zondag 15 augustus 2021

Hoe een boek kan boeien of vermoeien

 
Op een nachtelijk slapeloos moment, pak ik één mijn favoriete boeken uit de boekenkast. Dat boek komt van de zolder van mijn schoonvader en hij gaf het aan mij in de beginjaren 80 van de vorige eeuw. Dat boek is van de Duitse schrijver Simmel en ik heb het meerdere keren gelezen, maar het staat nu al weer jarenlang onaangeroerd bij mij op de boekenplank.

Al bladerend zie ik op één van de eerste pagina's een citaat van ene P. Chayefski: "Ik wil eenvoudig zeggen, dat het vruchtbaarder is in het onbekende te geloven dan aan bekende dingen te wanhopen. Laat ons een goed woord doen voor geloof, liefde en dergelijke onlogische dingen en een enigszins wantrouwige blik werpen op de realiteit en andere vruchten van het verstand".

Een warrige uitspraak, die ik deels bevestig en deels verwerp, die mij zo maar middenin de nacht intrigeert en mij tot nadere overpeinzing stemt. Dat citaat is al even geheimzinnig als de titel van dat boek van die Duitse schrijver Simmel: "Stof waarvan de dromen zijn". Het is juist die geheimzinnigheid die mij aan dat boek bond en aandrong tot verder lezen. Het niet weten van wat er komt op onvoorziene momenten of dat het juist weer anders blijkt te zijn dan wat je dacht te verwachten. Verrassende gebeurtenissen, die onlogisch buiten de realiteit schijnen te staan.

Maar wie is die Chayefski, de man van deze uitspraak dan wel? Ik ga op dit nachtelijk uur in mijn PC en in mijn hoofd op onderzoek uit. Beiden zijn bereidwillig en klaar wakker.

Sidney Aaron (Paddy) Chayefski (New York, *29 januari 1923 ) was een Amerikaans scenarioschrijver van Joodse afkomst. Hij is één van de vijf scenaristen die ooit drie keer een Oscar wonnen voor het schrijven van een filmscenario. In WO1 sloot hij zich aan bij de US Army en vocht met de 104e Infanteriedivisie op Europees grondgebied. Hij raakte in de buurt van de Duitse stad Aken gewond door een landmijn. Hij werd onderscheiden met een Purple Heart. Na de oorlog ging hij terug naar Amerika. Hij schreef korte verhalen, schreef scenario's voor radio, TV en films en hij werd beroemd. Chayefski overleed in augustus 1981 op 58-jarige leeftijd ten gevolge van kanker, nadat hij geweigerd had zich te laten opereren.

Het is Johannes Mario Simmel, de schrijver van het boek "Stof waarvan de dromen zijn" die deze uitspraak citeert van Chayefski. Dat lijkt dan ineens vrij logisch want Simmel en Chayefski blijken namelijk veel overeenkomsten te hebben, beiden waren schrijver en cineast in hun eigen land en verwierven internationaal veel roem. Simmel had kennelijk veel bewondering voor Chayefski.

De hoofdpersoon in deze roman is de top-verslaggever en aan drankverslaafde Walter Roland. Hij onderzoekt een voorval bij een vluchtelingenkamp te Bremen. Hij wordt getuige van raadselachtige gebeurtenissen, die hem op een geheel ander spoor brengen, een spoor dat hem meevoert door een wereld van werkelijkheid en waan. Het speelt zich af in de na - oorlogse jaren van de tegenstelling oost-west en geheime diensten.

Simmel schreef dit boek nadat hij het manuscript van de oorspronkelijke schrijver vanuit Amerika kreeg toegestuurd. Deze was daarheen uitgeweken (gevlucht) omdat “men” wilde voorkomen, dat het boek werd uitgebracht. Simmel heeft het herschreven in een eigen bedacht plot. De waarheid zal dan, denk ik, wel ergens in het midden liggen.

Nadat ik het boek over een lengte van enkele decennia een paar keer gelezen had meende ik het plot, met enige gerede twijfel, te doorgronden. Maar ik kom nu, in dit nachtelijk uur, ontstellend tot de conclusie, dat ik het nu niet meer weet. Is dit de irrealiteit van een open eind aan een boek of wordt ik op mijn 70e vergeetachtig of zelfs een beetje seniel. Om daar achter te komen zou ik dat boek nog weer eens moeten lezen. Een uitdaging tot een worsteling door 520 soms saaie en dan weer oplevende pagina’s. Eerlijk gezegd, weet ik niet of ik dat ga doen.

Ik zet mijn PC uit waarop de datum verschijnt van vandaag 17 augustus 2021. De verjaardag van mijn vader, nu 113 jaar geleden en hij is al 46 jaar dood. Ik ben nu drie jaar ouder dan hij geworden is. Ach pa, je moest eens weten, wat….? Ja wat.. het is toch een beetje een vreemde dag vandaag.

donderdag 12 augustus 2021

Wicher Jansen, zakenman in hart en nieren.

 


Wicher Jansen, geboren te Vriezenveen in 1727, was een zeer ondernemende zakenman. Hij was koopman, handelaar in linnen en ging reizend door Europa. Hij was een echte zakelijke pionier, altijd op zoek om nieuwe afzetmarkten voor zijn producten te vinden. Samen met Jan Berkhoff en Hendrik Schoenmaker zetten zij in 1757 - 1761 een handel op met Curaçao en verscheepten zij linnen en indigo kleurstof. In 1760 dook hij op in Moskou en een jaar later zat hij Sint Petersburg.


In Sint Petersburg was hij firmant in Scholl, Jansen, Kruijs & Co en eveneens in Jansen, Gebr. Prinsen & Co te Sint Petersburg. De gebroeders Prinsen traden terug en vanaf 1785 werd deze firma in hoofdzaak gedreven door zijn zoon Lukas. Er was binnen de firma al langere tijd een Lukas Joost werkzaam die in 1805 mede firmant werd. De bedrijfsnaam werd daarop gewijzigd in Jansen, Joost & Co. De activiteiten van Jansen, Prinsen & Co werden voortgezet in Jansen, Joost & Co. Er zijn zeker wel 35 namen bekend van personen, die firmant zijn geweest en Wicher Jansen (*1727) wordt als de oprichter genoemd.

Jansen, Joost & Co was gevestigd in de panden Gostini Dvor 125 – 126 en is van alle Vriezenveens-Russische ondernemingen te Sint Petersburg zonder enige twijfel de belangrijkste geweest en heeft ook het langst zakelijk bestaan (1805 -1892). Vele van de latere bekende Vriezenveners in Sint Petersburg hebben in deze firma hun opleiding genoten en gold voor hen ook als springplank voor eigen ondernemingsactiviteiten. 

De oorspronkelijke activiteit van Jansen, Joost & Co was de handel in linnen en textiel, echter ook andere handel was hun niet vreemd. Zo hebben zij zich onder andere ook bezig gehouden met de verkoop van haring. Deze haring werd samen met nog weer andere goederen verkocht vanuit een 3e winkelpand in Sint Petersburg, het zogeheten Huis van Kotomin aan de Wosnessensky Prospect.

In 1783 keerde Wicher Jansen definitief van Rusland terug naar Vriezenveen. Zijn zaken in Rusland werden voortgezet door zijn zonen. Hij reisde per boot. Hij had 13 dagen op gunstige wind moeten wachten in Sint Petersburg en de reis duurde ook nog eens 16 dagen voordat hij in Terschelling aankwam. Vriezenveense handelsgoederen werden daarentegen meestal via land aangevoerd naar Lübeck en vandaar verscheept naar Sint Petersburg.

Wicher Jansen werd in 1727 te Vriezenveen geboren als zoon van Jan Wiggers Jansen en Hendrikje Jansen Smit. Wicher Jansen trouwde in 1748 te Vriezenveen met Lena Lubberts. Ze woonden afwisselend in binnen- en buitenland Ze kregen zeven kinderen waarvan er drie in Sint Petersburg geboren zijn en de anderen te Vriezenveen. Hij overleed in 1813 te Vriezenveen op de hoge leeftijd, oud 86 jaar. Hij was de stamvader van een sterke Vriezenveense ondernemersfamilie.


Historisch Museum Vriezenveen, Gert Pape

woensdag 28 juli 2021

Dr. L. Jonker en de overeenkomsten tussen Vriezenveen en Staphorst

Lambertus Jonker was huisarts te Vriezenveen en leefde van 1866-1940. Hij was bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van Vriezenveen en voor onderzoek was hij regelmatig te vinden in het provinciale rijksarchief te Zwolle. Zijn nalatenschap, vervat in een aantal handgeschreven boekjes worden als relikwieën bewaard in het Historisch Museum.

Precies een eeuw geleden (1921) schreef Jonker een commentaar op een artikel in de “Driemaandelijkse Bladen”  een uitgave van de “Vereeniging tot Onderzoek van Taal en Volksleven in het Oosten van Nederland. Hier volgt een beknopte samenvatting;

Staphorst, oorspronkelijk een veenkolonie, is een streekdorp, de huizen liggen, soms twee of meer, op enige afstand achter elkaar op lange smalle stroken land, doorsneden door de straatweg, de diek. Van het grasland, ten noorden, deels ten noordwesten van de diek zegt men dat het buten, van het bouwland, ten zuiden, deels ten zuidoosten, dat het boven ligt. Wie an diek staat, kan dus vier richtingen uit, en boven of boveruut, en buten of butertuut, en oostert of oostertuut  en westert of westertuut. De lange smalle erven zijn onderling gescheiden door sloten, meestal aan weerszijden met hout beplant, er langs loopt op elk erf een steeg, een in den regel onbestrate toegangsweg; voor zover hij langs een huis leidt, draagt hij den naam van brink . 

Dit geldt ook voor Vriezenveen, als men daar op de weg staat kan men ook vier richtingen uit, hèn bwaven of bwaeverin, hèn buten of butertin, hèn oostert of oostertin, hèn westert of westertin. Daar ligt het bouwland ten noorden  van den weg dat is bwaven, het grasland ten zuiden van den weg dat is buten. 

De Staphorsters helpen elkaar tegenover vreemdelingen tot het uiterste, tegenover niet Staphorsters zijn zij één. Dit gemeenschapsbesef spreekt zelfs uit het groeten. Als iemand voorbijkomt hoort men hier zelden uitsluitend de gewone dorpsgroet: goeden dag, maar in den groet spreekt een besef van deelneming in de arbeid, die de ander verricht. Is iemand aan ’t ploegen dan luidt de groet: an ’t bouwen?, is iemand aan ’t oogsten, dan luidt hij: an ’t rogge halen? en zo klinkt de groet steeds in een vragende vorm, op de manier waarop buur of dorpsgenoot zijn werk doet. Dit is ook herkenbaar in Vriezenveen.

Evenals Staphorst is Vriezenveen een Friese veenkolonie, beide dorpen werden verplaatst naar gelang het veen was afgegraven en de bodem tot ontginning was gebracht, de kerken van beide dorpen zijn daardoor enkele keren verplaatst. 

In een proces te Staphorst over scheiding en verdeling van een hoeve en akkerlanden werd door een advocaat aangevoerd, dat de Vriezenveense landen van gelijke nature zijn als die van Staphorst en Rouveen met het onderscheid dat de laatste boven hoe langer hoe meer scherper toelopen (enz) 

Te Staphorst werd oudtijds het plaatselijk bestuur gevormd door het college van zestienen, te Vriezenveen door een dito van kerkmeesters en zestienen. 

Jonker citeert anno 1921 ten slotte een uitspraak van Dr. Blink van het Tijdschrift van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap: 

Als men iemand die Staphorst vrij wel kent, plotseling in Vriezenveen plaatst, zou hij den overgang schier niet hebben bemerkt”.








woensdag 14 juli 2021

De Nederlandse Protestanten Bond aan de Kaikstiege

Op de achtergrond het gebouw van de Nederlandse Protestanten Bond
Op de achtergrond het kerkgebouw van de Nederlandse Protestanten  Bond

De Almeloseweg en de Bouwmeesterstraat te Vriezenveen zijn vanuit de historie ook bekend onder de naam Kaikstiege. Daarmee wordt letterlijk bedoeld, de opweg naar de kerk. Tot ongeveer 1400 kende Vriezenveen geen eigen kerk en de Vriezenveners gingen via deze weg ter kerke in Almelo. 

Aan de Almeloseweg, binnen een korte afstand van enkele honderden meters, stonden eens drie kerkgebouwen. Daarvan is er nog één in gebruik, één is oud en vervallen en één is er compleet verdwenen.  

De voormalige “Evangelisatie” is in de jaren 90 van de vorige eeuw afgebroken en vervangen door een nieuw kerkgebouw, de Bethelkerk, Almelose weg 41. Deze kerkgemeenschap van meer dan 400 zielen heeft zich aangesloten bij de Hersteld Hervormde kerk. 

Dichtbij ‘t Midden staat de oude Joodse Synagoge,  Almeloseweg 5, die van 1876 tot 1923 in gebruik was bij de Nederlands Israëlische Gemeente te Vriezenveen. Het gebouw deed daarna dienst als  timmermanswerkplaats van Goosselink en daarna was het een opslagplaats voor de laatste eigenaar, de fam. Arends, tevens eigenaar en bewoner van het naastgelegen pand Almeloseweg 3. Jarenlang hebben betrokken instanties strijd geleverd om de Synagoge als cultureel erfgoed te behouden.  

Naast de synagoge stond vroeger, in de noordhoek tussen Almeloseweg en Begherstraat, een ander gebouw; namelijk het kerkgebouw van de Nederlandse Protestantenbond. Dit betreft de woning van H. Aman, het adres Begherstraat 1.

In de oorlog werd het kerkgebouw van de Protestanten bond gebruikt door de Duitse bezetter. Na de oorlog werd het door de  Vriezenveense Harmonie gebruikt als repetitieruimte. Dat ging door tot 1965 toen de harmonie haar onderkomen zocht in het destijds nieuwe dorpshuis “de Hulle”.

De afdeling Vriezenveen van de Nederlandse Protestantenbond werd opgericht ten huize van L. ter Brake op 12 februari 1885. Het betrof opnieuw een afscheiding uit de Nederlands Hervormde kerk. Een groep van 89 vrijzinnige lidmaten kon zich niet verenigen met de streng confessionele beginselen van dominee De Molmoncourt en stichtten een vereniging van vrijzinnige hervormden. Toen in 1905 de woning, waar zij pleegden te vergaderen afbrandde, besloten zij een kerk te bouwen naast de Synagoge. In het bestuur van de afdeling hadden onder anderen de burgemeester van Vriezenveen J.O. Meyer en de directeur van de confectiefabriek Jansen & Tilanus, de heer J.L.L. Tilanus, zitting.

In de jaarvergadering van 8 oktober 1890 werd het bestuur van de Ned. Protestantenbond afd. Vriezenveen opgedragen zich met ds. Boetje, als president der Hengelose Commissie voor "Ziekenzorg" in verbinding te stellen, om ook in Vriezenveen een Vereniging "Ziekenzorg" te realiseren. Deze Ziekenzorg werd in de vergadering van 18 februari 1891 opgericht. Uit deze vereniging is het latere Groene Kruis voortgekomen. Uit het jaarverslag van 1923 blijkt, dat "Ziekenzorg" de hulpmiddelen ter beschikking heeft uitgewerkt gesteld van het inmiddels opgerichte "Groene Kruis" en den 7 november 1924 werd besloten de onderafdeling Ziekenzorg geheel op te heffen.

Er zijn ver gevorderde plannen ontwikkeld voor de bouw van een nieuw  appartementencomplex op de locaties van de woning van Arends, beide genoemde voormalige kerkgebouwen en de woning van Aman. Het architectenbureau heeft een ontwerp uitgewerkt waarbij de Synagoge in het te bouwen complex wordt geïntegreerd.



woensdag 30 juni 2021

hotel Zandwijk - geen monument - wel een begrip

 

Op de hoek Westeinde - Kanaalweg Zuid staat een markant gebouw, dat zich qua vormgeving en bouwstijl nogal van zijn omgeving onderscheidt. Bedoeld wordt het voormalig hotel - restaurant Zandwijk, perceel Kanaalweg Zuid 1 te Vriezenveen, waar Meindert Zandwijk in 1901 al begon met het schenken van een goed bakje koffie.  Vier generaties Zandwijk wisten zich op die plek te handhaven.  


Het pand is niet uitvoerig beschreven in “Ken uw dorp en heb het lief” Al enkele jaren zou het pand geen bestaansrecht meer hebben. Erfgoed beschermende organisaties hebben zich vergeefs hiertegen verzet  om “dit pareltje aan het kanaal” als cultureel erfgoed voor Vriezenveen te behouden. Het is nu eigendom van de heer Hans Evers (van Marquette) Eind dit jaar zal het worden afgebroken om plaats te maken voor de bouw van appartementen.


“Zandwijk” is in Vriezenveen een begrip geworden. Vele, vele echtparen hebben er in de loop der jaren hun huwelijksfeest gevierd en/of hun 25 jarig of 40 jarig huwelijk en de kinderen volgden vaak dat voorbeeld. Zandwijk heeft zo zijn sporen getrokken in de Vriezenveense samenleving. Ook op andere wijze was Zandwijk een verbindende factor;
Zandwijk stond als eerste opstappunt  (bushalte) vermeld van  de Autobusdiensten van de gebroeders Winkel voor hun vaste lijndiensten naar Vroomshoop en Den Ham. Vanaf eind jaren ’20 hield notaris Kruisinga er decennia lang openbare verkopen. De motor - en autoclub Vriezenveen hield er vergaderingen. Zandwijk was het startpunt van georganiseerde  sterritten of tourritten door de provincie Overijssel.


Van 27 - 29 november 1934 werd er een huishoudbeurs gehouden in de zalen van Zandwijk. Die zijn er in latere jaren wel meer geweest. De gemeente Vriezenveen organiseerde in Zandwijk openbare aanbestedingen. En hoeveel feestelijke optochten zijn er door Vriezenveen in de loop der jaren wel niet geweest met Zandwijk als startpunt.
In de roerige jaren sixty van de flower-power periode droegen meisjes lange rokken met een bloemetjesmotief en jongens broeken met wiede piep’n en hadden lang haar. De jeugd uit wijde omgeving dromde iedere maand zaterdagsavonds massaal samen bij Zandwijk bij het snoeiharde geluid van een beatgroep.

 

Maar de hoogtepunten in de geschiedenis van Zandwijk waren toch wel de jaarlijks terugkerende zogeheten ”bruggefeesten”. Gedurende drie dagen waren er activiteiten van sport - en waterspektakel bij ‘t kanaal. Aangenaam verpozen op drukke zwoele zomeravonden op overdekt straatterras met muziek en onder het genot van een stemming verhogend drankje. Uitgetogen Vriezenveners kwamen hier graag even voor terug om zo de banden met hun roots weer aan te halen.


De grondlegger van hotel Zandwijk was Meindert Zandwijk, in 1874 te Vledder geboren. Op 21 jarige leeftijd trouwde hij met de even oude Maria Hendrika Stuiver. Ze kregen samen 9 kinderen. De oudste werd in Vledder geboren, de volgende vier in Stad (3) en Ambt Almelo (1) en de laatste vier werden te Vriezenveen geboren in de jaren 1908 – 1913. 


Dertien jaar lang was Meindert Zandwijk herbergier – hotelier en caféhouder tot hij in 1943, oud 69 jaar, te Vriezenveen overleed. Zijn vrouw was vier jaar eerder al gestorven. Beiden zijn te Vriezenveen begraven. 

Nazaten van grondlegger Meindert Zandwijk (Winkel) zijn in Vriezenveen nog steeds actief in de horecabranche maar handhaven en eren de naam Zandwijk.


maandag 28 juni 2021

nalatenschap van een dode grove den

 

Voorgoed gevallen is hij,
zonder enig tegenweer
ligt hij daar terneer
krachteloos op zijn zij;
Een stoere boom die ik herken
als eens een stoere grove den.
 
Grillig graaien grote takken
met een laatste zucht in de ijle lucht
om het leven nog vast te pakken 
tevergeefs zoekend naar houvast
wordt hij al beroofd van bijna al zijn bast.
 
Zo wordt deze grote grove houten held
uiteindelijk dan alsnog geheel geveld.
Zijn beeld laat mij nog steeds niet los
’k zie in hem een Zadkine van dit bomenbos.
 
Vorig jaar vertoonde hij al hetzelfde beeld
dat mij echter nog geen ogenblik verveelt.
’t leert mij dat deze dood gewaande boom
als een levend natuurmonument
tijdelijk toch nog enige toekomst kent.
totdat hij door de mens, hoe slecht geluimd
dan uiteindelijk in zijn geheel wordt opgeruimd.