zaterdag 19 juni 2021

Jacob Kruijs - een historisch reisverslag



De familie Kruys behoorde enkele eeuwen tot de notabelen van Vriezenveen. Zij waren vertegenwoordigd in het lokale bestuur en in de zakenwereld.  Zij waren schout, zelfstandig ondernemer of waren actief binnen Vriezenveens - Russische ondernemingen te Sint Petersburg. 

Over deze familie Kruys is meer bekend dan van andere soortgelijke Rusluie. Zij waren erg bedreven in het schrijven.  Dat was bij hen tot kunst verheven maar ook andere kunstvormen kregen ruime aandacht. Er zijn nogal wat familieleden onder hen geweest, die hun bevindingen en gevoelens vastlegden in proza (dagboeken, brieven) of in poëzie (gedichten) in de bloemrijke taal van hun eeuw.  

In 1812 wordt Jacob Urzinus Zacharias Kruijs geboren, zoon van vader Jan Kruijs en Maria Grevestein. Vader Jan was één van de laatste schouten en de eerste Burgmeester van Vriezenveen. Vader Jan schreef een dagboek dat een goed historisch beeld geeft van de Vjeanse samenleving van toen. Jacob was het negende kind van Jan en Maria en na hen hem kwam er nog eentje.

Jacob was nog maar 14 jaar toen hij evenals eens zijn vader, grootvader, ooms en neven vertrok naar Sint Petersburg om daar te gaan werken. Op 14 juli 1826 vertrok hij met de huifkar van de gezamenlijke Rusluie vanaf het vaste vertrekpunt aan het Oosteinde  (Smeltschuur). Hij was in gezelschap van vier volwassen personen waaronder zijn zwager. De anderen waren in dienst van het familiebedrijf Kruijs Engberts & Co. Thuis was Jacob goed toegerust maar hij zou zijn opleiding gaan voortzetten binnen een andere Vriezenveens – Russische onderneming, namelijk Jansen, Joost & Co.

Dankzij het verslag van deze jongeman is er inzicht verkregen in de route en het verloop de reis van de Rusluie naar Sint Petersburg. Die reis duurde 14 dagen waarin er nauwelijks tijd werd genomen om te rusten. In de kar was slechts ruimte voor één slaapplaats. De route liep langs 90 met name genoemde steden dorpen en gehuchten. Slechts één keer nam men gezamenlijk een nachtrust van ongeveer 6 uur. De totale reisroute liep over een lengte van ongeveer 2350 km. Tijdens de reis werd er 62 keer gestopt om paarden te verversen. Bij een posthuis werden de oude paarden verkocht en moesten er wel op tijd nieuwe beschikbaar zijn.
Jacobs verslag is geen mooi avontuurlijk of een geromantiseerd jongensverhaal geworden maar een kaal koud staccato verslag van een bijna non-stop, dag en nacht en “aait vedan” reis over vaak hobbelige wegen. Onderweg was er zodoende weinig te beleven. Waar Jacob wel enthousiast over schreef was de “heerlijke chaussee” de verharde wegen die eerder door de Fransen waren aangelegd. Steevast vermeldde hij bij halteplaatsen wat er “gespijzigt” werd, een kennelijk een smakelijk dagelijks hoogtepunt tijdens de reis. 

Het is een bijzonder informatief reisdagboekje geworden van enige historisch waarde. Het ontbeert echter de van een Kruijs te verwachten bloemrijke beschrijving. En als men dan toch iets persoonlijks verwacht, dan was het misschien wel dit; Bij Kruijs thuis hadden ze een grote hond “Roldan” maar die was nog lang niet zo groot als dat mormel wat ze daar in Custriem tegenkwamen.
En de familie Kruijs….. ja die is ook al een eeuw niet meer in Vriezenveen te vinden.




woensdag 2 juni 2021

Waarom De Pollen de Pölle heet

 


De Pollen is als naam voor een wijk - of buurtschap niet uniek. Maar hoe komt De Pollen nu aan zijn naam. Ik lees dat de meningen over de betekenis van die naam verdeeld zijn. Volgens Nederlands meest bekende digitale encyclopedie wordt met "Pollen" zandhoogten of zandruggen bedoeld, eilandjes in moerassig veengebied.

In de 15e eeuw was de aarde ten noorden van 't  Vriesenvene woest en ledig. Een uitgebreid moerassig veengebied strekte zich uit tussen de kloosters van Almelo, Albergen en Sibculo. Kloosterlingen baanden zich een weg door deze woestenij en zo ontstonden er voetpaden als vaste verbindingswegen. De Paterswal was een deel van de verbinding tussen Almelo en Sibculo. Het voetpad van Sibculo naar Albergen voerde eerst via Paterswal  in zuidelijke richting (langs de Engbertsdijksvenen) en daarna een deel in oostelijke richting over de Oude Hoevenweg tot ongeveer de plaats waar de tegenwoordige christelijke school is gevestigd. Daar moest men dan het "Papenvonder" oversteken om het pad te vervolgen via Geesteren naar Albergen.

Pol of Pölle als topografische aanduiding komt in Nederland wel meer voor. De betekenis van die woorden is enkele jaren geleden beschreven door Herman Dasselaar in Waver 't Vjenne (2009)  Wat hij daarover schrijft lijkt erg logisch; hij schetst daar de historische waarschijnlijkheid van wat nu De Pollen heet. 

De boeren op 't Vriesenvene breidden hun landerijen door ontginning steeds verder noordwaarts uit. De turf van de veengronden was voor hen een neveninkomst. De turflaag in veenschappen en Engbertsdijksvenen van soms wel enkele meters dik werd ontdekt als het bruine goud. De Turfwinning groeide uit tot zelfstandige industrie die werd geëxploiteerd door gespecialiseerde veenderijen. Gedurende ruim twee eeuwen (18e  - 20e eeuw) werd er turf gestoken.

De naam polle werd elders in Nederland gebruikt door kolonisten voor de door hen moeizaam ontgonnen gronden nabij hun nederzetting. In Oost Friesland was een pölle de naam voor een keuterhoeve, die min of meer illegaal, buiten de reguliere ontginning van de nederzetting om, op de woeste gronden waren veroverd. Bij de oude nederzetting hadden deze keuterboeren daarna geen stemrecht meer. 

De benaming pol, polle of pölle heeft zich vanuit Friesland verspreid en zo kon het gebeuren dat er bij andere plaatsen ook buurten of gehuchten ontstonden die deze naam dragen. Die naam komt voor op diverse oude topografische kaarten. Genoemd worden de plaatsen Steenwijk, Blankenham, Blokzijl, Meppel, Staphorst en Rouveen. Dasselaar trekt een vergelijking tussen deze plaatsen en Vriezenveen die allen mogelijk op dezelfde wijze, met veel doorzettingsvermogen, hun naam hebben verworven.

De betekenis volgens de encyclopedie van De Pollen als zandhoogte is te krap,  De betekenis als keuterhoeve lijkt alleszins aannemelijk. Van verdeeldheid hoeft er m.i. geen sprake te zijn. Het is geen of-of  verhaal. Nee, het kan elkaar juist versterken.


woensdag 19 mei 2021

over De Weeme en zijn betekenis

 


Op korte afstand van elkaar nabij  het centrum van Vriezenveen zijn de laatste decennia enkele gebouwen verrezen die het woord  "weeme" in hun naam dragen. Dat zijn TMZ De Weemelanden, het gezondheidscentrum De Weemelanden en OBS de Weemewereld en Sporthal de Weemelanden. Ze liggen ingeklemd tussen de Algemene begraafplaats en de Prinsenweg. Samen met de daar weer naast gelegen woonwijk is het geheel bekend als de wijk  "de Weemelanden".

Die gebouwen liggen aan de Koningsweg die ter plaatse de hoofdweg is geworden van de oorspronkelijke weg de Weemestraat, die daaraan parallel loopt. Dat straatje is aan het begin en het einde voorzien van een kaal straatnaambord, dat geen verdere informatie verschaft over zijn oorsprong of betekenis.

"Weeme" is een woord, dat in het Noorden,  Midden en Oosten van Nederland terug te vinden is in historische documenten. Het werd op verschillende manieren geschreven, namelijk als weem, weeme, wheem of wheeme. Soms had het in de ene regio een ruimere  betekenis dan in de andere. Bij alle betrokken regio's gaat het om kerkelijk bezit. Het woord "weeme" wordt in de huidige spreektaal niet meer gebruikt en werd vervangen door pastorie. Dat betekent voor ons Vriezenveen, dat de Pastorielaan en de Weemestraat, die in elkaars verlengde liggen, dat anders gezien, qua oorsprong en betekenis eveneens doen.  

Achter de Grote Kerk, aan de zuidpunt van de Pastorielaan stond vroeger een statig en mooi herenhuis, een pastorie van de Nederlands Hervormde kerk. De kerk had nog een andere en soortgelijke  weeme of pastorie aan het Oosteinde, tegenover café-restaurant "de Piep'n"

Weeme werd dus later pastorie ofwel het huis van een pastoor, kapelaan of dominee. In het oosten des lands werd met "weeme" het geheel aan onroerend kerkengoed bedoeld: pastorie,  kerkhof en/of aan de kerk toebehorend  boerenland.

Op een topografische kaart van Vriezenveen uit het jaar 1868 is kerkelijk grondbezit terug te vinden met de aanduiding "Kerken bouwlanden" ten noorden van de Grote Kerk.

In een koopakte uit het jaar 1424 wordt de Weeme al genoemd als een huis dat gebouwd is op geestelijke grond. In een akte van het jaar 1714 wordt voor het eerst gesproken van 't Weemenland. In januari 1718 is er een huis verkocht op Pastorieënland. Wordt hier 't Weemenland vereenzelvigd met Pastorieënland?

De gemeente Vriezenveen gaf in de begin jaren 60 gevolg aan de ministeriele eis voor de inrichting van een werkplaats  ten behoeve van de gemeentelijke sociale werkvoorziening en stelde daarvoor de Middenschool beschikbaar. Deze kreeg de naam De Weeme.

 

Tot slot kan worden gesteld, dat in Vriezenveen de naam Weeme gebruikt is voor het benoemen van gebouwen of instanties op basis van de historie van hun locatie en/of vroeger eigendom. Was de betekenis van het woord weeme die van pastorie of kerkelijk bezit; zoals die naam in de recente geschiedenis is toegepast heeft Vriezenveen er een andere betekenis aan toegevoegd, namelijk die van dienstbaar zijn aan de samenleving.


maandag 17 mei 2021

20210517 over onzekerheid , zelfreflectie en vertrouwen




Nog maar net in bed val ik ongemerkt en loom

doezelend wegdeinend in een onbeheersbare droom.

 

Ik zoef en zweef daarna dan zachtjes door lucht

slaak een diepe zucht en met een zachte bons

daal ik neer op een geriefelijk  bedje van mossig dons

en ben dan zomaar beland in een onontdekt land.

 

Alles is hier anders en uitermate vreemd

'k ben hier alleen, niets en niemand om mij heen

niets dat ik herken en ik vraag mij af wie ik zelf ben

een nobody, die is beland in een niemandsland.

 

Bij alles wat ik in dat land daar zie of wat ik daar tegenkom

kan ik die telkens weer gestelde vraag niet ontwijken

om bij wat ik daar ervaar, altijd eerst naar mijzelf te kijken

dat is vreemd en ik voel mij dat land  totaal ontheemd.

 

De duisternis in die nacht roept bij mij, oh arme stakker

al slapende dan toch weer ongewild grote onzekerheid in mij wakker

ik geraak van de weifel in gerede twijfel en in mijn angst

ben ik midden in de nacht dan nog het aller bangst.

 

Ik weet niet wat men hier doet of hoe het daar toegaat

eerder stond altijd wel een vriend met wijze raad paraat

hier raak ik verward en 't wordt mij hier banger om 't hart

ik roep de hulp in van goede vrienden en mijn beminden

ze horen mij niet, zij laten zich in dit land onmogelijk vinden.

 

Ik heb nooit geleerd om mijzelf openlijk te uiten

om mijn eigen zaken zelfstandig te leren besluiten

in dit land sta ik alleen, kan niet op vrienden bouwen

dat noodzaakt mij om op eigen inzichten te vertrouwen.


Ik sta daarin alleen en moet er helemaal zelf doorheen

de onrust van die droom werkt in mij ineens heel econoom,

ik vecht en vecht en vind uiteindelijk dan toch weer wat moed

dat doet mijn brein en geest opmerkelijk veel goed.      

Het is slechts een begin maar 'k weet heel zeker, ja ik win.

 

En op dat hoogtepunt wordt mij de overwinning gegund

het is een feit, op dat moment beëindig  ik mijn tegenstrijd

ik ben niet meer verdeeld,die wond is wonderwel geheeld

en ik vind ik mij dan voltooid en volwassen terug

in de persoon die ik herken van wie ik werkelijk nu ben

en geniet in bed nog na, lekker liggend op mijn rug.

 

ik ontwaak met de overtuiging in mijn hoofd

dat ik mij voortaan niet meer zal vergissen

want vanaf nu af aan, ga ik voortaan alles zelf beslissen

Ik ga ik verder bouwen aan mijn eigen zelfvertrouwen

dat heb ik stilzwijgend aan die vreemde droom beloofd.


woensdag 5 mei 2021

De Piepe van Jansen en Tilanus

 


Vriezenveen heeft een industrieel erfgoed, dat wel erg beeldbepalend is door zijn lengte. Dat is de schoorsteenpijp van het voormalig fabriekscomplex van Jansen en Tilanus aan het kanaal. In de volksmond aangeduid als  "de Piepe" en die naam is in 't Vjenne synoniem is aan de fabrieksnaam.

Hij stamt uit het begin van de vorige eeuw. Het is een overgebleven Vriezenveens symbool van  de toenmalige economische vooruitgang met de stoommachine als energiebron. Een revolutionaire ontwikkeling die uitgroeide tot een woud van ca. 10.000 schoorsteenpijpen in Nederland. 

Voor het opwekken van stoom was een ketel noodzakelijk waarin water tot stoom werd verhit door verbranding van kolen of turf.  De afvoer van de verbrandingsgassen vond plaats via een schoorsteen. Daarnaast zorgde de schoorsteen voor voldoende trek als zuigende werking. De hoogte van de schoorsteen werd bepaald door middel van formules waarbij onder meer de grootte van de ketel en de plaats van de fabriek van belang waren. 

Door vernieuwende industriële ontwikkeling en veranderende productieprocessen in de jaren 60 en 70 zijn er veel leegkomende fabrieken met de daarbij behorende schoorstenen gesloopt. En dat gaat nog steeds door. Nu zijn er nog maar 600 à 700 overgebleven. De Piepe is daarin wel uitzonderlijk. In heel Nederland zijn er namelijk geen andere fabrieksschoorstenen van dit type bewaard gebleven. Op grond van zijn bouwstijl vermoedt men dat hij van Duitse makelij is.

De Piepe dateert van omstreeks 1902. De nu geheel vrijstaande fabrieksschoorsteen is geplaatst op een sokkel van rode baksteen (kruisverband). In de onderbouw zijn de voormalige openingen dichtgezet. De voet van de schoorsteen is voorzien van verdiept liggende velden en randen van rode radiaalsteen. Ook in het onderste gedeelte van de schacht bevinden zich verdiept liggende velden en siermetselwerk in rode steen. De top en de bovenste 6-7 meter van de schoorsteen zijn in het verleden verwijderd.

De Piepe, met Westeinde 660 als adres, is sinds op 24 april 2006 benoemd als Rijksmonument. Volgens een publicatie van het STIF (stichting instandhouding fabrieksschoorstenen) was dit mede te danken aan het werk van de stichting. Er waren gedurende 10 jaren regelmatig gesprekken gevoerd en brieven gestuurd waarin de gemeente gewezen werd op een dreigende situatie rond de schoorsteen en waarin werd aangedrongen op renovatie.

De aanwijzing tot rijksmonument was gebaseerd op grond van de volgende overwegingen:

De fabrieksschoorsteen is van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang - vanwege de ouderdom - vanwege het materiaalgebruik en de toegepaste decoratie - vanwege de redelijke gaafheid van de sokkel, voet en schacht - als tastbare herinnering aan de landelijke bekende textielfabriek van Jansen & Tilanus - als markant oriëntatiepunt en baken voor Vriezenveen en omgeving en als laatste overtuigend argument: vanwege de uniciteit op landelijk niveau.

Nu zijn wij inmiddels weer 15 jaar verder en onderaan de Piepe raak ik onder de indruk van deze fraaie kolos en haar kenmerken. Ik staar omhoog en de lijn van de pijp volgend zie ik sporen  van openliggende  voegen (breuklijnen?) dat als een uitdunnend netwerkje langzaam van omhoog kruipt. Mij bekruipt toch enig  gevoel van onveiligheid en ik vraag mij af: hoe lang nog?

Koninklijk verkouden


Op 30 april 2014 om 07.13 uur stap ik in de trein van Almelo naar Enschede. 

Schuin tegenover mij aan de andere kant van het looppad zit een man voorovergebogen op z’n laptop te staren. Een zakdoek in zijn hand en hij begint luidruchtig te snotteren.  
 Na gedane arbeid bestudeert hij aandachtig het resultaat alsof hij daar de meteorologische verwachting voor vandaag in af kan lezen. Hij kijkt waterig uit zijn ogen en zijn neusvleugels zijn rood gekleurd. 

In Hengelo stapt er een andere jongeman in en neemt plaats tegenover Hans  Snotterjans.  Ook hij begint te luid te toeteren en samen spelen ze Opus 13 van de compononist S.N.O.T. Verkouden. Ik kijk om me heen, het treinstel rond, om in 't rond dwarrelende bacillen of pollen te ontwaren. 

Even later, zit ik op mijn werk achter mijn bureau en komt mijn collega binnen. Nog voordat zij mij een goede en vooral een gezonde morgen heeft gewenst, pakt zij een zakdoek en blaast erin als was het een tuba.

"Wat zit er vandaag toch in de lucht?" vraag ik mij af. 
Ohh…… ja, het is vandaag 30 april, oud Koninginnedag. De verjaardag van Prinses Juliana en ook voorheen  de Koninginnedag onder haar dochter Beatrix.

Ik denk in stilte nog even aan onze geliefde oud - koningin Beatrix. Ik vraag mij af wat ze nu zal doen? 

Oh… ik denk waarschijnlijk niks want ze zal ook wel dik verkouden zijn. 
In  gedachten zie ik haar voor mij, met een zakdoek in haar hand, voorzien van een oranje geborduurd kroontje, en zachtjes blaast zij het Wilhelmus.

  © Gert Pape