingezet bij het Rijn offensief. Ze staken op 31 maart de Rijn over. De squadrons  A, B, C, en D werden van hieruit opgesplitst . Het B squadron kreeg het gebied ten oosten van het kanaal Almelo Coevorden toegewezen. Het D squadron naderde van de westzijde.

En zo kon het dan gebeuren dat Miet'n Hermån op 5 april '45 de lang verbeide Canadese bevrijders 't Vjenne zag binnenrijden. Ongekende vreugde …. eindelijk vrij. Maar Nederland likte ook zijn wonden. Velen doden waren te betreuren.  En onderweg van Juno Beach  naar Vriezenveen  hebben de Manitoba Dragoons ook hun verliezen wel gekend.  Daar viel er één en op een andere plek weer drie. In de bossen van Eerde liepen ze in een hinderlaag  en werden er drie gedood en in Ommen zelf weer twee man. Maar steeds gingen ze door voor onze zo zwaar bevochten vrijheid.
Miet'n Herman wist het toen al en heeft het voor ons, de latere geslachten, opgeschreven. We moeten de vrijheid waarderen en bereid zijn om ervoor te vechten. 

En voor het eerst sinds WOII wordt nu de wereld, Nederland en de Vjenneluie bedreigd door een onzichtbare vijand. Een vijand die het openbare leven verlamt en die de wereldeconomie verstoort  en waarvoor ook de geplande  festiviteiten rond de herdenking van 75 jaar vrij Nederland moeten wijken. Het Corona  virus maakt wereldwijd heel naar zijn slachtoffers. Laten we gehoor geven aan de oproep van de minister president  waarin we worden opgeroepen om zoveel mogelijk binnen te blijven om verspreiding van het virus tegen te gaan. Dat is ook vechten tegen de vijand.

Als Corona uiteindelijk is uitgeraasd krijgen we een nieuwe vrijheid, eentje die heel kwetsbaar blijkt te zijn.



woensdag 1 april 2020

HET VRIEZENVEENSE VERZET EN WAPENDROPPINGS (2)


Gerrit Roelofs schrok toen een politieman hem waarschuwde, dat de SD op zoek was naar ene "Schuit.". Dat was zijn schuilnaam binnen het verzet. Hij begreep, dat de SD dat nog voor een familienaam hield, maar het dwong hem wel om uit het openbare leven te verdwijnen door onder te duiken. Zijn illegale activiteiten gingen gewoon door. Wapens van de droppingplaats te Junne met de codenaam "Evert" vonden via hem als verbindingsman nog steeds hun uiteindelijk bestemming in Twente.

Op last van Prins Bernhard moest het strijdend deel van het verzet meer een legerkarakter krijgen. De commandanten, Ben Coes van KP Almelo en Henk Gerrits en Gerrit Roelofs vergaderden daarover bij van Spijker aan het kanaal. Vriezenveen werd namelijk bij Almelo ingedeeld en de vraag was wie er nu commandant moest worden. Niemand van hen had militaire kennis of ervaring. Roelofs benaderde daarvoor een man, een gewezen reserve officier, die op dat moment nog niets met het verzet van doen had. Deze man was notaris Kruisinga en hij stemde toe. Daar keek men eerst wel vreemd van op, maar juist Kruisinga is voor het verzet een enorme bron van informatie gebleken. Hij had ook contacten met de Duitsers en zij vertrouwden hem volkomen.

In de nieuwe en strakkere organisatie verliepen de contacten veel sneller met de bloedbroeders in de directe omgeving. Achteraf vind Roelofs, dat er maar heel weinig over hun activiteiten bekend is geworden.

Gerrit Roelofs was in 1985, in het jaar van 40 jaar bevrijding, één van de genodigden van een expositie en een reünie van oud - verzetsleden in de Middenschool. Van vele gemeenschappelijke belevenissen had hij al afstand kunnen nemen, maar door gesprekken met oud - medestrijders kwam er veel van de film weer terug.

Op 4 mei 1985 werd in Junne/Stegeren een herdenkingsmonument onthuld. Dat gebeurde in de besloten kring van betrokken verzetsleden. In de periode van 1944 - 1945 vonden hier 14 droppings plaats. In totaal werd er 48 duizend kilo gedropt. Niet alleen wapens maar ook andere goederen; zelfs enkele geallieerde agenten kwamen via die weg om het ondergrondse verzet te helpen in hun strijd tegen de bezetter. De verzetsgroep Salland te Vroomshoop had bij deze activiteiten hoofdzakelijk de leiding.

Gerrit Roelofs bleef na de oorlog in dienst, eerst in Steenwijk, daarna volgde hij in Engeland een officiersopleiding en hij diende later ook in Indië. Hij en zijn medestrijders achten de vrijheid van hun land hoger dan hun eigen leven.

Gert Pape
Historisch Museum Vriezenveen

vrijdag 20 maart 2020

Corona kent geen gena

19 maart was ik jarig en ik was blij
niemand stond echter bij mij in de rij
om mij handschuddend te feliciteren 
Corona dwingt ons allen tot isoleren.

Corona gooit roet in 't feest'lijk eten
om die reden wil ik hierbij laten weten
dat vieren wordt geen groot verhaal
dit jaar vier ik 't slechts digitaal.

Digitaal is kaal maar geeft ook wel gemak
met alleen mijn vrouw onder 't zelfde dak
(klein)kinderen blijven op hun stek
ondergaan  isolement op hun eigen plek.

Corona beperkt onze omgang met elkaar
't  maakt wel wat bang, weliswaar;
voor iedereen geldt in het hele land
anderhalve meter is een goede afstand

Corona komt steeds dichterbij
schaart zich zo maar ongenood in onze rij
zestig procent zal worden besmet,
velen komen terecht in een IC bed

Corona is een tijdsgewricht, 
een zwaar beladen moment 
dat in de recente geschiedenis 
zijn weerga haast niet kent.

Voor enig vergelijk duiken we diep
ver terug tot aan de Spaanse griep.
't herinnert aan dat droeve gebeuren 
toen er ook veel doden waren te betreuren

In mijn omgeving is nog niemand ziek
maar men vreest de komende week
want dan komt pas echt de piek.

De overheid zoekt en bepaalt haar beleid 
kiest voor een aanpak vol onzekerheid
maar wel consciëntieus en goed doordacht
niemand heeft immers de wijsheid zelf in pacht.

Over die aanpak is breed gedebatteerd
door het parlement meest wel geaccepteerd
andere meningen werden daar ook wel geuit
die van Wilders springt er heel cru en ver bovenuit

Ik heb mij er echt enorm aan gestoord
wat ik van die Wilders daar heb gehoord
hoe hij Rutte nu al verantwoordelijk stelt
voor elke dode die Corona nu nog velt.

Alles wat hij zei was zwaar overdreven
door hem werd puur partij politiek bedreven
via Corona ging hij over ruggen van anderen heen
schaamteloos en grof en opzettelijk gemeen.

En intussen woekert Corona gestaag maar voort
staat haast te trappelen bij ons aan de poort,
…… nog hoe lang…… wij, ouderen, worden wel wat bang

Digitaal en horizontaal  begon ik dit verhaal
maar eindigen doe ik het bij voorkeur verticaal:
van God die uit de hoge de lage aarde schiep
en de mens daarin tot aanzien riep
en in dat immense grote verhaal 
is de mens maar een stofje aan de weegschaal
ach wij  leven slechts bij de gratie Gods

Ik poneer daarom zo maar in uw midden
de geschiedenis heeft ons telkenmale al geleerd
dat grote nood pas echt leert bidden
ooit door u al eens geprobeerd?
DOEN …. dat is toch echt nog niet zo verkeerd

wat u daarbij kunt winnen
is echte rust en vrede diep van binnen.

woensdag 18 maart 2020

HET VRIEZENVEENSE VERZET EN WAPENDROPPINGS.

"Het is alweer veertig jaar geleden dat Nederland werd bevrijd" zei hij. Hij sprak niet vaak  over de oorlog en probeerde het eigenlijk zoveel mogelijk te vermijden. Maar nu hij daar heel gericht naar wordt gevraagd, vertelt hij beknopt , toch iets over het verzet en - strijders. "Er is zoveel gebeurd,  je zou er wel een boek over kunnen schrijven"  Het is Gerrit Roelofs, ooit commandant  van het Vriezenveense verzet, die dit zei tegen journalist  G. de Vries van de krant. In Het Dagblad van het Oosten van zaterdag 20 april 1985 doet hij zijn verhaal.  Negentien jaar oud was hij toen de oorlog uitbrak en hij vertelt;

Op die allereerste oorlogsdag, de 10e mei 1940, toen de bommen vielen, werd hij en Rotterdam diep in het hart geraakt en alles in hem verzette zich tegen zoveel barbaarse onrechtvaardigheid.  Hij heeft nog geprobeerd om weg te komen omdat hij dacht, dat hij achter de frontlinie meer voor zijn land kon betekenen. Maar dat is niet gelukt.


 Hij kon zich niet bij die bezettingsmacht neerleggen en besloot tot geheim verzet. Hij zocht medestanders want als eenling kun je maar weinig uitrichten. Hij sprak er met familieleden en vrienden over;  mensen van wie hij wist, dat ze te vertrouwen waren. Je kon niet voorzichtig  genoeg zijn want Vriezenveen had een aantal actieve NSB-ers en bovendien was er ook nog grote groep Mussert - stemmers.

Hij sprak met zijn neven Jan en Gerard Roelofs, Derk Abbink en Gerard Nijkamp en met zijn eigen broer Jan.  Zo ontstond in Vriezenveen de groep Roelofs.  Ze wisten niet waar te beginnen, wat  konden ze doen?  Daar kwam enige structuur in via Henk Gerrits die contacten had te Vroomshoop. Die Vroomshoopse groep was aangesloten bij de Raad van Verzet  Salland . De commandant van die groep was een Haselhoff, die hem in contact bracht met andere relaties in Vriezenveen met wie zij konden samenwerken.  Zo vernam hij dat er in Vriezenveen nog een andere groep was. Dat was de groep van Ben Coes, die behoorde tot de KP (Knokploeg) van Almelo.

Hij kreeg een heel verantwoordelijke taak toebedeeld. Hij werd de verbindingsman, die er voor moest zorgen dat in Junne gedropte wapens werden vervoerd en opgeslagen en daarna verder werden verdeeld over de actieve verzetgroepen in Oost Overijssel. Hij moest zich daarbij zelf maar zien te redden. Geheim verzet vereist dat zo weinig mogelijk mensen ervan weten hoe en door wie dit werd gedaan. Hij wil daarom nu nog zijn bijzonder respect uitspreken voor enkele personen.  Bij de familie Boers konden ze altijd terecht en kregen ze te eten en die leverden hen ook de wagens waarmee de wapens werden vervoerd. Jan Boers en ook Gerrit Koppelman namen altijd, zonder enige tegenspraak, hun opdrachten aan om wapens weg te brengen. 

Toen Kamphuis te Aadorp werd gearresteerd, had hij net een dag eerder de wapens gekregen die bij hem werden aangetroffen. Deze wapens kwamen uit een prachtig geheim wapendepot op de heide bij Kolkman (bij het bos van Tilanus)  De dag na de arrestatie van Kamphuis hebben zij snel dat wapendepot leeggehaald. Kamphuis kende namelijk dat depot. Het is gelukkig allemaal goed gegaan..

(wordt vervolgd)





maandag 16 maart 2020

Zierikzee, schilderachtig.


Voor de 6e keer waren we  begin maart een weekendje in Zeeland op Walcheren. De heenweg via Bergen op Zoom . De terugweg bij voorkeur via de majestueuze caissonwegen van de Deltawerken. Mooie uitzichten gaan bij mij gepaard met toch wel een gevoel van nationale trots. 
Na Katrina wilden de amerikanen uit Los Angeles wel weten hoe Nederland zich wapent tegen het hoge water.


Op de terugweg leggen we dan even aan bij het schilderachtige stadje Zierikee.


 Toen we daar eerder eens waren zat er een vrouw op de kade achter een schildersezel. De haven is de laatste jaren wel veranderd. Het laatste stuk is gedempt en veranderd in terras en wandelterrein. Onze rondwandeling heb ik getracht fotografisch vast te leggen door de ogen van die schilderes.

 Net de toespraak van minister president Rutte gehoord. De ernst ervan is nog veel meer tot mij doorgedrongen. Een groot deel van de bevolking zal met het virus worden geconfronteerd. 
Dat komt hard aan. 
Ook ik behoor tot de risicogroep.
Zierikzee is voorlopig heel ver weg.