Posts tonen met het label Historie Vriezenveen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Historie Vriezenveen. Alle posts tonen

woensdag 28 juli 2021

Dr. L. Jonker en de overeenkomsten tussen Vriezenveen en Staphorst

Lambertus Jonker was huisarts te Vriezenveen en leefde van 1866-1940. Hij was bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van Vriezenveen en voor onderzoek was hij regelmatig te vinden in het provinciale rijksarchief te Zwolle. Zijn nalatenschap, vervat in een aantal handgeschreven boekjes worden als relikwieën bewaard in het Historisch Museum.

Precies een eeuw geleden (1921) schreef Jonker een commentaar op een artikel in de “Driemaandelijkse Bladen”  een uitgave van de “Vereeniging tot Onderzoek van Taal en Volksleven in het Oosten van Nederland. Hier volgt een beknopte samenvatting;

Staphorst, oorspronkelijk een veenkolonie, is een streekdorp, de huizen liggen, soms twee of meer, op enige afstand achter elkaar op lange smalle stroken land, doorsneden door de straatweg, de diek. Van het grasland, ten noorden, deels ten noordwesten van de diek zegt men dat het buten, van het bouwland, ten zuiden, deels ten zuidoosten, dat het boven ligt. Wie an diek staat, kan dus vier richtingen uit, en boven of boveruut, en buten of butertuut, en oostert of oostertuut  en westert of westertuut. De lange smalle erven zijn onderling gescheiden door sloten, meestal aan weerszijden met hout beplant, er langs loopt op elk erf een steeg, een in den regel onbestrate toegangsweg; voor zover hij langs een huis leidt, draagt hij den naam van brink . 

Dit geldt ook voor Vriezenveen, als men daar op de weg staat kan men ook vier richtingen uit, hèn bwaven of bwaeverin, hèn buten of butertin, hèn oostert of oostertin, hèn westert of westertin. Daar ligt het bouwland ten noorden  van den weg dat is bwaven, het grasland ten zuiden van den weg dat is buten. 

De Staphorsters helpen elkaar tegenover vreemdelingen tot het uiterste, tegenover niet Staphorsters zijn zij één. Dit gemeenschapsbesef spreekt zelfs uit het groeten. Als iemand voorbijkomt hoort men hier zelden uitsluitend de gewone dorpsgroet: goeden dag, maar in den groet spreekt een besef van deelneming in de arbeid, die de ander verricht. Is iemand aan ’t ploegen dan luidt de groet: an ’t bouwen?, is iemand aan ’t oogsten, dan luidt hij: an ’t rogge halen? en zo klinkt de groet steeds in een vragende vorm, op de manier waarop buur of dorpsgenoot zijn werk doet. Dit is ook herkenbaar in Vriezenveen.

Evenals Staphorst is Vriezenveen een Friese veenkolonie, beide dorpen werden verplaatst naar gelang het veen was afgegraven en de bodem tot ontginning was gebracht, de kerken van beide dorpen zijn daardoor enkele keren verplaatst. 

In een proces te Staphorst over scheiding en verdeling van een hoeve en akkerlanden werd door een advocaat aangevoerd, dat de Vriezenveense landen van gelijke nature zijn als die van Staphorst en Rouveen met het onderscheid dat de laatste boven hoe langer hoe meer scherper toelopen (enz) 

Te Staphorst werd oudtijds het plaatselijk bestuur gevormd door het college van zestienen, te Vriezenveen door een dito van kerkmeesters en zestienen. 

Jonker citeert anno 1921 ten slotte een uitspraak van Dr. Blink van het Tijdschrift van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap: 

Als men iemand die Staphorst vrij wel kent, plotseling in Vriezenveen plaatst, zou hij den overgang schier niet hebben bemerkt”.








woensdag 19 mei 2021

over De Weeme en zijn betekenis

 


Op korte afstand van elkaar nabij  het centrum van Vriezenveen zijn de laatste decennia enkele gebouwen verrezen die het woord  "weeme" in hun naam dragen. Dat zijn TMZ De Weemelanden, het gezondheidscentrum De Weemelanden en OBS de Weemewereld en Sporthal de Weemelanden. Ze liggen ingeklemd tussen de Algemene begraafplaats en de Prinsenweg. Samen met de daar weer naast gelegen woonwijk is het geheel bekend als de wijk  "de Weemelanden".

Die gebouwen liggen aan de Koningsweg die ter plaatse de hoofdweg is geworden van de oorspronkelijke weg de Weemestraat, die daaraan parallel loopt. Dat straatje is aan het begin en het einde voorzien van een kaal straatnaambord, dat geen verdere informatie verschaft over zijn oorsprong of betekenis.

"Weeme" is een woord, dat in het Noorden,  Midden en Oosten van Nederland terug te vinden is in historische documenten. Het werd op verschillende manieren geschreven, namelijk als weem, weeme, wheem of wheeme. Soms had het in de ene regio een ruimere  betekenis dan in de andere. Bij alle betrokken regio's gaat het om kerkelijk bezit. Het woord "weeme" wordt in de huidige spreektaal niet meer gebruikt en werd vervangen door pastorie. Dat betekent voor ons Vriezenveen, dat de Pastorielaan en de Weemestraat, die in elkaars verlengde liggen, dat anders gezien, qua oorsprong en betekenis eveneens doen.  

Achter de Grote Kerk, aan de zuidpunt van de Pastorielaan stond vroeger een statig en mooi herenhuis, een pastorie van de Nederlands Hervormde kerk. De kerk had nog een andere en soortgelijke  weeme of pastorie aan het Oosteinde, tegenover café-restaurant "de Piep'n"

Weeme werd dus later pastorie ofwel het huis van een pastoor, kapelaan of dominee. In het oosten des lands werd met "weeme" het geheel aan onroerend kerkengoed bedoeld: pastorie,  kerkhof en/of aan de kerk toebehorend  boerenland.

Op een topografische kaart van Vriezenveen uit het jaar 1868 is kerkelijk grondbezit terug te vinden met de aanduiding "Kerken bouwlanden" ten noorden van de Grote Kerk.

In een koopakte uit het jaar 1424 wordt de Weeme al genoemd als een huis dat gebouwd is op geestelijke grond. In een akte van het jaar 1714 wordt voor het eerst gesproken van 't Weemenland. In januari 1718 is er een huis verkocht op Pastorieënland. Wordt hier 't Weemenland vereenzelvigd met Pastorieënland?

De gemeente Vriezenveen gaf in de begin jaren 60 gevolg aan de ministeriele eis voor de inrichting van een werkplaats  ten behoeve van de gemeentelijke sociale werkvoorziening en stelde daarvoor de Middenschool beschikbaar. Deze kreeg de naam De Weeme.

 

Tot slot kan worden gesteld, dat in Vriezenveen de naam Weeme gebruikt is voor het benoemen van gebouwen of instanties op basis van de historie van hun locatie en/of vroeger eigendom. Was de betekenis van het woord weeme die van pastorie of kerkelijk bezit; zoals die naam in de recente geschiedenis is toegepast heeft Vriezenveen er een andere betekenis aan toegevoegd, namelijk die van dienstbaar zijn aan de samenleving.


woensdag 5 mei 2021

De Piepe van Jansen en Tilanus

 


Vriezenveen heeft een industrieel erfgoed, dat wel erg beeldbepalend is door zijn lengte. Dat is de schoorsteenpijp van het voormalig fabriekscomplex van Jansen en Tilanus aan het kanaal. In de volksmond aangeduid als  "de Piepe" en die naam is in 't Vjenne synoniem is aan de fabrieksnaam.

Hij stamt uit het begin van de vorige eeuw. Het is een overgebleven Vriezenveens symbool van  de toenmalige economische vooruitgang met de stoommachine als energiebron. Een revolutionaire ontwikkeling die uitgroeide tot een woud van ca. 10.000 schoorsteenpijpen in Nederland. 

Voor het opwekken van stoom was een ketel noodzakelijk waarin water tot stoom werd verhit door verbranding van kolen of turf.  De afvoer van de verbrandingsgassen vond plaats via een schoorsteen. Daarnaast zorgde de schoorsteen voor voldoende trek als zuigende werking. De hoogte van de schoorsteen werd bepaald door middel van formules waarbij onder meer de grootte van de ketel en de plaats van de fabriek van belang waren. 

Door vernieuwende industriële ontwikkeling en veranderende productieprocessen in de jaren 60 en 70 zijn er veel leegkomende fabrieken met de daarbij behorende schoorstenen gesloopt. En dat gaat nog steeds door. Nu zijn er nog maar 600 à 700 overgebleven. De Piepe is daarin wel uitzonderlijk. In heel Nederland zijn er namelijk geen andere fabrieksschoorstenen van dit type bewaard gebleven. Op grond van zijn bouwstijl vermoedt men dat hij van Duitse makelij is.

De Piepe dateert van omstreeks 1902. De nu geheel vrijstaande fabrieksschoorsteen is geplaatst op een sokkel van rode baksteen (kruisverband). In de onderbouw zijn de voormalige openingen dichtgezet. De voet van de schoorsteen is voorzien van verdiept liggende velden en randen van rode radiaalsteen. Ook in het onderste gedeelte van de schacht bevinden zich verdiept liggende velden en siermetselwerk in rode steen. De top en de bovenste 6-7 meter van de schoorsteen zijn in het verleden verwijderd.

De Piepe, met Westeinde 660 als adres, is sinds op 24 april 2006 benoemd als Rijksmonument. Volgens een publicatie van het STIF (stichting instandhouding fabrieksschoorstenen) was dit mede te danken aan het werk van de stichting. Er waren gedurende 10 jaren regelmatig gesprekken gevoerd en brieven gestuurd waarin de gemeente gewezen werd op een dreigende situatie rond de schoorsteen en waarin werd aangedrongen op renovatie.

De aanwijzing tot rijksmonument was gebaseerd op grond van de volgende overwegingen:

De fabrieksschoorsteen is van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang - vanwege de ouderdom - vanwege het materiaalgebruik en de toegepaste decoratie - vanwege de redelijke gaafheid van de sokkel, voet en schacht - als tastbare herinnering aan de landelijke bekende textielfabriek van Jansen & Tilanus - als markant oriëntatiepunt en baken voor Vriezenveen en omgeving en als laatste overtuigend argument: vanwege de uniciteit op landelijk niveau.

Nu zijn wij inmiddels weer 15 jaar verder en onderaan de Piepe raak ik onder de indruk van deze fraaie kolos en haar kenmerken. Ik staar omhoog en de lijn van de pijp volgend zie ik sporen  van openliggende  voegen (breuklijnen?) dat als een uitdunnend netwerkje langzaam van omhoog kruipt. Mij bekruipt toch enig  gevoel van onveiligheid en ik vraag mij af: hoe lang nog?

zondag 25 april 2021

Vanuit het heden kijkend naar een fraai verleden


Sluimerend komen oude herinneringen bij  vlagen
schoorvoetend mijn overvolle brein opjagen.
Als ik mij daarop dan diep denkend concentreer
ben ik verrast wat ik dan nog weet van weleer.

Mijn gedachten worden dan gericht geleid,
naar welhaast vergeten, reeds lang vervlogen tijd.
Het is werkelijk gewoon niet voor te stellen
wat men waver 't Vjenne dan nog weet te vertellen
en uitroept: Oh ja, wat mooi, nu weet ik ‘t weer!

Werd eerder mijn tijd door werk of anderen bepaald
zij zijn nu uit mijn  agenda voorgoed weggehaald.
Schuldloos wandel ik nu dankbaar, vrij en blij
in bossen, veenschappen of op de Kloosterhaarse hei.

In deze door corona ingeperkte tijd, denk ik met vreugd
aan die vroegere jaren van een zorgeloze jeugd
aan die onbevangen omgang met mijn klasgenoten
zo ongecompliceerd, wat heb ik daar toch van genoten.

En gedachten komen dan, hoe het vroeger eens was
in de vijftiger jaren ten tijde van de laag’re schoolse klas,
daarbij  komt dan ook “Ken uw dorp en heb het lief”
en 't Historisch Museum mij wel bijzonder goed van pas.

In herinnering aan die zogeheten goeie ouwe tijd
heb ik nu wat tijd gewijd om te onderzoeken,
in stoffige geschriften en  beduimelde boeken
wat er van dat verleden toen is opgeschreven
om het verleden vast te houden en te doen herleven.

Ervaar dan zelf en wees voor 't verleden niet te bang
want we weten immers al generaties lang
vroeger , ja vroeger, toen was alles voortreffelijker
en ..........vééél beter!

© Gert Pape

woensdag 16 oktober 2019

Haksenvenne kolderieke historie



Op mijn PC zie ik, dat Theater Turf bij het Veenmuseum onlangs een Sagenfestival organiseerde waar verschillende sprekers  spannende verhalen vertelden. Ook dwaalde er een (verklede) heks rusteloos rond die haar (on)vermakelijke opwachting maakte in de mensenmassa. Ik heb haar daar ook gezien en heb haar gemeden want ik heb helemaal niets op met heksen en trollen. Digitaal doorscrollend verschijnen er zowaar nog meer van die spookberichten op mijn scherm, sneller dan een heks op een bezemsteel.

In mei 1905 verschijnt er een lijvig artikel in de Zwolsche Courant, dat o.a. beknopt de vermeende  oorsprong van  't Vjenne beschrijft. Een citaat:

"Volgens de sage werd Vriezenveen gesticht door eenige Friesche heksen, die wegens den last, welken zij hun stamgenooten bezorgden, uit Friesland waren verbannen en die zich met toestemming van den Graaf van Almelo, den toenmaligen eigenaar van Vriezenveen, ten noorden van Almelo vestigden. Nog altijd heet daarom in veler mond de plaats „Haksenvenne" en worden de bewoners Vennehaksen genoemd en ongelofelijk zijn de vele verhalen omtrent de kracht van heksen, witte wijven en lichtjes, die nog altijd opgeld doen. Hoogstwaarschijnlijk waren de eerste bewoners afkomstig uit de omstreken van de Dollart, waar hun huis en have een prooi der golven was geworden. Taal, zeden en gewoonten wijzen op deze afkomst en al ligt Vriezenveen te midden der Saksische bevolking van Overijssel, langen tijd hebben haar bewoners verschillende eigenaardigheden bewaard en waren ze prat op hun taal en gewoonten."

Ik ben verbaasd, ik ken niet één van die vele verhalen en ook Vriezenveen als Haksenvenne is mij volkomen onbekend.  Ik koester daarom, samen met de heer Trump, prompt enige argwaan aan de juistheid van deze geschiedschrijving: fake news?!

Toch hebben deze kolderieke verhalen die in  geloofwaardigheid die van Sinterklaas amper overstijgen, wel vaste voet gekregen in de Vjeanse historie.

Prof. H. Entjes heeft in meerdere boeken de Vriezenveense taal en gewoontes beschreven.  In 1976 verscheen een boek, dat hij samen schreef met Jaap Brand:" Van duivelse heksen en spoken". In dit boek  blijkt dat zijn belangstelling tevens uitgaat naar de volkskundige kant van de Nederlandse historie. En dan is er ook nog de uit eigen Vriezen- veense gelederen voortkomende boekenschrijver wijlen de heer J.W. Uitslag die ooit twee boeken schreef.  

Eén ervan is het boek: Spook van de grens (1967) dat in 1970 een tweede druk kreeg. De beide genoemde boeken zijn niet meer te koop. Hun marktwaarde bedraagt  € 4  op Marktplaats.  Voor het bepalen van hun geschiedkundige waarde dient men, symbolisch gezien, de komma wel enkele posities naar rechts te verschuiven.

Deze moderne tijd heeft zo zijn eigen spoken en heksen en trollen, die zijn geheel van digitale aard. De jeugd vergaapt zich in moderne tekenfilms maar al te graag  aan onvoorstelbare mogelijkheden.

Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...