zondag 15 december 2019

20181215 Liefde is ………


Het leven is mij lief 
liefde vult heel mijn leven.
Och, dat ik nog leven mag
om elke dag die liefde weer zo bruisend te beleven.


Want ik weet immers nooit, voor hoelang
ik nog tijd krijg om die liefde weg te geven
en zelf daarvoor ook nog iets terug ontvang.

Ik ben zo blij, dat ik weet
van wat nu "werkelijke liefde" heet,
die ik van oud' s al kende uit mijn kinderlijk verleden
en nu zelf doorgeven mag in mijn wereld van 't heden.

Oprechte liefde is nooit eenzijdig        

is geven en nemen en dat wel zò veelzijdig.
Ik ervaar 't zelf wel als een grote deugd
dat eveneens door al die lieve mensen om mij heen
beleefd wordt als dé bron van ware vreugd.

Soms geeft het leven wel heel veel aan druk
dan voel je niet dat diepe intense geluk.
De liefde verliest dan ongemerkt zijn glans,
verdwenen in je leven is dan de balans.
De liefde wordt al doffer en vraagt dan
noodzakelijk om een duidelijk en glansrijk offer. 

Ten tijde van die liefdepijn is het niet echt fijn
jouw leven te moeten heroverwegen, wat je leert
dat je soms een fout als een stinkende wond, met pijn
dan uit jouw eigen vlees moet worden gesneden.

Pijnlijke snoei brengt daarna dan onverminderd,
en nu door helemaal niets meer gehinderd
die liefde weer opnieuw tot grote bloei.
Echte liefde, komt je niet zomaar aanwaaien
maar vraagt ons om die breed uit te zaaien
in de grote wereld en direct om ons heen.

Door die liefde wordt de wereld weer mooi
en bloeit zij opnieuw als in eeuwigdurend lentetooi
en iedereen die dat dan ziet
is degene die er dan van geniet.

dinsdag 10 december 2019

De Herdenking van 75 jaar bevrijding


 …over Nijmegen en de oorlogsdagboeken 

van de Vriezenveense  Bernarda Coes


Herdenking rond 75 jaar bevrijding is dit jaar al gestart in september. De militaire operatie Market Garden vond plaats van 17 tot 25 september 1944. Op 20 september werd de Waalbrug te Nijmegen veroverd op de Duitsers maar Arnhem bleek helaas toch nog een brug te ver.

Joost Roosendaal, historicus bij de Radboud Universiteit schrijft vanaf september 2019 tot mei 2020 wekelijks een serie artikelen in De Gelderlander over de bevrijding. Hij put daarbij uit oorlogsdagboeken, die destijds door enkele Nijmegenaren zijn bijgehouden. In deze serie zal ook aandacht worden geschonken aan de dagboeken van de Vriezenveense Bernarda Coes. Zij woonde destijds in Nijmegen.

Bernarda Coes verhuisde in 1941 naar Nijmegen om te gaan werken als verpleegster. Zij woonde daar op het adres van het Sanatorium voor Spoorwegpersoneel, Huize Villandry, Groesbeekseweg 295. Op dit adres schreef zij haar eerste dagboek, dat begint op de 17e september 1944 met de bombardementen (Market Garden) Tijdens dat oorlogsgeweld schuilde zij in de kelder. Ook in de daaropvolgende maanden was dat vaker het geval vanwege het lawaai van vliegtuigen en granaten. Zij verpleegde ook gewonde geallieerde militairen. In haar vrije tijd ging ze om met Amerikaanse en Engelse officieren met wie ze later ook correspondeerde.

Het 2e dagboek begint op 1 februari 1945 en eindigt op haar 39e verjaardag in september 1946. Hierin beschrijft zij enkele relaties en afspraakjes met geallieerde militairen; over verliefdheid en romantiek tijdens zware tijden. Haar beide dagboeken bevatten veel updates over de stand van de dan op handen zijnde bevrijdingsoperaties. In 1946 verhuisde ze en ging terug naar Vriezenveen. Na de oorlog werkte ze in Engeland en elders in Nederland. Ze ging met pensioen als directrice van het Wilhelmina ziekenhuis in Assen. De beide dagboeken van Bernarda Coes zijn onder de oorlogsdagboeken opgenomen in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.

Bernarda Coes is geboren te Vriezenveen op 26 september 1907 en is overleden in 1996. Zij was een dochter van Bernard Coes (1876 -1935) en Geziena Pley (1876-1958) Ze kregen in totaal acht kinderen.

Haar broer Bernhard Gerhard Coes (Ben) (1910 - 2004) werkte als hoofd van de technische dienst bij de Fa. Jansen en Tilanus en hij woonde met zijn gezin aan de Hammerweg 13. Hij was 30 jaar toen de oorlog uitbrak. Toen de verdrukking kwam sloot hij zich al vrij snel aan bij het verzet. Hij werd na korte tijd groepsleider bij het verzamelen van stenguns, geweren en granaten van nachtelijke droppings bij de Bruinehaar.

Wilt u meer weten over de verzetsman Ben Coes? In het kwartaalblad Waver 't Vjenne nr. 51 (2004) geeft hij een ooggetuigenverslag met de titel De Bevrijding.

Troost in droeve dagen


Het hoogste lied dat ik zo stil in mij bezing 
is een gekoesterde heel intense herinnering.
Ik wijd in wakkere woelende eenzame nachten
aan jou nog mijn meest dierbare gedachten.

's Nachts heel abrupt, wild uit mijn slaap gerukt,
tast ik dan, zo alleen, woest voelend om mij heen;
ik woel en voel …..en ontdek steeds weer die lege plek
en ik besef dan ineens weer:
Nee….jij, ……jij bent er echt niet meer.

Mijn hoofd, mijn hoofd
mijn hoofd, 't lijkt wel haast verdoofd;
harde bonken met doffe dreunen
doen mij dan klaaglijk kreunen.

Maar dan ineens, als uit het niets
voel ik dan een zachte hand
die verkoelend en vertroostend 
zo maar op mijn verhitte voorhoofd wordt geplant.

Ik zie jouw lieve gezicht weer voor mij en jij lacht
en spreekt mij toe, kalmerend en heel zacht:
"Doe maar rustig  aan mijn lieve kind
want je weet het toch … ik wacht!"

En blij en zo verrukt
voel ik hoe hij een kus
zo maar op mijn voorhoofd drukt.

zaterdag 7 december 2019

De kramsvogel (turdus pilaris)


Ik vraag me af of ze dit jaar nog zullen komen.
vorig jaar om deze tijd zaten ze al geheid
bij ons in die grote hoge bomen.

Maar het zijn kennelijk andere tijden
'k heb gelezen waar ik erop werd gewezen;
dat ze steeds meer ons land gaan mijden.

Maar ik koester toch nog mijn gedachten
hen alsnog te mogen verwachten.
In de malusboom hangen al vuurrood daar
een massa van die rode appeltjes voor hen klaar.

Vorig jaar zaten ze daarin zo fors te hakken
ik kon ze zelfs haast horen smakken.
en "yes I remember" ze waren er toen al eind oktember.

Tot februari hecht ik nog aan mijn droom
en zie alzo verwachtingsvol naar ze uit
en ieder dag kijk ik dus gewoon
wel even naar die overvolle malusboom.

donderdag 28 november 2019

De familie Kruijs schrijft geschiedenis.


Op dinsdag veertien juli 1767 werd in het gezin van Claas Kruys en Grietje Otten aan het Oosteinde een jongetje geboren en ze noemden hem Jan. Jan groeide op in een welgesteld koopmansgezin met een winkel aan huis waar ze linnen en andere goederen verkochten. Vader Claas' handel was ook in het buitenland bekend en hij leverde onder andere aan Hamburg, Frankfort, Straatsburg en Allicante.

Jan doorliep de enige school in Vriezenveen, de Middenschool, die toen nog achter de kerk stond. Jan was geïnteresseerd in de schrijfkunst. Dat was niet zo vreemd want dat schrijven zat in de familie. In de tweede helft van de 18e eeuw traden leden van de familie Kruys uit hun schaduw  en stapten in het front  van de Vjeanse samenleving. Zij bekleedden gedurende enkele eeuwen ambtelijke en/of  bestuurlijke functies; in de handel opereerden zij nationaal en internationaal en ook hadden zij hoge posities in het leger. 

De familie Kruijs was intellectueel, veel belezen en men deed veel aan ontwikkeling op cultureel en literair gebied. De schrijfkunst vond men belangrijk en werd gestimuleerd. De familie Kruys is een echt schrijversvolkje gebleken. Meerdere familieleden Kruijs, (mannen en vrouwen) in opvolgende generaties, hielden dagboeken bij. Zij vermeldden feiten, vanuit hun posities, functies of ambten, maar ook over de invloed van het weer op oogst en vee, de leefomstandigheden destijds als ook bijzondere aangelegenheden en verwikkelingen van andere Vriezenveners. 

Een exponent van deze familie is genoemde Jan Kruijs. Zijn geschreven nalatenschap geeft meer dan de anderen een duidelijk beeld van de tijd waarin hij leefde. Het archief van het Historisch Museum Vriezenveen bevat een groot deel van de geschreven nalatenschap van de familie Kruijs (dagboeken, documenten en later verkregen correspondentie)

 Vader Claas was koopman in de firma Kruijs, Engberts & Zn. Toen Jan veertien jaar oud was vertrok hij naar Sint Petersburg waar hij, samen met zijn broer Johannes, werkte in de zaak van zijn vader. Na acht jaar Rusland, van 1781 tot 1789. vond hij het genoeg en keerde terug.
Hij kreeg een aanstelling bij het handelskantoor ten Cate en Vollenhove in Amsterdam, waar hij vijf jaar met veel plezier werkte. Van bediende bracht hij het tot boekhouder. In mei 1793 trouwde hij daar met Anna Broers. Zij overleed  datzelfde jaar in het kraambed na een zware bevalling van een doodgeboren kindje.

In 1795 trouwde hij in Amsterdam  zijn tweede vrouw Maria Jacoba Ursinus Grevenstein. Jan speculeerde met handelswaar in koffie en rijst en thuis hadden ze een winkeltje. Beide zaken liepen niet goed en hij keerde in 1799 terug naar Vriezenveen. Bij zijn tweede vrouw kreeg Jan 11 kinderen. De eerste twee te Amsterdam en de anderen te Vriezenveen. De eerste overleed bij de geboorte.
In Vriezenveen pakte hij zijn oude beroep koopman weer op en deed ook nog andere klussen  (1799-1813) Hij bouwde een gruttersmolen die hij 15 jaar weer verkocht  (1813-1828). Hij woonde inmiddels weer in de ouderlijke boerderij en zijn zaken liepen voorspoedig.

Jan Kruijs was de laatste schout van Vriezenveen (1818 tot 1825) en de eerste burgemeester (1825 - 1830) In deze periode  produceerde hij zijn  bekende dagboeken.
Op 22 december 1830 overleed hij op 62 jarige leeftijd thuis, Oosteinde 148 te Vriezenveen.

donderdag 21 november 2019

ZINLOOS ZOEKEN NAAR (N)IETS.



Waar was je dan, waar ben je al die tijd gebleven
'k heb jou gezocht als de invulling van mijn leven
Waar was je dan, 'k ben altijd naar jou blijven zoeken
'k zocht jou in alle landen, in mensen en in vreemde boeken

Waar was je dan, ik zocht maar kon jou nog steeds niet vinden
'k heb gekeken onder familie,vrienden en andere beminden.
Ik weet niet wie je bent en of iemand anders jou wel kent
ik besef, dat ik ook zelfs niet weet hoe je werkelijk heet.

Als ik aan je denk en mijn volle aandacht op je richt
dan zie ik geen persoon, zelfs nog geen onbekend gezicht.

Maar mocht ik jou ooit vinden,
dan zal ik weten wat ik waarlijk voel
en zal ik de volle vreugde vinden
van mijn onbekende doel
namelijk, ………
de climax van het werkelijk ervaren
van iets, dat die zinloze zoektocht
uiteindelijk doet bedaren.

Moe van het zoeken,
slaak ik dan een hele diepe zucht
en ik besef dan gans verblijd
dat ik al die lange moeitevolle tijd ,
in een hopeloze strijd,
keer op keer zocht naar nog meer
van die …………….

GEBAKKEN LUCHT.