woensdag 25 juli 2018

20180720 een (ansicht)kaart en een ziekenhuisopname


Onlangs lag ik een week in het ziekenhuis in een kamertje apart, in afzondering i.v.m. een bacteriële infectie. Het was dag in dag uit mooi en erg warm weer.
Daar lag ik heel  alleen met een zee van tijd en genoeg om over na te denken. De dagen vlogen om en ik heb me geen ogenblijk verveeld.

De wand tegenover mijn bed is kaal met een kleurloos rauwvaas  behangetje. Die kamer ligt vijf hoog in het ZGT Almelo.  Over de volle breedte van de buitenwand zitten ramen en die verschaffen  mij dag en nacht een wijde blik over de stad. De zuster vroeg 's avonds of ze de gordijnen moest sluiten. Daar heb ik bewust geen "ja" opgezegd want ik wil mijn verkleinde wereld wel in haar volle breedte beschouwen en indrinken.  

Het is vier uur in de ochtend van wat weer een warme zwoele dag gaat worden. Pinkelende lampjes op hoge gebouwen geven mij een prachtig uitzicht op de nog dommelende stad , die zich uitstrekt als een schemerende platte kerstboom. Het is opvallend hoeveel groen er nog tussen de gebouwen zit.
Alles is nog in rust . Die rust keert ook terug  in mijn linkerbeen dat geteisterd werd door een hellevuur en pijn, die mijn dag bepaalde. De ontstekingswaarden  van eerst 186 lopen langzaam terug 180 - 116 en wat zal het vandaag worden.  Het moet minder dan 10 worden.

De dominee is geweest en er is gelezen, gesproken, gebeden en ook een beetje gehuild. Ik heb vertrouwen en ben hoopvol gestemd.

Maar het allermooiste is nog die ene kaart, die dat kale rauwvaas - behangetje siert. Een kaart van Nanieke voor opa. Een lief en aanhankelijk kind met een fijn karakter. Een bolleboosje, die kan worden wat ze wil, zegt men, een kind ook met ambities.
Nanieke en opa kunnen het samen heel goed vinden en regelmatig krijg ik een hartverwarmende knuffel. Ik ben blij en dankbaar.
Nanieke, bedankt voor de kaart en veel sterkte straks op het gymnasium.
Hou je hoofd er bij en laat je niet leiden door de gekte van de jeugd.
Opa.

N.B.
Nu zes weken  later is alles weer voorbij.
God zij dank! en dan bedoel ik precies zoals ik het zeg.



https://vjenne.blogspot.com/2018/07/20180720-over-een-ziekenhuisopname-en.html

vrijdag 13 juli 2018

Sloerig in 'n rakkert - een Twents onbestemd gevoel

In 1974 ging de baas van mijn  vrouw op vakantie en zaten wij gedurende die tijd “op de zaak.” Hij was fotograaf en had een slijterij. De toenmalige tijd was de stilzwijgende voortzetting van de flower – power periode en werd o.a. gekenmerkt door de Beatles, baarden, bier en Beerenburg. Dat laatste werd door mij en mijn maten matig, zij het wel regelmatig genuttigd en dat werd in het algemeen als zeer heilzaam ervaren voor lichaam en geest.

In de slijterij achter het schap zat een luik, dat toegang gaf tot een kelder. In dit onderaards gewelf stond een groot vat waarin “eigen” Beerenburg werd getrokken. Dit ging op basis van jenever met 35% alcohol waaraan Beerenburg kruiden werden toegevoegd. De tijd deed de rest.

Deze kruiden waren strak en luchtdicht verpakt in papieren zakken. Deze zakken waren wit van kleur en geheel bedrukt met Oud - Hollandse gekalligrafeerde blauwe letters, net een Delftsblauw tegeltje. Er stond beschreven welke kruiden erin zaten en er werd een lethargische opsomming gegeven voor welke klassieke kwalen en enge ziektes dit goedje een probaat bestrijdingsmiddel was. Daarvan is mij slechts één aansprekende kwaal bij gebleven, namelijk: “strammigheid der lendenen”. Deze intrigerende term speelt nu al zo lang door mijn hoofd. Ik weet niet wat het is en toch meen ik het soms te voelen.

Toen ik vanmorgen wakker werd had ik een onbestemd gevoel en ik dacht…… het zal toch geen strammigheid der lendenen zijn?

Na ruim 45 jaar heb ik dus nu besloten om het geheimenis te ontcijferen en daarvoor klim ik nu in de wondere wereld van World Wide Web en goochel ik wat met Google. Er blijken zelfs meerdere oudere geschriften te zijn die de term strammigheid en lendenen kennen. Eén toepasselijke wil ik u niet onthouden. Daarin staat de term prikkelende term “verlustigen” centraal.

“Het kind wil als jongeling zich in wijderen kring, de man in het bezit ener gade en geliefde kinderen, de grijsaard in de bloei zijner zonen, die zijnen plaats bekleden, verlustigen; al krommen zich de lendenen, al weigeren de stram geworden leden hun dienst, nog vormen zich de plannen voor de toekomst.”

Deze cryptisch dan wel komische tekst betekent m.i. zoveel als: of je nou jong of oud bent en stijf en stram, je hebt er nog zin in… in eh…, de toekomst.

Deze beschrijving voldoet niet aan mijn onbestemde gevoel van vanmorgen en daarom ban ik, na tientallen jaren, per heden de term “strammigheid der lendenen” uit mijn hoofd en ik vervang mijn onbestemd gevoel door het Twentse “sloerig in de rakkert”. En wat dat is…? ja, dat is weer een lang verhaal maar ja, dat mag u nu zelf uitzoeken. Maar zoiets is het ...ongeveer.....

dinsdag 12 juni 2018

20180612 over slapeloosheid, Parkinson, tijd en poëzie


's Avonds laat
en net in bed,
spits ik beide oren
of ik het geruis
van de stilte al kan horen.

Ik luister en hoor een zacht gefluister,
dat ik duid als dat herkenbare geluid,
dat weer een wakkere nacht inluidt,
die mij, hoe ongewild, toch wel kan bekoren.

Veel mensen willen het niet kwijt
dat ze lijden aan slapeloosheid,
veroorzaakt door ziekte of door stress;
radeloos grijpt men dan tenslotte naar de fles.

Het bed was vroeger een goede vriend
die lijf en geest de gewenste rust toedient.
Hoe genoeglijk ik toen mijn bed in vlee
en geruisloos een geriefelijke slaap in glee.

De boosaardigheid die de slapeloosheid verwekte
leidde bij menigeen bijna tot een grote gekte.
Des daags zijn zij daarna meest oververmoeid;
werk of gezin, niets is er, wat hen dan nog boeit.

Er was ene meneer en doctor Parkinson
die deed mijn achturige nachtrust op de bon.
tevree zit ik nu soms benee om  in wakkere nachten
de komst van een nieuwe morgen af te wachten.

Duurt de nachtrust slechts een korte duur
van gemiddeld maar zo'n  4 of 5 uur,
kort en krachtig is 't dat ik hier u mededeel
dat ik mij echter geen enkel ogenblik verveel.

Ik eet niet en ik drink geen enkele alcoholische drup
hoogstens een glaasje water, melk of Seven Up.
Nee, ik buig zinloze tijd om ten algemene nutte
en dat doe ik minstens even goed als Mark Rutte,
het is zoals ik het nu zelf onthutsend bezie
slap gelul ombuigen naar een beetje platte poëzie.

Ja, dan pak ik mijn pen
en wat gelinieerd papier
en het resultaat, nou ja…
vooruit….dat leest u nu toch mooi hier!

© Gert Pape

vrijdag 8 juni 2018

God leren (er)kennen door de schepping .....................................................................


Natuurlijke pracht en praal als bovenmenselijk verhaal, 
verbeeldt verbluffend duidelijk Gods scheppende taal  
om dat aan alle nog onwetende mensen te leren. 
De schepping is zo groots en ingenieus geconstrueerd, 
ver boven het beredenerend menselijk verstand verheven, 
dat slechts reikt tot wat in loop van jaren is aangeleerd.  

Een ontboezeming van welgemeende  bewondering  
wordt dan spontaan onoverdacht tot uiting gebracht 
als bij 't zien van al die wonderlijke natuurlijke pracht  
iemand ineens verbaasd maar toch zo oprecht zegt: 
"oh….. wat mooi, zoiets kan toch geen mens bedenken", 
zo leert de natuur ons God als Schepper te gedenken. 

vrijdag 25 mei 2018

Geleide herinneringen aan vroeger, toen was alles beter


Sluipend komen oude herinneringen bij vlagen 
schoorvoetend mijn overvolle brein opjagen.
Als ik mij daarop dan diep denkend concentreer 
ben ik vreemd verrast, wat ik dan nog weet van weleer.

Mijn gedachten worden aldus heel gericht geleid, 

naar welhaast vergeten, reeds lang vervlogen tijd.
Het is gewoon werkelijk niet voor te stellen 
wat men van vroeger dan nog weer weet te vertellen 
en uitroept: Oh ja, wat mooi, nu ik weet ‘t weer!

Na een voltooid werkzaam leven voel ik mij vereerd

met ‘t genoeglijk feit: ik ben met recht gepensioneerd.
Werk en tijd, eerder door baas en kerkenraad bepaald
zijn uit mijn minder drukke agenda voorgoed gehaald.
Schuldloos wandel ik nu dankbaar, vrolijk, vrij en blij
in bossen, veenschappen of op de Kloosterhaarse hei.

In die nu zo vrije en verlichte tijd, denk ik met vreugd

aan die vroegere  jaren van mijn zorgeloze jeugd
aan die onbevangen omgang met mijn klasgenoten
zo ongecompliceerd, wat heb ik daar als kind toch van genoten.

En gedachten komen dan, hoe het vroeger eens was

in de vijftiger jaren ten tijde van de laag’re schoolse klas,
en daarbij  komt ook “Ken uw dorp en heb het lief” mij wel zeer van pas.

Ik schrik bij het vergelijk van het heden met het verleden

verfoei wat op ‘t Westeinde onder mom van modernisering 
uit het oude Vjèènse straatbeeld voorgoed is verdwenen
en bewonder nu het zo fraai gerestaureerde Oosteinde
waar historie meer is bewaard; dat vind ik nu toch wel het einde.

Maar onder druk van groeiende verantwoordelijkheid

was het onze jeugd, die ongemerkt met de tijd verglijdt.
De strijd om werk, naar erkenning, roem of ik enig vermogen
heeft bij menigeen ongewild de bloeddruk wel doen verhogen.
en als wij zelf niet goed op onze leefwijze letten
zijn we dan ineens beperkt, en zitten wij zo ongemerkt 
zomaar aan de hoge boeddruktabetten.

Vergane jaren hebben onder oud-klasgenoten al slachtoffers gemaakt

na tien of twaalf doden ben ik dan toch echt de tel wel kwijtgeraakt.
Van de 35 hebben velen nog de levensstrijd doorstaan,
verbouwereerd danwel vereerd, allen zijn nu mooi gepensioneerd.
Van het gewicht van de daag’lijkse werkplicht ontslaan,
met enkele mankementjes, voer ik toch welhaast een stressloos bestaan.

Ik steek nu veel tijd in herbeleving van die goeie ouwe tijd

want vroeger, ja ja, in die goeie vroeg're ouwe tijd van vroeger, 
was ik nooit bang, want toen ook was al generaties lang
...altijd.....alles voortreffelijk en vééél beter.


Als 't vlammetje dooft in 't hoofd

Hij vecht voor het behoud van zijn memorie, vreest nog meer het verlies van eigen historie, steevast en heel stellig blijft hij ontkennen da...