woensdag 26 augustus 2020
GERT PAPE presenteert gedichtenbundel
donderdag 20 augustus 2020
Gert Pape - blog: over 't Vjenne en het vurig kraaien van de rode haan.
Wanneer vroeger de klokken buiten de gezette tijden luidden dan was dat meestal de zo gevreesde kraai van de rode haan. Die uitdrukking wordt vanaf de 15e eeuw al geassocieerd met een heftig vuur, met vlammen en lichterlaaie. Die rode haan is een lont en zijn gretige vonken waaien mee op de straffe wind om aan weerszijden gelegen panden van de Dorpstraat te verslinden. De kraai van die rode haan heeft in de historie van Vriezenveen meermalen luid en groots geklonken.
De eerste grote brand van Vriezenveen was op 1 oktober 1814. Veertien woningen werden in de as gelegd en ook wat schuren. Het gemeentehuis heeft daarbij waarschijnlijk ook schade opgelopen. Dat vermoeden baseert men op het feit dat de akten van de burgerlijke stand over de periode 1 januari t/m 30 september 1814 eerst niet beschikbaar waren. In opdracht van de landelijke overheid werden die openbare registers op 15 november opnieuw ingesteld en achteraf, met terugwerkende kracht, als nog opgemaakt.
De tweede grote brand was op 5 mei 1840 en toen gingen er op het Oosteinde ruim 40 huizen in rook op en ook een paar schuren.
De derde brand is dan de genoemde Grote brand van 16 mei 1905. De climax in een rij van drie, qua opbouw en omvang vergelijkbaar met de ramp van Enschede. In totaal werden 228 gebouwen in de as gelegd. Woningen, boerderijen en twee kerken branden af waardoor 1600 mensen ineens dakloos werden. Het leger werd ingeschakeld voor de hulpverlening en zorgde met 116 grote tenten voor onderdak van gedupeerden.
Over deze brand is meer informatie te verkrijgen:
* De Vriezenveense schilder Bernhard Jaspers Fayer maakte er enkele imponerende schilderijen van.
* "Grote brand en de geschiedenis van de Vriezenveense brandweer " is de titel van een boek met uitgebreide informatie over de periode 1905 -2005 (H. Boonstra)
* "De grote brand in oude ansichten’’ is een kaartenboek, Samensteller is H. Hosmar
* bij een bezoek aan het Historisch Museum Vriezenveen
Andere branden
Op 16 oktober 1936 ontdekte men 's avonds laat brand in de molen van Dekker aan het Oosteinde, De brand was zo fel dat blussen geen zin meer had. Bijna een eeuw lang heeft deze windkorenmolen haar rondjes gedraaid. De molen stond destijds aan een waterleiding op de plaats wat nu Boslandweg 8 is.
Op 4 juni 1945 werd Café Höfte door een ernstige brand grotendeels vernield. De brand, die in het achterhuis ontstond, greep snel om zich heen. Dankzij hulpvaardige handen werd een groot gedeelte van de inboedel gered. Het voorste gedeelte van het gebouw werd gedeeltelijk gered. (betreft het pand: van Het Wapen van Vriezenveen)
Dankzij de voortgang is de vroegere combinatie van open vuur, rieten daken en zijen spek doorbroken en behoren massale branden tot het verleden. Bovendien beschikken we nu over een brandweer die goed is toegerust voor zijn taak en snel ter plaatse is om een brandje al in de kiem te smoren.
donderdag 6 augustus 2020
KRUISBESTUIVING
Een perk met bont bloeiende bloemen
en bezige bijen die er volop boven zoemen.
Ik luister naar dat monotoon gefluister
en hoor in dat stemmig zacht zoemend koor,
hoe een werkbij daar mooi middenin,
verleidend en verlokkend zoemend zingt
en zij een fleurende zoetgeurende bloem
immens intens heel hartstochtelijk bemint
hetgeen de bloem als muziek in d' oren klinkt.
Zij daalt en zet zich op die bloem dan neer
gaat op die bloem dan weer zo druk te keer
en verlangend met een smachtende zucht
voelt de bloem zich blij voldaan en opgelucht;
wordt door de werkbij dan volop bestoven,
een wonder, dat mag u best wel geloven.
En onderwijl ik er naar kijk
en mij aan dat wonder verrijk
neemt de wind een diepe zucht
en waaien er dan wolken stuifmeel
zomaar door de mooie blauwe zomerlucht.
Met die brave bij zijn wij dan oprecht zo blij
want dankzij die kruisbestuiving leven wij
een dankbaar en nooit volledig begrepen ding
dat door de Creator wonderlijk is weggelegd
in zijn boeiende en onuitputtelijke schepping.
woensdag 5 augustus 2020
Beschouwingen van Jan Kruijs over 1820
Eind 1820 zit Jan Kruijs aan de keukentafel van Oosteinde 148. Hij is nu twee jaar burgemeester van Vriezenveen en daarnaast ook boer en handelaar. Een man van 53 jaar met een rijke levenservaring. Als 14 jarige knaap ging hij naar Sint Petersburg om daar enkele jaren in de zaak van zijn vader en diens compagnon te werken. Daarna werkte hij acht jaar bij een handelskantoor in Amsterdam, in die jaren trouwde hij twee keer. Zijn eerste vrouw stierf samen met het kind in het kraambed. Met zijn tweede vrouw én een rijke kinderschare keerde hij in 1799 terug naar het vertrouwde Vjenne.
Naast zijn stoel ligt zijn trouwe makker, zijn hond Turk. Dat beest heeft hij zeven jaar geleden voor acht gulden gekocht van Marcus Meiller. Hij en Turk zijn onafscheidelijk. Jan bladert wat in zijn aantekeningen en laat zijn gedachten gaan…
De eerste helft van januari was het volop winter. Het vroor dat het kraakte, overdag soms wel tien graden. Het vorige najaar was zo droog geweest dat de turfschippers niet konden varen, dat kon pas half maart weer.
Het jaar was koud begonnen en zo zou hij ook eindigen. Kou die tot in de keuken van Jan doordrong, maar van binnen koesterde hij warme tevredenheid over het leven in 't Vjenne. Hij hield van een goed glas wijn en stak een geparfumeerde Turkse sigaar op. Turk keek hem eens aan met zijn trouwe hondenogen en Jan aaide hem zachtjes over zijn kop.
En Jan besefte dat de strijd van 't Vjenne tegen de elementen in 1821 gewoon verder zou gaan.
woensdag 22 juli 2020
"Omme sonderlinge lieve toe de vene"
de vroegste Vjeanse historie in vogelvlucht.
donderdag 9 juli 2020
Degeneratie, leven dat verwaait
van wat ik van jou moest onthouden
maar weet jij niet dat ik ook al vergeet?
Alles wat eerder voor later was afgesproken
wordt door ons brein onstuitbaar afgebroken
't leven verkwijnt en verglijdt in vergetelheid .
Hoe ik voor jou naar antwoorden zoek
ik kan ze in mijn leven niet meer vinden.
Jij moet nu toch wel beseffen en weten:
ik zelfs jouw vraag al weer ben vergeten.
Het is mijn lijf dat nog wel functioneert
terwijl mijn geest steeds sterker degenereert
Het contact met 't heden ben ik verloren
ben geheel tot mijn verleden gaan behoren.
Steeds verder van mijn geliefden vervreemd
voel ik mij in het heden nu totaal ontheemd.
Mijn leven bestaat voor hen nog in één ding,
levend voor hen nu al een kwijnende herinnering.
Ik ben een organisme dat noodzakelijk is weggezet
in zo'n kleine kale kamer met slechts één bed
Ik word verzorgd volgens vast protocol met normen
die 't laatste eindje van mijn leven vormen.
En dag na dag wacht ik dan morgen na morgen
op die dag dat ik dan toch eindelijk ben gestorven.
Een moment waarop dan morgen, heden en 't verleden
ongemerkt in één herinnering zijn vergleden.
Wat er dan ten langen lest
uiteindelijk nog van mij rest
van wie ik ben en wat ik ooit eens was
zijn alleen
wat kerven in een stuk steen
-
Een westerse zakenman vertrekt uit de drukke Randstad voor een bespreking in het verre Twente. Geërgerd door frustrerende files van stopp...
-
Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...
-
Mijn zoektocht naar mooi dromenland blijkt vaak fantasie, die al voortijdig strandt ik ontbeer aldus mijn begeerde slaaptoestand. Mijn bio...