woensdag 23 december 2020

 Via Vjeanse galanterieën, Napoleon en Corona naar het nieuwe jaar 2021


Bladerend door het recente verleden van "Winkels van weleer" herken ik enkele reeds verdwenen galanteriewinkels van ons dorp. Het  woord galanterie stamt nog uit de tijd van de Franse overheersing. Napoleon probeerde politiek en cultureel zijn stempel te drukken op Europa. Hij had De Zeven Provinciën tot een Franse deel republiek gemaakt. Die Franse invloed reikte ver en was ook overduidelijk in Vriezenveen merkbaar (1784 - 1813).

Voor de  Fransen heeft  het woord galanterie meerdere betekenissen: dapperheid, hoffelijkheid, liefdesavontuur en de opsmuk van dames. Galanterie is vanuit Frans oogpunt bezien ook de quasi beleefdheid van mannen waarmee zij schone vrouwen  het hof  maakten, overigens zonder serieuze bedoelingen voor de lange termijn. Het was de heersende etiquette aan het Franse hof bij de galadiners met  fraai uitgedoste feesttafels met klinkende glazen en het knallend geluid van ontkurkte champagneflessen.

In Nederland  kreeg het woord galanterie een eigen betekenis als de collectieve benaming voor allerlei voorwerpen van weelde, van mode en smaak en sierlijke snuisterijen. Vriezenveen had medio de vorige eeuw enkele galanteriewinkels. Winkels waar koppen , schotels, potten en pannen, glimmend glaswerk en ander luxe huisraad werden verkocht.   Dat waren we de galanteriewinkels  van Derks, Spit en Louis Fikkert.  In de naoorlogse jaren van de vorige eeuw was het  bij die winkels een gezellige drukte op de extra ingelaste koopavonden in december.

Uit mijn kinderjaren herinner ik mij enkele schaarse galante kerstdiners. De keukentafel  werd aan weerszijden uitgetrokken en het verlengde tafelblad  was koninklijk gedekt met een maagdelijk wit damasten tafellaken met daarop een servies van borden, bijbehorende plateaus en schalen met krullende bloemige randen, sierlijk afgezet met een goudkleurige bies. Naast die borden lag het bestek al even sierlijk. Servies en bestek zijn ooit gekocht bij één van de Vjeanse galanteriewinkels en het tafellaken is vervaardigd door de lokale damastfabriek van De Lange &  Jonker.

Die galanterieën van thuis, dat chique serviesgoed en bestek, ooit aangeschaft in de vijftiger jaren, liggen, nu al vele jaren opgeborgen in een kabinetkast. Ongezien zijn zij de stille getuigen van het warme verleden, de weemoed naar vroegere tijden toen alles nog zo kinderlijk en ongecompliceerd was. 

En die nobele gedachte van Napoleon, van vrijheid,broederschap en gelijkheid, bracht in Vriezenveen alleen maar meer spanning en verdeeldheid tussen republikeinen  en oranjegezindten. Een spanning, die met een Franse inkwartiering werd onderdrukt. Die Franse tijd had bovendien zijn eigen vergelijk met de Corona van nu. Dat was de pokkenepidemie  die er heerste, ook  onder de Vriezenveense bevolking  van ongeveer 1.900 zielen.  In bekende briefwisselingen van destijds worden de namen genoemd van meerdere dodelijke slachtoffers in de periode van 1794 tot en met 1803.

Het strenge regiem van de Corona lock down legt ons de grootste vrijheid beperkende  omgangsregeling op sinds de Tweede Wereldoorlog. Kerst en Oud en Nieuw wordt dit jaar gevierd in kleine kring. Maar heel galant heffen wij het glas en klinken op betere tijden.

Namens het Museum Vriezenveen een voorspoedig en hopelijk Corona vrij jaar 2021  toegewenst.


maandag 14 december 2020

over schipbreuk in het leven, redding en hoop voor de toekomst


Altijd als hij zijn hart weer eens wilde luchten
had hij van iedereen wel enig commentaar te duchten
hij raakte zo vermoeid door iedereen die zich met hem bemoeit
en besloot dus maar die bemoeizuchtige wereld te ontvluchten.

Hij is het zat en heeft het hier helemaal wel gehad,
vindt het hier veel te druk, zoekt daarom nu elders zijn geluk
waar hij rust kan vinden ook al is 't wel ver weg van zijn beminden.

Hij vaart als een zeewaardig schip, dat schijnbaar met gemak
kalm kabbelend voort deint op het gladde watervlak
een flinterdunne waterlijn die voortvarend hem draagt,
onbewust van de donkere diepte die hem daaronder belaagt.

Gunstig op de wind bij het vaardig reilen van zijn zeilen.
vindt hij op open zee en ver verwijderd van zijn eigen kust
dan eindelijk naar hartenlust zijn pais en vree
de zielenrust voor vele jaren nog af te leggen mijlen.

Maar dan wordt aan boord opeens die rust verstoord
wanneer onaangekondigd er een forse wind opsteekt
en het dreigend grommen vanuit de diepte wordt gehoord
waarbij zelfs de kalmte van een ervaren zeeman verbleekt.

De wind zwelt aan tot de kracht van een orkaan
als een troep wilde wolven vallen zij op hem aan
met huizenhoge golven waar hij haast onder raakt bedolven
hij denkt: nu is 't met mij voorgoed gedaan.

Het schip danst geheel stuurloos op en neer,
de regen striemt zijn gezicht, dat doet zeer
en onder al dat geweld wordt zijn lot geveld,
hij hoorde een helse krak toen het schip midscheeps in tweeën brak.

Hij werd in de zee gegooid, lag tussen wrakstukken verstrooid
en midden in die heftige deining zag hij plotseling een vage verschijning
die met een helder blinkend gezicht zijn blik vast op hem hield gericht
en hem bij name riep en door wie er iets naar hem werd toegegooid.

En in die ware doosbedreiging van 't water in die zwarte nacht,
was het een verlichtend verhaal waar hij toen ineens aan dacht.
Een verhaal dat hij nog kende vanuit zijn vroege jeugd
wat hem in dat hachelijke moment onmetelijk vervuld van vreugd . 
Het verhaal van Jezus, die eens de woelige baren
van een heuse storm met een enkel woord wist te bedaren.

En uit alle macht met zijn allerlaatste kracht
in dat watergeweld en onder dat bulderend windgeloei
grijpt hij die hem door Jezus toegeworpen reddingsboei
die hem behoedde voor eeuwig in 't water te verzinken.

Jaren later:
Thuis in zijn luie stoel bekruipt hem nu weer een onbehaaglijk gevoel
over wat hij over Corona nu leest en terecht wel heel erg vreest
maar in de overdenking van een angstig nachtelijk uur
kijkt hij dan op naar wat er bij hem hangt aan de muur,
dat is die reddingsboei waarop een tekst staat geschreven 
die rust geeft en die de hoop opnieuw in hem doet herleven:

"Komt allen tot mij
die vermoeid en belast zijt
en ik zal u rust geven".

Iedereen gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2021 toegewenst

woensdag 9 december 2020

Russische revoutie - einde van twee eeuwen Vriezenveense - Russsiche handelsbetrekkingen


 
Vriezenveense ondernemers waren twee eeuwen lang zakelijk actief in de internationale handelsstad Sint Petersburg. Sommige Rusluie families waren zeer gefortuneerd en bezaten winkels en landgoederen en verbleven 's zomers in hun datsja' s (buitenverblijven). De revolutie van 1917 was voor velen een reden om terug te keren naar Nederland maar een groep van ca 200 Nederlanders besloot te blijven. maar ondervond in toenemende mate verdrukking en leed gebrek.

Het is een dode stad, enkele zaken zijn nog open, schrijft in 1919 Jan Hoek. Veel winkels zijn met planken dichtgespijkerd. De nieuwe regering heeft haar eerste jaar gevierd en daar 25 miljoen roebel aan uitgegeven terwijl er honger wordt geleden. Het is een treurigheid, een gruwel van dat ordinaire burgerlijke volk. Het socialisme is een dwaasheid, een utopie en een volkomen onmogelijkheid, een gevaarlijke besmettelijke ziekte.

Er wordt een "Comité ter behartiging van de Nederlandse belangen in Rusland" opgericht. Dat bestaat uit 9 leden waaronder Jan Hoek en dominee Schim van der Loef en ieder lid heeft een specifieke taak. Jan Hoek krijgt opdracht om de uitdeling van voedselpakketten te verzorgen. Na een eerste uitdeling van die pakketten wordt dit door de Bolsjewieken verboden. Maar met behulp van het Zwitserse gezantschap wordt een gekunstelde toestemming verkregen om in de provincie voedselpakketten te mogen halen.

Dan gaan drie Zwitsers, Jan Hoek en een andere Nederlander De Graan samen met een Russische tolk op weg, helemaal naar het Wolga-gebied. Twee maanden later komen ze terug met vier volle wagens met aardappelen, half bevroren varkens en hammen, die onder de Zwitserse en Hollandse kolonies  worden verdeeld. Het was een hachelijke onderneming en de kans van slagen was gering. Vaak werden zij gecontroleerd en dreigde inbeslagname van de goederen. Echter op vertoon van hun Zwitserse papieren dekmantel, mochten ze verder. Jan Hoek en anderen verrichten zo een heldendaad. En te midden van al deze chaotische toestanden vond Jan Hoek de liefde van zijn leven in de 22 jarige Russin Lily Maskovitz.

In april 1919 barstte de oorlog in alle hevigheid uit. Niemand kon Rusland nog uit. De achterblijvers zaten als ratten in de val. Aan de privileges van de buitenlanders kwam definitief een eind. Jan Hoek, Wertheim, ds. Schim van der Loef en een Schaper worden gearresteerd. Ze zaten 52 dagen vast en hebben zwaar geleden. Zeker is dat er velen gestorven zijn door ziekte, uitputting of geweld. Hendrik Smelt en Johan Harmsen stierven aan ondervoeding. Albert Compagne raakte zijn landgoed kwijt. Hij en zijn gezin werden gedwongen arbeid te verrichten op hun eigen grond en stierven door uitputting. 

De geheime dienst doet een inval in het gezantschapgebouw en het gebouw en kluis worden opgeblazen. De aanwezigen worden gevangengenomen. Na twee weken Petrograd worden ze overgebracht naar Moskou. Van velen van hen is niets meer vernomen. 

Pas op 25 april 1920 vertrekken de laatste achterblijvers uit Sint Peterburg met de Lingestroom, een door de Nederlandse overheid gecharterde boot. Aan boord zijn onder andere ds. Schim van der Loef en Jan Hoek met zijn verloofde. 


woensdag 25 november 2020

Het Oosteinde - meest populaire straat van Vriezenveen


De website: Huizendata verstrekt woninginformatie over plaatsen, wijken en buurten. Ik surf naar Vriezenveen en daar lees ik dat de meest populaire straat van Vriezenveen het Oosteinde is. Dat verwondert mij niet alhoewel dat besef maar langzaam is gerijpt. Jaren geleden vond ik het Oosteinde een sfeerloos eindje aan Vriezenveen; een vrij futloze straat die, in vergelijking met het Westeinde, economisch  doodbloedde.

Maar als ik nu van het drukke Westeinde doorfiets naar het Oosteinde en het viaduct achter mij laat dan komt er een weldadige rust over mij. Doorgaand  verkeer wordt geweerd en omgeleid via de Rusluie weg. De weg is fraai gereconstrueerd en verkeersvriendelijker en veiliger aangekleed. Onder het fietsen kijk ik aandachtig om mij heen. Hier zijn nog oude boerderijen te bewonderen van meer dan een eeuw oud. Ook andere huizen hebben een facelift gekregen, tuinen worden goed onderhouden en het geheel straalt naast Vjeanse propere degelijkheid  ook duurzaamheid uit. Ik krijg de indruk, dat ik door de recente geschiedenis van Vriezenveen fiets. Meer dan elders wordt hier op het Oosteinde de herinnering  aan het oude Vriezenveen in ere gehouden.

Op de gemeentelijke monumentenlijst  onderscheidt het Oosteinde zich ook overduidelijk ten opzichte van het Westeinde. Telt het Westeinde vijf boerderijen of boerenwoningen als gemeentelijk monument; het Oosteinde stelt daar het dubbele aantal van tien tegenover.

Naast deze 10 monumenten zijn er nog andere boerderijen te bewonderen,  die gerestaureerd  en gemoderniseerd zijn naar de huidige maatstaven maar toch hun authenticiteit hebben behouden.  Zeker, ook op het Oosteinde zijn vele oude boerderijen verloren gegaan;

Zo lag het oudst bekende  Vjeanse boerenerve  "Poortman" (1660) aan het Oosteinde.

De geschiedenis van de Vriezenveense textielindustrie is ooit begonnen in  't breewerigie van Engels met een twintigtal handweefgetouwen in schuur achter huize Engelenburg aan 't Oosteinde.

In verdwenen herenhuizen of patriciërswoningen annex  boerderijen  werden door Vriezenveense notabelen (Rusluie)  plannen  gesmeed voor de oprichting  van coöperatieve bedrijven die later in Sint Petersburg furore maakten.

Eén van Vriezenveens  grote zonen, Wicher Berkhof, de latere admiraal van de Russische oorlogsvloot te Sint Petersburg, is geboren achterop het Oosteinde, nabij de Schipsloot

En wat te zeggen van de vele leden van de familie Kruijs. Eén van hen,  Gerhardus Kruijs,  geboren in 1838, woonde aan het Oosteinde (wijk 3 nr. 291 / 287) . Hij werd in 1891 minister van Marine in het kabinet  Mackay.

En terwijl ik over het Oosteinde verder  fiets dringen zich allerlei gedachten aan mij op en spelen er verhalen door mijn hoofd. En ik weet 't nu zeker: het Oosteinde is niet kil of sfeerloos  maar het ademt en bruist volop historie.  Je moet er alleen wel met de juiste bril op naar leren kijken. Misschien is daarvoor  eerst een bezoek aan het Vriezenveens Historisch Museum echt zo gek nog niet. 


woensdag 11 november 2020

Over namen en straten en Hofmansweg of Leemansweg


De Vriezenveners hebben in de loop der tijd op geheel eigen wijze hun mede dorpsgenoten creatief en vaak onnavolgbaar getypeerd via het fenomeen van de "huusnamen". En met straatnamen was dat niet anders. Zo kennen wij uit het verleden de Kaikstiege, de Buterweg en het Westerdok en wat meer recentelijk werd het Westeinde en Oosteinde synoniem aan Dorpsstraat; de Westerweilandweg aan Peddemorsweg en de Hofmansweg aan Leemansweg. Wat de reden is voor de laatstgenoemde laat zich gemakkelijk raden. Wie vanaf het Oosteinde de Hofmansweg op rijdt passeert het transportbedrijf Leemans. Het is een familiebedrijf, dat in 1928 is opgericht en zich voornamelijk richtte op grondverzet en het aanleggen van wegen.

Op de plaats waar de Hofmansweg uitmondt op het Oosteinde stond vroeger een oude boerderij. De boerderij maakte in het verleden deel uit van een groter geheel, het Hofmansgoed, dat bestond uit drie aaneengesloten erven, dat eigendom was van het klooster te Sibculo. In het Memorieboek van dat klooster zijn in de periode van 1501-1548 een twaalftal met name genoemde erven "op den Vene" als eigendom ingeschreven. Eén van deze was het Hofmansgoed. Na de reformatie kwamen deze erven onder het beheer van de Provincie, die ze weer verpachtte.

In 1717 besluit de Provincie om een aantal van deze voormalige kloostergoederen bij openbare veiling, te Zwolle te verkopen. Jan Berends Hofman koopt een deel van dat eerdergenoemde groter geheel. Hij was de eerdere pachter die zo de eerste particuliere eigenaar van de boerderij is geworden. In 1730 verkopen Jan Berends Hofman en echtgenote de boerderij aan hun zijn zoon Hendrik Jansen Hofman.

In 1759 trouwt Grietje, dochter van Hendrik, met Hendrik Berends Berkhof. Vanaf dat moment blijft de naam Berkhof gedurende een hele lange periode aan het huis en erf verbonden. Na de dood van de laatste Berkhof erft Herman Leemans het huis en de landerijen. De bedoelde boerderij kreeg vanaf 1957 als adres Oosteinde 115. De boerderij werd omstreeks 1964 afgebroken en in het kader van het ruiverkavelingsproject aan zijn agrarische bestemming onttrokken. De landbouwactiviteiten van H. Leemans werden voortgezet vanuit een nieuwe boerderij aan de Oostermaatweg 1.

Na de afbraak van de boerderij werd in plaats daarvan een nieuwe woning en kantoren van H. A. Leemans gebouwd. Het huidige adres Oosteinde 115 omvat nu het terrein en de bedrijfsgebouwen van transportbedrijf Leemans (westelijk van de Hofmansweg). H.J.H Leemans kocht in 1928 zijn eerste vrachtauto. Dat was de start van het huidige Internationale Transportbedrijf Leemans. Dat bestaat nu al 92 jaar. 

De toekomstige Vjennemån zal ons leren wat het wordt: Hofmansweg of toch Leemansweg?



woensdag 28 oktober 2020

OVER CORONA EN SPAANSE GRIEP en VERANTWOORDELIJKHEID EN INDIVIDUALISME.

 

In deze maand oktober walst Corona over Nederland in een tweede golf van besmettingen die zich dagelijks vermeerderd. Deze maand oktober is het ook precies 102 jaar geleden, dat de Spaanse griep hier ongenadig hard toesloeg. In 1918 werd het vredige Vriezenveen door de Spaanse griep overvallen en vielen er in oktober 84 doden te betreuren. November volgde met 17 doden. Corona is tot heden nog maar een zwakke schaduw van zijn grote broer de Spaanse griep.

Corona zet wereldwijd een enorme rem op het openbare leven en verlamt de economie. Maar het zorgt bovendien voor een scherpe tweedeling  in onze samenleving. Een tweedeling van  verantwoordelijkheidsgevoel en volgzaamheid  enerzijds en individualisme en egoïsme anderzijds. Deze zou er niet zou zijn als er met meer aandacht en respect gelet zou worden op de (dodelijke) slachtoffers van het virus. Een vergelijking van Corona met de Spaanse Griep  gaat wel mank maar zou wel kunnen leiden tot meer ingetogenheid en volgzaamheid.

De Spaanse Griep hield de wereld in haar greep en heerste van 1918 - 1920 en maakte wereldwijd een aantal dodelijke slachtoffers dat geschat wordt op 21 miljoen. Het virus is genoemd naar het land dat als eerste over de griep publiceerde.

De eerste symptomen lijken wel op die van Corona maar gingen verder gepaard met een extreme  moeheid waardoor men niet meer kon eten en drinken  en na ongeveer drie dagen overleed. De Spaanse Griep trof in tegenstelling tot Corona juist jongeren. Het werd het eerst gesignaleerd in Kansas in Amerika en verspreidde zich in Europa onder de Amerikaanse troepen. Van de in 1918 in Europa gelegerde  Amerikaanse manschappen lieten 43.000 mannen hun leven, niet door oorlogsgeweld van WOI maar door de Spaanse Griep.

Het aantal dodelijke Nederlandse slachtoffers in 1918 is vastgesteld op 38.000. In Vriezenveen vielen er in de maanden oktober en november van 1918 in totaal 102 dodelijke slachtoffers.

Corona noodzaakte de overheid in maart tot het nemen van een drastische maatregel (intelligente lockdown) om het virus in te dammen. Dit strenge beleid had na enige maanden succes en leidde tot versoepeling van de maatregel. Voor een deel van de bevolking voldoende  reden om hun leven en individuele vrijheid weer volledig voor zich op te eisen. De algemeen geldende veilige regel van minimaal anderhalve meter lapt men daarbij onverschillig aan de laars. Individualisme en onverschilligheid waardoor verspreiding van het virus kan voortwoekeren met haar gevolgen. Onverantwoordelijk gedrag waarmee men zich indirect mede schuldig maakt aan mogelijk te verwachten Corona slachtoffers.

Corona is nog lang geen Spaanse Griep. De geschiedenis leert ons zo, dat het nog veel erger kan. De kennis en de ernst van Spaanse Griep zal bij iedereen moeten leiden tot bezinning en meer volgzaamheid, net zoals die elders in Europa wel te zien is.  Maar ja, die Nederlanders, die zoeken altijd eerst de grenzen op van het toelaatbare of gaan tot net over het randje; het blijft toch een apart volkje. Maar die nuchtere Vjenneluie, zo volgzaam en gedwee, doen toch zeker niet aan die beschamende onzin mee?