Posts tonen met het label Engbertsdijksvenen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Engbertsdijksvenen. Alle posts tonen

donderdag 26 augustus 2021

De Vriezenveense bodemschat en turfcultuur

DE 29E JULI WAS HET OVERSHOOT-DAY. DE DAG WAAROP DE WERELD  DIT JAAR AL WEER ALLES OPGESOUPEERD HEEFT WAT DE AARDE IN ÉEN JAAR OP KAN BRENGEN, ROOFBOUW OP DE NATUUR EN BODEM-SCHATTEN. HOE ZIJN WIJZELF IN ONZE OMGEVING DAARMEE OMGEGAAN? 

Ongerepte hoogveengebieden komen in Nederland nauwelijks meer voor, omdat de oorspronkelijke gebieden geheel of gedeeltelijk zijn afgegraven om turf te verkrijgen. Het te vervenen gebied moest eerst ontwaterd worden door het graven van kanalen met zijtakken (wijken), waarop afwateringssloten (raaien) aansloten.

In Overijssel waren grote gebieden bedekt met een metersdikke veenlaag die zich in miljoenen jaren had opgebouwd. Rond 1400 werd in de regio Zwolle al gestart met grootschalige vervening. Turf werd gestoken door particulieren en door vele grotere en kleinere verveners. De belangrijksten  in de omgeving Vriezenveen waren Van Royen, Terwindt Arntzveen en de Trio.

Omstreeks 1850 werd vanuit het Oosteinde een vaartje gegraven in noordelijke richting langs de Paterswal. Dit maakte de vervening van de bij Sibculo gelegen Ruslandvenen mogelijk. Deze vaart, de  Schipsloot, verbond zo het Superpluus, het Gravenveen , de 24 Akkers en het Engelandveen bij Bruinehaar. De laatste twee behoorden toe aan de graaf van Rechteren te Almelo.

In het seizoen van 1851 gingen er al een kleine duizend met turf beladen scheepjes door deze nieuwe sloot. De grondeigenaren / boeren waren verenigd in de Algemene Maatschappelijke Veenderij Rusland, en de Maatschappelijke Veenderij  Superpluus. In beide commissies waren ca. 30 boeren vertegenwoordigd. In Vriezenveen was het gebruikelijk, dat de ondergrond eigendom bleef van de Vriezenveense boer. De verveners kregen een beperkt aantal jaren (15-20) het recht van vervening.

Tijdens de eerste wereldoorlog kwamen de veenderijen tot grote bloei. Door heersende schaarste aan brandstoffen leverde de turf recordprijzen op. Tot in de 20e eeuw, zelfs nog enige tijd na de aanleg van de Vriezenveense wijk tot aan de Paterswal in 1905, zou er door de boeren nog turf door de Schipsloot worden afgevoerd. 

Door Terwindt Arntzveen waren al in 1892 veenaankopen gedaan met het oog op de toekomst. Zij bouwden in 1909 hun turfstrooiselfabriek aan het einde van de Vriezenveense wijk. Er werd onderzoek gedaan naar “vuuraanmakers”. Gesneden of gezaagde bolsterturf, die was gedrenkt in de brandbare stof parafine resulteerde in een product, een reep met 20 blokjes aanmakers, met een verbrandingsduur van ca. een kwartier. Deze blokjes waren geschikt voor het aanmaken van kachels, fornuizen en open haarden. Voor het aanmaken van bakkersovens waren er aanmakers van grotere vorm. Deze methode was ontwikkeld door Terwindt Arntsveen in Almelo en werd later in hun fabriek te Vriezenveen en ook door de Trio toegepast. Gedurende enige tijd werd er grootschalig geproduceerd totdat deze methodiek werd achterhaald door nieuwere technieken. (o.a. brikettering door Stork)

Uiteindelijk werd de vervening in 1971 stilgelegd in de nu geheten Engbertsdijksvenen. Er rest nog één bodemschat, slechts een laatste stukje ongerepte oergrond, de hoogveenkern te Kloosterhaar, volgens sommigen het laatste stukje nog groeiend hoogveen van Nederland.

 …instandhouding van het groeiend hoogveen,

een laatste restje van eens wel zeven meter dik,

dat afgestoken en verbrand, gedurende anderhalve eeuw

in warmte werd omgezet maar wel voorgoed verdween.    

 

Historisch Museum Vriezenveen, Gert Pape

zondag 11 februari 2018

20180211 over kaalslag en waterstand in de Engbertsdijksvenen



Wee u, gij minnaars der natuur,
zie en aanschouw de verwoesting
van boeiend gretig groeiend groen.

Het snoeimes rust niet, bijlslagen klinken luid
en verkondigen het verstorend geluid
van hun verwoestende vernietiging  
tot ver buiten haar eigen omgeving uit.

Zagen gaan te keer, takken vallen neer
spaanders vliegen in het rond
struiken en andere houtopstallen,
liggen verslagen en versnipperd op de grond.

Vogels, zijn verschrikt en vreselijk verstoord
ongewild uit hun territorium verdreven;
waar men gisteren nog groeiend groen ontwaarde
aanschouwt men nu een volslagen lege kale aarde.

Allerlei ongewenste gassen en de CO2 uitstoot
zijn de factoren die een onstuimige groei vergroot.
De kaalslag zal zijn nut en goede bedoeling wel hebben
maar ik kan daar geen enkel behagen in scheppen.

Waarom dan dit, wat is er aan de hand?
Door bestuurders en natuurkundigen
toegerust  met kennis en met macht
wordt dit echter strikt noodzakelijk geacht
voor het beheersen van de juiste waterstand.

Instandhouding van het groeiend hoogveen
een laatste restje van eens wel zeven meter dik
dat afgestoken en verbrand gedurende anderhalve eeuw
….in warmte werd omgezet maar wel voorgoed verdween.    

©  Gert Pape

maandag 3 juli 2017

20170704 over de Engbertsdijksvenen en de Groene Wereld




Over een echte welig groeiende "Groene Wereld" gesproken.....
daar heb ik mijn groenzoekend hoofd nog nooit over gebroken
niet oeverloos hoeven te speuren in één of ander mooi groen boek
want die groene wereld ligt zo maar groots en gratis bij ons om de hoek.
In volle glorie ligt hij daar mateloos mooi voor een ieder kant en klaar
in de "Engbertsdijksvenen" heel uitnodigend en gastvrij heel dichtbij.
Maak dan maar een frisse start met heel jouw natuurminnend  hart 

om te beginnen bij "het Huisken" te Kloosterhaar.

dinsdag 6 juni 2017

20170601 oudste bewoner van het Engbertsdijksveen


Eén van de oudste bewoners van het Engbertsdijksveen
is natuurlijk het konijn, een typisch heide- en veen fenomeen.
Hij geniet tegenwoordig echter maar weinig aandacht,
wordt daarom maar eens nadrukkelijker ten tonele gebracht .

Voordat de mens zich op de turf durfde te wagen
had dit dier zich hier al gevestigd en zich ingegraven.
Na de ontdekking van dit dier zag de pionier zijn nut
volgde zijn voorbeeld en groef zich ook maar een plaggenhut.

Voor dag en dauw vroeg op en stilletjes de hei oplopen
met stokken en wat strikken bij zich om konijnen te stropen.
Want ook arme holbewoners willen graag brood op de plank
met een natuurlijk stukkie vlees; het konijn zij daarvoor dank.

Een geoefend stroper oogstte zo ongestraft en met gemak
meerdere konijnen per week weggestopt in een jutezak
en op eenzame hei kon je het soms zien en ook wel ruiken
vleesdampen opsnuiven en rook hing boven de struiken.

Ik ken wel enkele mensen, wil ik u hierbij laten weten,
die hebben in hun leven zelf gestroopt konijnvlees gegeten.
wildstroperij was voor hen een uitdaging en nog meer een sport
stropen zit puur in hun natuur en 't vlees is dan ook niet duur
en ze zeggen: 't ligt zo lekker ín je maag en óp je bord.

Ook persoonlijk heb ik enige ervaring met wildstroperij
zelfs in de Engbertsdijksvenen, daar midden op de hei.
Niet schrikken want 't is toch anders dan u wellicht dacht
als lokale dienders hebben we daar in de 80-er jaren
op de Oude Engbertsdijk zelf notoire stropers opgebracht.

Ik hoop dat heden, stroperij absoluut behoort tot het verleden
Dat is voor de mensheid en het natuurlijk evenwicht heel fijn
En ik hoor hem in de verte al roepen:
 ja….ja ….. ook dank namens het KONIJN>


vrijdag 26 mei 2017

Wandelen op de historie van 't veen


Op woensdagmorgen 24 mei waren wij al weer vroeg uit de veren en  in de Engbertsdijksvenen.  Wij werden hartelijk verwelkomd door zwermen bloedbeluste muggen. Maar naarmate de zon hoger klom werden de muggen minder.
Deze ochtend werd ik blij verrast door de vele vogels die het geduld opbrachten om tijdens die wandeling (ca. 4 uur ) toch nog voor een kort moment voor mijn lens te parkeren.

Een tjiftjaf poetste zijn blazoen nog een beetje op.






Een fitis keek mij vanuit de boom heel indringend aan en zei me zowaar goede morgen.





De blauwborst is prachtvogel en een gewild object voor vele vogelspotters.
Voor mij dit voorjaar al weer derde keer dat hij zijn opwachting kwam maken.



Ik heb het vogeltje links wel eens eerder genoemd en van een verkeerde naam voorzien. Een ware vogelkenner wist te vertellen dat dit een grasmus is. 

Dus toch maar even nagecheckt. Dit mooie vogeltje is duidelijk te herkennen aan zijn witte vlek onder de kin. Hij maakt een beetje krasserig geluid. 




En dan was er nog een wat moeilijk te definiëren vogel. Maar met hulp van anderen zijn we er wel uit gekomen. Dit een boompieper.



En de moraal van dit verhaal is:

In de Engbertsdijksvenen, daar kun je nog heel veel van de natuur leren!




















zondag 7 mei 2017

20170506 de Kneu in de EDV

foto van Gert Pape -  korte verhalen.

Een keurige en kleurige kneu 
zit als een klein knoppie
zon aanbiddend en zo zinderend zingend
in het allerhoogste toppie 
van een bijna bloesemende boom.

Onophoudelijk zingt hij zonder weerga
met een sterk verlangen naar een e(e)ga
want hij zit daar nu nog heel alleen
in het midden van het Engbertsdijksveen.

Vindt hij straks zijn soort -en lotgenoot
stappen ze gelijk in de huwelijksboot
doen dan samen rap hun bere-best
voor het voltooien van hun nest
en oh...oh…oh….,  wat zijn we heden blij.....
na de gezamenlijke productie
van hun beider eerste ei.

dinsdag 11 april 2017

Blauwborst / Engbertsdijksvenen



Dit is de eerst keer dat  ik een blauwborst voor de lens kreeg.
Hij is blijkbaar nadrukkelijker in de Engbertsdijksvenen dan vorig jaar
Wonderbaarlijk mooie vogel.

donderdag 12 mei 2016

Fraaie vogels in de ochtendstond




Vanmorgen vroeg bij het krieken van de dag was ik al in de Engbertsdijksvenen te vinden. Veel vogelgeluid maar toen de zon eenmaal goed doorbrak lieten ze ook zien maar het blijft wel echt speuren.

In de collage zijn 3 verschillende vogels te bewonderen, een zwartkopmees en in het midden een fitis en linksonder en rechtsboven vermoedelijk een rietgors(?)
Ik sta open voor een betere mening.

donderdag 3 maart 2016

20160303 Van heide, schapen en Duitse herders.

Dag 2.
Twente en de Sallandse heuvelrug zijn gesierd met uitgebreide heidevelden, veelal in beheer of onderhoud bij Staatsbosbeheer en/of Natuurmonumenten. Dat zijn er meer dan ik kan benoemen.
Die uitgestrektheid van heide met andere vegetatie en in afwisseling met naald- of loofboombossen met verbindende en doorkruisende zandpaden is altijd weer imponerend.

Meerdere van die heidevelden hebben we bezocht en bekeken via aangegeven wandelroutes. Zoals o.a. Nijverdalse Berg, Noetseler Berg, het Wierdense Veld, de Sprengenberg te Haarle, Archemer - en Lemeler Berg en niet te vergeten onze eigen Engbertsdijksvenen.

De heidevelden worden in opdracht van de beheerders onderhouden door begrazing van schapen. Schapen fungeren daarbij als levende grasmaaiers om de grassen en de struiken kort te houden. Verder speelt ook bemesting mee en zit er nog meer theorie achter.

Op de Sprengenberg, in het Wierdense Veld en in de Engbertsdijksvenen kwamen we in gesprek met Andre Kühn, schaapherder van beroep en wonende in Duitsland.

Hij vertoont, althans in mijn beleving, dat typische beeld van wat nu een echte schaapherder is, qua uiterlijk, kleding, hoed, attributen en een typische herdersstaf of -stok.



Hij vertelde vorige zomer, dat hij in totaal over drie kuddes beschikt die verdeeld in Twente / Salland rondlopen, totaal ruim 800. Zijn kuddes bestaan o.a. uit Drentse heideschapen en uit Bentheimer schapen. Hij heeft er ook enkele Nubische geiten tussen lopen voor de afwisseling.

Toen ik hem vroeg hoeveel schapen we nu zagen en daarbij het getal noemde van 150 gaf hij het voor mij beschamende antwoord van 350 schapen.

Hij wordt altijd vergezeld van zijn hond. Ik bekeek beiden eens nauwkeurig en toen zag de overeenkomst; beiden zijn ze: Duitse herder.

We troffen hem in de Engbertsdijksvenen. Het was aan het begin van de avond om een uur of zeven, na een hete zomermiddag. Hij zei dat hij al eerder geweest was maar nu nog eens terugkwam vanuit Duitsland om de schapen te verweiden om ze te laten grazen. Tijdens de hete middaguren willen ze namelijk niet eten.

Hij wachtte nu op een andere herder die bij hem in dienst was om hem te assisteren om een schaap, dat te water was geraakt en vastzat in de zachte bodem, eruit te halen. Bij de tiende worp was het al raak. Zo waren we getuige hoe hij als volleerde lassowerper het schaap wist te strikken en zo op het droge kon worden getrokken. Deze keer is het wel gelukt. Maar hij was er die zomer al 3 kwijtgeraakt.

Andre Kühn komt uit een familie van schaapherders. Zijn opa en vader hadden hetzelfde beroep. Hij is gediplomeerd herder en heeft daarvoor een driejarige opleiding gevolgd. Hij oefent zijn werk uit als zelfstandig ondernemer. Hij is met zijn kuddes op heidevelden in de oostelijke provincies een graag geziene en gewaardeerde verschijning. De herder met zijn kudde en de omgeving gaan in elkaar op en schrijven samen de geschiedenis van het landschap.

Er is een grote kans, dat hij deze zomer weer te zien is in onze omgeving. Wij zien daar alweer naar uit.


zondag 8 november 2015

20150924 Engbertsdijksvenen. In internationale belangstelling

Sinds anderhalf jaar zijn mijn vrouw en ik verslingerd en verslaafd aan wandelen. Bevrijdend bewegen in puur natuur en breeduit snoevend snuiven, laten we ons breeduit ademend graag bedwelmen door zware bosluchten en  moeras -  en veendampen. Bossen en heuvels van laatglaciale stuwwallen, benoemd als bergen, worden bevochten en beklommen. 

Iedere week ergens wandelen in Twente of Salland en we gaan gretig op in de natuur van gratis wandelroutes, uitgezet in aangewezen natuurgebieden onder beheer van erkende natuurorganisaties als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Landschap Overijssel en nog andere geroemde landsschappen die onze regio rijk is, zoals Landschap Twente en - Twickel.

In onze "looptijd" ontdekten we de schoonheid van de vele mooie natuurgebieden. Daar hadden we eerder minder notie van. Onze kennis van de voorkomende flora en de fauna is fors verbreed. We kennen de hoogtepunten der seizoenen, de tijden van adders, kikkers, broedvogels en doortrekkers, vlinders en paddenstoelen. En alles wordt fanatiek vastgelegd op de gevoelige plaat, bestudeerd en gedefinieerd.
En aan één van die gebieden hebben we ons hart verloren. Daar zijn we regelmatig te vinden. Het is onze thuisbasis op natuurgebied en we zijn er zeer regelmatig te vinden.

De Engbertsdijksvenen, nagenoeg geheel gelegen binnen onze eigen gemeente Twenterand. Het is een uniek natuurgebied van ca. 1000 ha groot, dat ingeklemd ligt tussen de plaatsen Kloosterhaar, Bruinehaar, De Pollen, Sibculo  en Westerhaar - Vriezenveensewijk. Plaatsen die de historie van veen en de ontginning in zich dragen. Dat deden mannen, in blauwe kielen en zwarte manchester broeken, op klompen met de pijp in de mond of een pruim achter de kiezen, die zuchtend zwaar werk verrichten voor schamel loon en turf staken, dat werd weggevoerd in zompen over veenkanalen.




"De Engbertsdijksvenen" is een groot afgegraven veengebied met heideterreinen en moerasssen en grote veenplassen. Het kent ook hogere zanddelen en is één van de weinige plaatsen in Nederland waar nog actief hoogveen is. Het wordt genoemd in het Europees netwerk van natuurgebieden: Natura 2000.  Op internet is veel informatie te vinden over dit zo unieke gebied.

Op enkele plaatsen langs de randen van dit grote gebied zijn wandelroutes van verschillende lengtes uitgezet. Het hart wordt beschermd en daar vinden plant en dier rust in hun natuurlijke habitat.
In onze omgangen zijn de steeds weer terugkerende en seizoengebonden natuurtaferelen op foto en film vastgelegd. Adders; die zich in de ontluikende lente lekker laten opwarmen op schuine walkanten onder loodrechte zonnestralen. Of heidekikkers die zich gedurende enkele dagen onder luid gekwaak massaal en ongegeneerd en niet zo nauw kijkend in paringsdrift de liefde bedrijven. Ze krijgen daarvan niet het schaamrood op hun kwakende kaken maar kleuren wel van opwinding gedurende die dagen helder blauw.

Bij onze wandelingen in dit unieke gebied en bij die zo bijzondere gebeurtenissen komen we vaker mensen tegen met dure camera's en grote telelenzen. Ze komen van heinde en verre en zijn bekend met het unieke van de Engbertsdijksvenen. Zo spraken we veel mede - amateur fotografen maar ook professionele - die werken voor tijdschriften of kranten. Mensen uit alle streken van Nederland, maar ook uit Duitsland en België.

Vorige week troffen we een vrouw, die op hurken gezeten en  gewapend met een niet goedkope camera, laag bij de grond prachtige plaatjes maakte van heide en zwarte zandgronden. Het was een keurig geklede nette vrouw van ca. 35 -40 jaar. Ze was een Poolse en sprak goed Nederlands met een vreemd accent. Ze werkte voor een internationale Pools toeristisch  maandblad. Ze was een poosje in Frankrijk en België geweest voor natuurfotografie. Ze was nu twee dagen in Nederland en ze bleef nog een week. Ze kwam nu naar de Engbertsdijksvenen omdat ze had vernomen van dit unieke natuurgebied in Nederland. We hebben daar ruim met haar over doorgesproken.

In haar werk bezocht ze alleen de meest bekende natuurgebieden van die andere landen. Ze was verder erg onder de indruk over de goede staat van onderhoud van die gebieden. Ze zei nadrukkelijk, dat de mensen in Nederland veel zuiniger met de natuur omgaan dan de Polen.
De Engbertsdijksvenen is inderdaad uniek in zijn soort. Ja, wij wisten dat al.


Maar nu is het ook internationaal bekend en tot in Polen doorgedrongen.

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...